Kaart en metingen van de landen ten westen van Dussen (Zuid Hollandsche Polder)

Gemaakt gedurende april-augustus 1669 door de landmeters Joris de Roij en Mattheus van Nispen in opdracht van de Staten van Holland en Westfriesland

[Bron: Publicatie van de transcriptie inclusief bewerkte (deel)kaarten welke werd samengesteld door Paul & Anja Seesink-van der Pluijm, december 2003

Betreffende metingen en het in kaart brengen werd uitgevoerd met het oog op indijking van deze landen. De polder werd inderdaad aangelegd en onder de naam Zuid Hollandsche Polder of Nieuw Dussensche Polder bekend. De voorgestelde bedijking (het "groot en klein concept") werd overigens in aangepaste vorm uitgevoerd.

De originele informatie (kaart en 23 folios tekst) maakt deel uit van de Hingman collectie in het Nationale Archief te ‘s-Gravenhage, en is bekend onder nummer VTH-1413. De transcriptie bevat een nummering van de originele folio’s tussen [...]. In de transcriptie worden de pagina’s waarop de kavels worden beschreven steeds op de rechterzijde geplaatst en op de linkerzijde de kaartuitvergrotingen van betreffende kavels, met kavelnummers in rood en voorzien van duidelijke contouren. De getranscribeerde tekst is in schuin schrift gezet. De originele tekst is als bijlage aan de publicatie toegevoegd.

zholpolder1669.jpg

De door Seesink bewerkte overzichtskaart van de situtatie van de dan nog onbedijkte Zuidhollandse Polder. Op deze kaart is o.m. duidelijk aangegeven de Kerksteegh die zich linksboven op de kaart, achter perceel Hoeckxens, als zijweg van Out-Straetge in zuidelijke richting uitstrekt tot aan de Scheijsloot.
Het perceel 't Kerkhoff (no. 157) vormt een blokperceel met no. 156 en 158 en is gelegen achter De Laer zich uitstrekkend vanaf Den Middelt in zuidelijke richting langs het verlande riviertje De Dusse (zwarte streep in het midden) tot aan Out Straetge. Bovendien werd het daarvoor liggende perceel no.66 dat zich aan beide zijden van Oud Straetge uitstrekte van Den Middelt tot aan het water De Kreke, Kerckelant genaamd. Verder wordt door de Roij aangegeven dat "de landen van de particuliere Eijgenaers leggende tusschen de Kalversteech - die langs Den Middelt was aangelegd - ende outstraetge westwaerts op tot omtrent de noort toe, sijn van de hoochste landen", hetgeen nog maar eens bewijst dat dit gedeelte door z'n hogere ligging (stroomrug) uitstekend geschikt was voor een nederzetting.
Al deze vermeldingen zijn dan ook overduidelijke verwijzingen van de aanwezigheid van de kerk van Munsterkerk daar ter plaatse ten tijde van vóór de St. Elisabethsvloed van 1421.

De inhoud van de publicatie van de transcriptie met bewerkte kaarten:

Toelichting van de landmeter Joris de Rooij
Bewerkte kaart: met topografische objecten en kavelgroepen
Lijst van de 213 kavels met vermelding van grootte en eigenaren. De oppervlakte van de percelen is in kolomvorm gerangschikt naar eigendon van: Particulieren en De Domeinenvan hare Ed Groot Mo:
Memorie van de 17 vragen
Memorie van de antwoorden
Bewerkte kaart: met de dijkalternatieven "het grote en kleine concept"
Index gemaakt door de bewerkers
Gevolgd door de originele geschreven tekst (folios 1-24)

De originele Hingman VT-1413 kaart heeft een orientatie met het zuiden boven, het noorden beneden. De kaart is 90º linksom gekanteld en verkleind.
Rechtsonder staat de toelichting van landmeter Joris de Roij. Een vergrote versie van deze toelichting is eveneens bijgevoegd.
In de getranscribeerde tekst zijn nootnummers opgenomen. De verklarende noottekst wordt cursief weergeven

Transcriptie van het tekstinschrift rechtsonder op de originele kaart

Caerte ende metinge gedaen bij mij ondergeschreven geswooren lantmeter met ende nevens den lantmeter ... Matheus van Nispen beijde door speciale laste ende ordre van den Edele Mogende Heeren de Raden ende Meesters van de rekeninge der domeinen van de Heeren Staaten van Hollandt ende WestFrieslandt, van de buijtelanden 1 achter Dussen soo van de gronden van de voorgemelde Heeren Staaten, als oock van de particulieren daer mede gelegen. In welcke landen bevat sijn mede oost bijden den ouden Dussensche Zeedijck 2 Zuijden den Scheijsloot ende landen van Waspeeke 3 , noorden der Cornschegantel ende Emmichovensche polder ende ten westen de opcomende aenwassen 4 van haer Ed: Hoog Mo: ten diepe gelegen. Daerinne is mede begrepen den Buijten Gijsbert 5 en ende geheele Boerenverdriet 6 waarvan een gedeelte onder Althena gelegen is, alles gemeten met de Zuijthollandsche roeden 7 , langs den Scheijsloot ende kaden van den Gijsbert drueppen? snoondts?, ende voorts alomme ter halver slooten killen? wegen en stegen, ende alsoo groot bevonden te samen veerthien hondert een en zestich [1461] mergen 8 ende clxxxi½ [181] roeden, daer van de Particulieren Eijgenaers toebehoren iiii c xxvi [462] mergen iii c lxvii [367] roeden, sijnde de grootte van ijeder parthije apart gemeten en het ...verkavelt hier nevens gevoecht, geexpresseerd ende alhier gestelt ten kleinen voet? ende na dier rechte conste der G...meten, gedaen in den maanden april, meij, junij, julij ende augusti xvi c negen ende sestich [1669]

de Roij

1 Het gebied van Dussen in de richting van de Biesbosch
2 Deze dijk beschermde Dussen tegen de wateren van de Biesbosch
3 Waspeek = Waspik
4 Gronden die steeds meer en langer droogvielen
5 Een noord-westelijk gelegen polder
6 Links van de Gijsbert polder gelegen
7 Oude oppervlakte maat, ongeveer 1 are
8 Oude oppervlakte maat, wat kleiner dan een hectare

Transcriptie van de originele geschreven tekst (folio 1-24)

Toelichting door de landmeter

[1]
Edele Mogende Heeren,
Mijn Heeren, Hier nevens sende de Caerte ende metinge van de landen achter Dussen gelegen, soo als deselve bij U Ed: Mo:9 , mij neffens den lantmeter Mons r van Nispen is geordonneert te maecken, waer van de calculatie bij ons gesamentlijk perfect gedaen ende de voors:10 caerte met het verbael 11 ende consideratien 12 hier nevens gevoecht, bij ons op ‘t papier gebracht is, in welck verbael ende consideratien alles pertinent ende omstandich hebben genoteert, [he]tgene ick hebbe geoordeelt tot de saecke te dienen; en daerom het selve sijn tijt van nooden heeft gehadt. Mons.r van Nispen heeft mij gesecht de sijne mede gehouden te hebben; ende twijffel ick niet, off denselven sal U Ed: Mo: hebben bericht van het onderschijt tusschen de hooge ende lage landen 13 ontrent de gronden van U Ed: Mo: ende die van de particulieren, en hem mede conformeren met hetgene ick diesaengaende bij mij antwoorden articulo 1 staende folio 7 et seq:14, op U Ed: Mo: memorie, daer nevens staende, heb gesecht. Twelcke (soo ‘t eenigen tijde inspectie oculair 15 met de voors: caerte werde genomen) bij U Ed: Mo: alsoo sal worden ondervonden; ende dienvervolgens illusoir 16 gemaeckt het gene voor desen aen U Ed: Mo:
[2]
desen aengaende contrarie 17 soude mogen sijn bericht geweest. Mij dan tot voors: verbael verder refererende, sal mij gebieden in U Ed: Mo: gunste, ende altijt begeren.
Edele Mogende Heeren U Ed: Mo: Onderdanighe Dienaer: Roij Dordrecht .. September 1669

9 EDele MOgendheden
10 Voors = voorsijde of voornoemde
11 Zoals procesverbaal tegenwoordig
12 Overwegingen
13 De hoogte t.o.v. de zeespiegel was van groot belang
14 Et sequitur = en wat volgt
15 inspectie met de ogen, dus ter plaatse
16 tot een illusie of niet-bestaand
17 als tegenoverstaand

De originele kaart is hier aangevuld met vermelding van topografische objecten. Verder zijn delen van de kaart rood omlijnd, welke in de navolgende pagina’s in uitvergroting zijn toegevoegd.
Linkerzijde van de kaart:

De landmeter volgde in de kavelnummering de percelen van links naar rechts, en van boven naar onder; daarbij volgde hij zo veel mogelijk de natuurlijke situatie.
Rechterzijde van de kaart:

Uitvergroting tbv kavels 1-21

[3]
Staet van de grootte der landen, soo van de Domeinen van hare Ed: groot Mo:, als van de particuliere Eijgenaers met de namen derselver onder Dussen gelegen, begrepen inde caerte ende metingen daer van gedaen ende gemaeckt op ordre van de Ed Mo: Heeren de Raden ende Meesters van de Rekeningen van hare Ed: Groot Mo: Domejnen door mij ondergeschr: gesworen lantmeter met ende nevens den lantmeter Mattheus van Nispen in den Jare 1669. Ende mede het Verbael, ende consideratien van mij Joris de Roij aengaende de Concepte Dijckage 18 , hier achter staende.
1. het stuck landts, langs den scheijsloot 19 toebehoorende d’Erffgenamen van Crijn Sijmons is groot (behalve de Wiel) 1 mergen 509 roeden
2. streckende van den ouden dijck tot de scheijsloot toe, toebehoorende Mons r Ceulings tot Oosterhout, en Jan Rem het griendeken 20 1 mergen 543 roeden
3. van den dijck tot de Middelsloot toe toebehoorende Arien Cornelis van Hoffwegen 547 roeden
4. streckende als voren, toebehoorende den voors: Teulings 540 roeden
5. streckende alsvoren, Arien Schalcken 592½ roeden
6. grient, streckende van den dijck tot den 1ste sloot toe; de wed. van Rietvelt tot Gorcum 335 roeden
7. (hier van treckt de graefl[ijkheij]t chijns 21 ) toebehoorende Mons. Ceulings 1 mergen 108 roeden
8. 1ste parthije van de goeijpoort, toebehoorende de graefflijkheijt, aende zuijtoostzijde vande nieuwsteech 6 mergen 118 ½ roeden
9. Stevenshoeck, d’Ed Heer Vivien 1 mergen 170½ roeden
10. Leendert Pieters Rem 2 mergen 540 roeden
11. Mons r . Ceulings 3 mergen 64 roeden
12. d’Ed Heer Vivien 5 mergen 32 roeden
13. grooten en kleinen Huijbert 4 mergen 160 roeden
14. d’heer Johan van Wevelinckhoven 3 mergen 498½ roeden
15. langs de gegraven scheijsloot, d’heer Johan van Hage 3 mergen 195 roeden
16. den selven 3 mergen 44 roeden
17,18 en 19. tusschen voorgaande parthije int suijden, ende nieusteech in ‘t noorden, toebehoorende de Graefflijkheijt 8 mergen 568 roeden
20. Rijckxkensweer, vande nieuwsteech tot de scheijsloot toe, toebehoorende de Graefflijkheij 3 mergen 529 roeden
21. Clooster Eemsteijn, streckende alsvoren, de Graefflijkheijt 3 mergen 248 roeden

18 Concept voor de inpoldering van de Zuid Hollandsche Polder
19 De scheisloot aan de zuidzijde boven Waspik
20 Een klein stuk griend
21 Een belasting

Uitvergrotingen tbv kavels 22-40

[4]
22.‘t overschot, oft omloop van’t staexken daerin mede begrepen 39 ½ roeden leggende over de scheijsloot toebehoorende de Graefflijkheijt 9 mergen 541 roeden
23 mede genaemt staexken, d’heer Wevelinckhoven 3 mergen 49 roeden
24 mede staexken, de kinderen van den Heer Berendrecht 3 mergen 6 roeden
25 van outs genaemt Berkenhoeck, toebehoorende de Graefflijkheijt 4 mergen 109 roeden
26 begrunden? over de Nieusteech suijt op over peeraerdegat tot de scheijsloot toe, behoorende de Graefflijkheijt 4 mergen 456 roeden
27 streckende als voren, de Graefflijkheijt 5 mergen 44 roeden
28 uijten den noorden van Kerckelant over de nieusteech tot de scheijsloot toe 5 mergen 308 roeden
29 van de kreke bij noorden de nieuwsteech suijt op tot de scheijsloot toe 5 mergen 350 roeden
30 alsvoren, sijnde de 1st parthije van Foexwerff 7 mergen 385 roeden
31 alsvoren, de Graefflijkheijt 7 mergen 451 roeden
32 de Graefflijkheijt 7 mergen 536 roeden
33 de Graefflijkheijt 8 mergen 87 roeden
34 de Graefflijkheijt 8 mergen 47 roeden
35 ut supra 22 8 mergen 7 roeden
36 van de voorgaande parthije west op tot het peerboomsgat 23 toe, tusschen de nieuwsteech in’t noorden, ende den dwarssloot in’t zuijden, de Graefflijkheijt 9 mergen 496 roeden
37 vanden voors: dwarsloot zuijt op tot de scheijsloot 10 mergen 591 roeden
38 tusschen voorgaande parthije uit oosten, en het gat met een eijnt sloots van den peerboom in’t westen, ende scheijsloot in’t zuijden, de Graefflijkheijt 9 mergen 51 roeden
39 sijnden geheelen grooten peerboom, binnen de kade groot 75 mergen 293 roeden den aenwas 11 mergen 555 roeden 87 mergen 298 roeden
40 den langewerff binnen de ka 92 mergen 469 ½ roeden den aenwas 76 mergen 368 roeden 169 mergen 232½ roeden

22 Als boven
23 De afwatering ten oosten van de Perenboom polder

Uitvergrotingen tbv kavels 40A-66. (Opmerking: kavels 63 en 66 zijn aanzienlijk langer)

40A sijnde vs:24 parthije van den goepoort, begrijpende drie partij lants, leggende bij den ouden dijck, aen wederzijden vanden Kreeck die door de Brugge in de Wiel loopt toebehoorende de Graefflijkheijt vanden oude dijck langs de nieusteech 1 mergen 524 roeden }
‘t gene bij noortwesten de brugge leijt 1 mergen 68 roeden } 4 mergen 26 roeden
‘t gene bij noorden de Wiel leijt 1 mergen 104 roeden }
[5]
41 toebehoorende de marcktschipper van G[eertruiden]berch op den Hage 1 mergen 418 roeden
42 toebehoorende groot 392 roeden
43 een griendenken langs den ouden dijck vanden voorgaende parthije toe het out straetge, toebehoorende Lambert Willem Gielen ende Gasthuijs van den Berch 326½ roeden
44 daer nader mede begrepen het griendeken bij noorden langs t’out straetge gelegen 3 mergen 500 roeden
45 den advocaet Stael cum suis 1 mergen 320 roeden
46 de Graefflijkheijt 2 mergen 532 roeden
47 tusschen n o 45 ende nieusteech, de Graefflijkheijt 5 mergen 193 roeden
48 tusschen out straetge ende nieuwsteech 2 mergen 539 roeden
49 streckende ende toebehoorende alsvoren 2 mergen 327 roeden
50 uts 25 3 mergen 313 roeden
51 streckende alsvoren ende in’t westen tot de kercksteegh 3 mergen 449 roeden
52 sijnde 1ste stuck bij westen de kercksteech 2 mergen 219 roeden
53 ut supra 1 mergen 536 roeden
54 alsvoren 3 mergen 211 roeden
55 komende met een stelt, streckende als voren 2 mergen 99 roeden
56 ut supra 2 mergen 136 roeden
57 ut supra 2 mergen 37 roeden
58 uijt de suijden van de Kreke over de nieuw steech, noort op tot t’out straetge 1 mergen 453 roeden
59 streckende als voren 2 mergen 292 roeden
60 tusschen de twee kreken over de steech, ende voorts noort op tot het out straetge 2 mergen 369 roeden
61 tusschen de nieusteech ende out straetge 2 mergen 498 roeden
62 de Graefflijkheijt 5 mergen 158 roeden
63 den Langen Camp, streckende van over den kreke bij de nieusteech, noort op over het out straetge tot aenden middelt, tsamen groot ende toebehoorende Lambert Willem Gielen cum suis 12 mergen 69 roeden
64 streckende van over de kreeck bij de nieusteech tot aen t’out straetge behoorende de Heer Wevelinckhoven 1 mergen 434 roeden
65 ut supra Arien Schalcken 1 mergen 436 roeden
[6]
66 Kerckelant, d’Ed Heer van Dussen ende de kercke aldaer samen voor de helft en heer van Heeschwijk voor de wederhelft 8 mergen 87 roeden

24 Voorsijde = voornoemde
25 Ut supra = als boven

Uitvergrotingen tbv kavels 67-90

67 tusschen de kreeck ende out straetge, de Graefflijkheijt 2 mergen 528 roeden
68 ut supra 5 mergen 219 roeden
69 van ‘t out straetge zuijt op tot tegen de kreke en dwarssloot, en voorts den Triangel 26 over den dwarssloot daer in begrepen tsamen 4 mergen 140 roeden
70 van ‘t out straetge tot tegen de kreke 2 mergen 44 roeden
71 tusschen voorgaende partije en kreke, noort op tot den eijgendom aff Colsters toe 2 mergen 496 roeden
72 uijt den noorden vanden dwarssloot, suijt op over den 2. dwarssloot tot de kreke toe, sijnde d’partije van de Kleine Peerboom 7 mergen 110 roeden
73, 74, 75, 76 ende no 77 sijnde de rest van de Kleine Peerboom uijt den noorden vanden dwarssloot tot tegen de kreke ende is in n o 77 mede begrepen het driekantige hoexken bij zuijden over de nieusteech, sijnde het selver hoexken groot 360 roeden, ende tsamen 23 mergen 98½ roeden
78 d’ 1ste parthije vanden Verckensjacht, uijt den noorden vanden dwarssloot, zuijt op over de nieusteech 7 mergen 424 roeden
79 ut supra 4 mergen 369 roeden
80 ut supra 5 mergen 557 roeden
81 en 82 vanden voors dwarssloot in’t noorden suijt op tot de nieusteech 5 mergen 317 roeden
83 en 84 ut supra 4 mergen 443 roeden
85 vanden vs: dwarssloot in’t noorden, en kreke in’t zuijden 1 mergen 599 roeden
86 ut supra 2 mergen 119 roeden
87 beginnende van’t Raemsdonxweer, ende kleine bresser in’t noorden, over de kreke tusschen de 2 slooten tot de suijdelijxt kreke toe, wesende Cortvelt 4 mergen 358 roeden
88 tusschen de 2 kreken 4 mergen 94 roeden
89 ut supra 1 mergen 503 roeden
90 sijnde ‘t reste van’t Cortvelt, loopende op een spits uijt 8 mergen 572 roeden

26 Driehoek

Uitvergrotingen tbv kavels 91-118

91 sijnde een deel van den Neel van Dijckxwerff toebehoorende de Graefflijkheijt tusschen no 162 int noorden en dwarssloot in ‘t suijden 589 roeden
92 uijt den noorden van den Bressersteegh, suijt op tot den dwarssloot 9 mergen 109 roeden
93 ut supra 5 mergen 123 roeden
94A bij noorden de Bressersteegh toebehoorende Gijsbert Jacob Gijsberts cum suis 395 roeden
94 tusschen de Bressersteegh int noorden ende Cortveltschesteech int oosten, Jan Goijerts 3 mergen 363 roeden
95 van den Bressersteech int noorden, tot den eerste dwarssloot int zuijden, Wilm Jansz Roubos ende Jan Gerritsz Lensvelt?, groot met 95B tgene bij noorden van de voorn: steech gelegen is 2 mergen 195 roeden
96 & 96C tsamen d’Heer Nispen Bailliuw 27 aen wederzijden den Bressersteech 4 mergen 207 roeden
97 aen de zuijt sijde vanden voorn: steech d’Erffgenamen van Jacob Haerwen 2 mergen 508 roeden
98 & 98D aen wederzijde der voorn: steech toebehoorende Jan Goijaerts 4 mergen 477 roeden
99 aenden zuijdzijde vande voorn: steech Gijsbert Jacobs 1 mergen 396 roeden
100 ‘t Raemsdonxweer uijt den suijden van den dwarssloot over de Bressersteech tot tegens d’affsnijdingen van ‘t vs: veer 12 mergen 317 roeden
101 kleijnen Bresser, d’Heer Bollekens, aen wederzijden de vs. steech 6 mergen 258 roeden
102 1 parthije van den Rietwerff aen wederzijde de Camersteech, de Graefflijkheijt 4 mergen 586 roeden
103 streckende alsvoren 5 mergen 299 roeden
103A ut supra 6 mergen 475 roeden
104 ut supra 7 mergen 244 roeden
105 ut supra 6 mergen 361 roeden
106 ut supra 7 mergen 450 roeden
107 1 parthije van den Kamerst[eech] 8 mergen 132 roeden
108 tussen de 2 kreken, 1 parthije vanden Kamerst[eech] 17 mergen 90 roeden
109 sijnde mede deel van t overschot van Wijffvliet, langs het gat gelegen 2 mergen 484 roeden
110 & 111 Cornelis de Ruijmen cum suis 10 mergen 220 roeden
112 den triangel, ende rest van de wijffvliet 5 mergen 276 roeden
[8]
113 een gedeelte van Stakenburgh toebehoorende, de Graefflijkheijt tusschen de kreke ende drie slooten begrepen 5 mergen 298 roeden
114 begrepen tusschen de slooten 5 mergen 328 roeden
115 metten aenwas 23 mergen 72 roeden
116 ut supra 6 mergen 488 roeden
117 ut supra 5 mergen 500 roeden
118 3 parthijkens, stuijtende tegens de kreek die int Wijffvlietse gat loopt 6 mergen 290 roeden

27 Baljuw, een hoge bestuurlijke titel

Uitvergrotingen tbv kavels 119-138

119 neel van dijcxwerff, bij noorden de Bressersteech 5 mergen 358 roeden
120 tusschen de Bressersteech ende Hillekensgat 6 mergen 363 roeden
121 tusschen den eigendom in ‘t zuijden ende Hillekensgat in ‘t noorden 6 mergen 520 roeden
122 d’affsnijdingen van Raemsdoncxweer 3 mergen 13 roeden
123,124 & 125 sijnde een deel van Jan Reijerevelt van outs genaemt ‘t overschot van de kleinen bresser van den Eijgendom uit zuiden tot hillegat in ‘t noorden tesamen groot toebehoorende Graefflijkheijt 13 mergen 509 roeden }
nr. 126 van dwarssloot int zuijtwesten vs hillegat in’t noorden 5 mergen 569 roeden } 65 mergen 583 roeden
nr. 127, 128, 129 ut supra 16 mergen 567 roeden }
nr. 130 sijn ‘t resterende van Jan Reijerevelt 29 mergen 134 roeden }
131 van ‘t outstraetge voor aen den ouden dussense Zeedijck tot aen de Laerdijck toe, toebehoorende de kinderen van Crijn Sijmonsz cum suis 2 mergen 327 roeden
132 tusschen out straetge ende Laerdijck Ariaentge Backers 1 mergen 83 roeden
133 ut supra, Willem Joosten Oversteech 1 mergen 96½ roeden
134 tusschen den sloot ende kreeck, toebehoorende Aeghtgen Teunis 590 roeden
135 Cornelis Theunis Everde 3 mergen 131 roeden
136 den triangel, weeskinderen? van Evert Jorisz. 1 mergen 183½ roeden
137 van ‘t out straetge tot d’oude verlande Dussen of Hillen, toebehoorende Arien van Benschop cum suis 1 mergen 180½ roeden
138 griendeken langs de Laerdijck toebehoorende d’ Heer Bollekens 479 roeden

Uitvergroting tbv kavels 139-158. Kavels 63 en 66 lopen tussen deze kavels door

139 de Gooijhoeff strekkende van over het out straetge, noort op tot d’oude verlande Dussen, toebehorende d’Hr. Wevelinckhoven 2 mergen 58½ roeden
139A van daer noort op tot het griendeken toe, toebehoorende Sijke Crijnen 1 mergen 162½ roeden
140 een griendeken langs de Laerdijck, toebehoorende adv[ocaa]t Stael cum suis 230 roeden
141 van ‘t out straetge noort op tot de Middel toe, Bastiaen van de Heuvel 3 mergen 451½ roeden
142 van ‘t out straetge tot d’oude overlande Dussen, d’Ed Heer van Heeswijck 2 mergen 269½ roeden
143 van daer noort op tot den 1ste sloot toe, toebehoorende de kerk van Dussen 1 mergen 138 roeden
144 van de sloot aff noort op tot de Middelt toe 1 mergen 404 roeden
145 Dortsehoeff van ‘t out straetge tot d’oude Dussen toe, Hendrick van Gils cum suis 5 mergen 119 roeden
146 Dortsehoeff van d’oude Dussen tot de Middelt toe, d’Heer Wevelinckhoven 3 mergen 492 roeden
147 daernevens gelegen van oude dussen tot de Middelt, Dingeman Bastiaensz 1 mergen 154 roeden
148 van t’out straetge tot de Middelt toe d’Hr. Wevelinckhoven 5 mergen 321 roeden
149 streckende alsvoren d’ Hr.Caste 6 mergen 458 roeden
150 Smalwecht, ut supra, d’Hr. Wevelinckhoven 3 mergen 12½ roeden
151 Berchenhoek, Mevrouw Hondschalpoorn? van out straetge noort op tot no 152 en
153 toe 9 mergen 291 roeden
152 Ariaentge Backers 328 roeden
153 Willem Joosten Oversteegh 378 roeden
154 van out straetge noort op tot oude verlande dussen toebehoorende P r .Gerritsz Decker? 2 mergen 279½ roeden
155 van de oude Dussen tot de Middelt toe Francois de Roovers wed. 2 mergen 449 roeden
156 Wilber de Weerken van out straetge tot de Middelt toe, toebehoorende 2 mergen 305 roeden
157 t Kerkhoff, Heer van Dussen 2 mergen 363 roeden
158 Kagelant, erffgenamen van Verperwer Theunis Kaege 4 mergen 298 roeden

Uitvergrotingen tbv kavels 159-175

159 Hendrick Pieters Heuvel, toebehoorende Herman van de Eijck 4 mergen 372 roeden
160 Vrouwensteen, d’Heer Wevelinckhoven 3 mergen 219 roeden
161 Colsterskooijen uijt den suijden van den dwarssloot over het out straetge, noorden op tot de Middelt toe, d’H r Wevelinkhoven 9 mergen 276 roeden
162 uijt den suijden van den voorsz dwarssloot, noort op tot het out straetge, d’H r Johan ten Hage 3 mergen 455 roeden
163 bij noorden t’ out straetge tot de kreeck toebehoorende denselven 1 mergen 363 roeden
0 een driecantigh hoexken, de Graefflijkheijt 118 roeden
164 genaemt den Oort van de kreke in t zuijden tot de Middelt int noorden, de H r van Dussen 7 mergen 283½ roeden
165 Brechten xl. mergen, beginnende van de sloot over Hillekensgat ende van de voorsz kreke in’t zuijden, noort op over de Calversteech, ende voorts door ter halven den Cornsegantel, d’H r van Dussen 46 mergen 226 roeden
166 sijnde vs parthije bij westen brechten xl mergen beginnende uit den suijden van Hillekensgat noort op tot halven Cornsegantel, toebehoorende Graefflijkheijt 12 mergen 519 roeden
167 ut supra 9 mergen 305 roedenBR> 168 ut supra 9 mergen 170½ roeden
169 ut supra 9 mergen 521½ roeden
170 ut supra 7 mergen 581 roeden
171 ut supra 10 mergen 159 roeden
172 ut supra 9 mergen 405½ roeden
173 streckende alsvoren het stukje over de steech daer mede in begrepen 7 mergen 181 roeden
174 tusschen beijde kreken 3 mergen 42 roeden
175 tusschen Hillegat en Brechtegeut 8 mergen 511 roeden } Canissenhoeck 7 mergen 129 roeden } 16 mergen 40 roeden

Uitvergrotingen tbv kavels 176-197

176 grienden langs den Dussensche Zeedijck west Jan Pieters sloot, noorden halven Cornsegantel, d’H r van Dussen cum suis toebehoorende, streckende tot de Laerdijck toe 5 mergen 283 roeden
177 den overloop van de Laer, d’H r Casters 9 mergen 45 roeden
178 & 179 tusschen d’omloop in’t zuijden, den Cornsegantel int noorden, sijnde de vs. eerste waedekens van Jan Pieters Sloot aff, toebehoorende de Graefflijkheijt 5 mergen 141½ roeden
180 & 181 ut supra 4 mergen 13 roeden
182 & 183 ut supra 4 mergen 467½ roeden
184 & 185 ut supra 5 mergen 113 roeden
186 & 187 6 mergen 191½ roeden
188 de Helackers, Boskoijen, sijnde alle de grienten toebehoorende Cornelis van Brandwijck cum suis, tsamen groot de nombre van 16 mergen 21½ roeden
189 Loos v Hooijbroeck tot Heusden 1 mergen 244 roeden
190 denselven 1 mergen 85½ roeden
191 van den Middelt uit zuijden, noort op over de Calversteech tot halve Cornsgantel, d’Ed heer vaseesolijck? 6 mergen 449½ roeden
192A van de Middelt alsto? tot tegen N o 192 toe, de Graefflijkheijt 589½ roeden
192 van den Graefflijkheijt uit zuijden noort op tot de Gantel, P r Gerritsz Decker 1 mergen 465 roeden
193 & 194 [Nonnegoet] samen van de Middelt in’t zuijden, noort op tot den voorsz gantel ‘t H: Geesthuijs tot Dordrecht 18 mergen 197 roeden
195 een gedeelte van de gemeente, van de Middelt over de Calversteech tot den 2e dwarssloot toe, toebehoorende Herman van de Eijck 2 mergen 250 roeden
196 & 197 van daer tot Cornsegantel, toebehoorende d’Ed. Heer van Strevelshoeck 2 mergen 266 roeden

Uitvergrotingen tbv kavels 198-213

198 & 199 & 200 uijt den zuijden van den Middelt tot de Cornsegantel, tsamen toebehoorende d’E d Heer van Heeswijck 4 mergen 429 roeden
201 streckende alsvoren d’H r Wevelinckhoven 7 mergen 72 roeden
202 & 203 Joostjens kooijen, streckende alsvoren, Herman van de Eijck 9 mergen 377 roeden
204 d’oostelijckste parthije van Stobben[burch] streckende alsvoren, toebehoorende d’Erffgenamen van de Lantmeter Sperwer 5 mergen 107 roeden
205 daer naestgelegen, streckende als voren, Arien Pietersz Stael erffgenamen 5 mergen 268 roeden
206 sijnde de 1ste parthije van Baeijenspoel tusschen de Middelt ende Calversteech toebehoorende de Graefflijkheijt 3 mergen 309 roeden
207 de 2de parthije van Baeijenspoel van de Calversteech tot met een spie in Brechtenpl. men?, toebehoorende de Graefflijkheijt 9 mergen 432 roeden
208 sijnde den gehelen Boerenverdriet toebehoorende de Graefflijkheijt binnen de Cade groot 54 mergen 40 roeden}
buijten de Cade noch 49 mergen 100 roeden } 103 mergen 180 roeden
209 sijnde d’1 e parthije van Buijtengijsbert toebehoorende de Graefflijkheijt, leggende langs den nieuwen dijck 5 mergen 539 }
210 de 2 e parthije 5 mergen 63 }
211 de 3 e parthije 5 mergen 161 } 26 mergen 14 roeden
212 de 4 e parthije 5 mergen 256 }
213 de 5 e parthije 4 mergen 295 }
Particulieren uijtgenomen de Laer 272 mergen 273½ roeden
Graefflijkheijt 1034 mergen 414½ roeden

[13]
[lijst van te beantwoorden zaken]

Memorie bij Ed: Mo: Heeren van den Reekeningen van Haere Ed. Groot Mo: domeinen, opgestelt ende overbehandicht aen de Ed. Heeren van Heeswijck, Dussen, Bailliuw Nispen ende Johan van Wevelinckhoven, bij haere Ed: Mo: applicanten van den gestelt tot de directie 28 ende bedijcken van de voors: landen.

1. De grootte van de landen met de Signal 29 : van de Eijgenaers, mede de hoochte en laeghte, oock nature van de selve. En in species 30 soo veel hooge & lage landen daerinne aen haer Ed: groot Mo: behooren alsmede wat ende hoeveel landen buijten de geconcipieerde 31 dijckage gelegen sijn. En off die kleij ofte santgronden sijn Item wat wegen stegen, kreken 32 off hillen 33 inde voors: gronden gelegen sijn.
2. de voors: caerte te doen slaen op alle concepten van Dijckage soo op’t grootst als kleinst, ende de uutwateringhe daer bij t’ expresseren, soo wel ten reguardes van de binnen te bedijcke lage landen als door de buijtengronden ten diepe 34 toe, als oock de uutwateringen van den oude landen door de buijtenlanden. Noch te seggen hoe veel gronden van de Camer 35 sullen worden vergraven tot de Bermslooten.
3. alsmede de gronden tot het maken van den dijck, de quantiteijt met expressie 36 van de qualificatie van de vergraven gronden.
4. Noch hoe veel grondts sal noodich sijn tot den dijck ende Bermsloot van dien.
5. Noch hoe groot [de] de gront is van de stegen en wegen. Ende waer noodich is nieuwe te leggen.
6. Lijste van alle d’Ingelanden uijt te brenghen, met bijvoegingen derselver mergentalen 37 . En die mergentalen met een ander Coleur 38 te designeren.
7. Te letten waer, ende op wat voet 39 , sal werden gebooden de vergoedingen van de gronden, tot opmakinge van den dijck, ende van de te vergraven bermslooten, voor soo veel die haer Ed: Groot Mo: competeren 40 .
8. alsmede de vergoedingen van de gront der wegen en stegen aldaer abreeden? leggende.
9. Item op den voet van de Contributie van de Binnenlanden

28 Leiding & bestuur
29 Signalementen
30 Soort
31 In concept
32 Kleine waters
33 Hoger gelegen gronden, heuveltjes
34 Waar de Biesboschwateren zich bevonden
35 Een gebied richting Biesbosch
36 Toelichting, verklaring
37 Getal van de mergens, de hoeveelheid mergens=morgens
38 Kleur
39 Zoals in b.v. rentevoet
40 Aanbelangen
[14]
10. De begrootinge van de oncoste van de te leggen sluijse.
11. Item van ijder roede Dijckx en Bermsloot.
12. Noch op de oncoste van de noodige watergangen, ter respecte van de lage landen
13. De oncoste van het overgaen van kreken, te weten in het dijcken, wat de grontslagh aengaet
14. hoe de oude landen 41 over ofte deur de Buijtelanden in cas 42 van indijcking sullen uutwateren
15. Wie de kade langs de uutwateringe sullen maken, becostigen, ende onderhouden, en hoe hoogh die sullen sijn.
16. Wat voet in de uutwateringe van den oude landen sal worden geobserveert, ende wie de directie daer omtrent sal hebben.BR> 17. In casu bevonden soude werden, dat de lage landen niet soude konnen worden gedient sonder moleust 43 , waer dan de costen te vinden.

Antwoort op de voors: memorie, dienende dese antwoorde mede tot verbael op de voors: caerte der voorn: landen.

op artikel 1.
De voors: landen sijn samen groot, als hier voor folio 6. de nombre 44 van 1461 mergen 181½ roeden, daer onder de particuliere Eijgenaers sijn gedesigneert 45 alle met een gele coleur sijnde hooge en lage landen door malcanderen gelegen. Edoch dat de landen van de particuliere Eijgenaers leggende tusschen de Kalversteech ende outstraetge westwaerts op tot omtrent de noort toe, alsmede de particulieren aen wederzijden de Bressersteech gelegen, neffens des Graeffeleijkheit, Rietwerff, Camer, ontrent de Camersteech, en een gedeelte van Stakenburgh gets: n o 112 ende n o 114 sijn van de hoochste landen, welcke landen aende voors: Bressersteech ende Kamersteech gelegen aen’t suijdelijck eijnt van

41 Ten opzichte van de concepten van nieuw te bedijken landen
42 Geval
43 Schade
44 Aantal
45 Aangewezen

[15]
langerhant 46 al lager sijn, sulx oock meerdere van de parthijen langhs de schijsloot gelegen, aldaer hoogh sijn, ende na de sijde vande Nieusteech verleegen 47 en eenige van dien in’t midden hoogh, ende aen wedereijnden verleegen. Ende verders dat de landen van hare Ed: groot Mo: gelegen bij suijden het out straetge als de Goepoort, Hoecxkens, item die geteijckent sijn n o 52 tot 71 beijde incluijs, het gedeelte van Foexwerff bij noorden de Nieusteech gelegen, kleijne Peerboom, Verckensjacht het gedeelte van de Langewerff bij noorden de nieusteech gelegen, Cortvelt, item al de landen vanden domeinen leggende tusschen de Bressersteech ende Rietwerff in t Zuijden ende den Cornsegantel deurgaens in t noorden lager sijn, als de voors: genoemde Particulieren. Dat oock de landen buijten de Laer, bij noorden langs de Calversteech, aldaer heugelijck 48 hooger sijn, als deselve sijn langs de Cornsegantel, ende deselve van langerhant aft 49 van de Kalversteech aft na den voors Gantel toe al leeger 50 worden, edoch dat de selve wel rijkelijck soo hoogh, en hooger sijn, als hare Ed: Groot Mo: waedekens 51 langs de voorn: Gantel bij westen Jan Pieters sloot gelegen. Dat alle de landen in de Caerte begrepen, van nature goede kleijlanden sijn, van seer vette ende vruchtbare substantie. Ende souden van den voors: mergentalen buijten de geconcipieerde dijckage van ‘t grootste concept buijten blijven ontrent 261 mergen daer onder van de particulieren sijn gerekent ontrent 35 mrg 79 roeden Door de voors: landen loopen de kreken, hillen, wegen ende stegen als inde caerte te sien is, ende aldaer genoemt sijn.

op artikel 2.
Het groote ende kleine concept 52 soo als het selve door mij voor desen in bijwesen ende met goetvinden vande voorn: Heeren tot het werck van de dijckage genoemt, is affgebakent geweest, is met een linie 53 op de voors: caerte getekend. Als eerst het grootste concept, t gene voor haer Ed: Mo: wel het dienstighst soude sijn, namentlijck van de dijck vande Althenaschenpolder door de Gijsbert buijten de Ka van den Boerenverdriet, van daer met een kromme linie tot aen de nieuwe voorsluijs, van daer door

46 Geleidelijk aan
47 Lager worden
48 Heugelijk = merkbaar
49 Geleidelijk aan
50 Lager
51 Weidekens = weitjes
52 Er werden 2 ontwerpen voorgelegd
53 Lijn

Kaart met indicatie van de dijk alternatieven (het kleine en grote concept)

[16]
Jan Reijersvelt tot op de Camersteech, ende van daer over het hoogh van de Camer, ende hoogh van Stakenburgh oostelijk verbij de drie boomen aldaer staende, van daer tot op de Ka bij d’Heer Cleopol cum suis gelegen, van daer tot op de punt van de voors: ka bij Peerboomsgat, van daer langs de Scheijsloot bij ‘t Staexken, soo voorts op de parthijen get: n o 17. Van daer noordelijk op, tot op de parthije : n o 52. Van daer weder oostelijk op ter aende Nieuwsteech, ende soo voorts langs deselve tot aende Zuijthollandsche Zeedijck.
Het kleine Concept soo als mede afgebakent was is van vande dijck vande Althenaschepolder ende voorts als voren tot op de Camersteech toe, van daer met een rechte linie tot op het Staexken, en dan voorts de Raeije tot aende oude Dussensche oft Zuijthollandsche dijck als voren. Vid 54 . aengaende dit concept hier na onder het hooft van nader consideratien. Ende sijn tot uutwateringe van de hooge ende lage landen suffisante 55 de killen 56 , en wechslooten 57 , mitsgaders de te maken bermslooten, daer op respectivelijk alle de slooten sijn uijtschietende 58 . Alleenlijk soude noodich sijn te graven een sloot van 14 á 15 voet wijt van het westeijnde van de Kalversteech, suijtwestelijk op langs de Cornsegantel tot in Brechte geut, van waer dan den Bermsloot langs den dijck tot in Hillekensgat te samen souden dienen tot uutwateringe vande landen tusschen de Kalversteech in’t zuijden ende Cornsegantel in’t noorden, mits een brugge te leggen aen t eint van de Kalversteech Het water genaemt de Middelt en Brechtegeut in’t noorden, ende den Wechsloot bij noorden langs t’outstraetge, ende Hillekensgat dat wijt is 3.4 en 5. roeden sijn bequaem tot uutwateringe van de landen tusschen ‘t outstraetge ende Kalversteech gelegen, ende konnen mede bequamelijk door Hillekensgat, ende het Peerboomsgat uijtwateren de landen tusschen de Scheijsloot in ‘t Suijden, ende het oude straetge Bressersteech ende Camersteech in ‘t noorden gelegen, hebbende deselve tot behulp de respective Wechsloot ende de te maken Bermslooten. Des oock dat den sloot die ten zuijden langs den groote Bresser loopt door de Cortveltse steech worde doorgegraven, alwaer dan een Brugge soude moeten worden overgelecht. Ende soude de voors: watergangen, wechen, ende Bermslooten, alle jaer in ‘t bequamen saisoen dienen te worden geschout 59 , alsmede de Kasloot langs den Cornschegantel. Belangende het Wijffvlietsgat,

54 Vide = Zie
55 Voldoende
56 Bredere afwateringen
57 Sloten langs de weg
58 Waar de sloten op uitlopen
59 Geinspecteerd

[17]
hetselve is tot de uutwateringe niet so bequaem, als wel de voors: wateringen, soo, omdat bevonden is, dat buijten in de Biesen 60 niet laech water genoechsaem drooch komt te leggen en sonder diepte aldaer met de grondschael 61 lecht, als om dat g… sluijs soude dienen aldaer te worden gelecht, vermits die met Geffel? en Ruijchten dickwils soude perijcul 62 loopen van toe te schieten. Ende belangende d’uutwateringe van de oude door de nieuwe landen, ‘t selve sal worden gesecht hier nae op artikel 14. Tot de Barmslooten souden op de gronden van haere Ed: groot Mo: op’t voors: groote concept vergraven worden vier mergen 306 roeden, afgetrocken 63 roeden die op de particulieren souden worden vergraven. op artikel 3. Staet te letten, dat den dijck met de twee Barmen is geconcipieert, tsamen op een breedte van xiii roeden putsemaet, ende geheele lengthe op ‘t grootste concept is 2367½ roeden, daer van de gront in’t geheel bedraechen (affgetrocken 337 roeden van de particulieren) op haer Ed: Groot Mo: lant 48 mergen 220 roeden wesende goede kleijgronden. op artikel 4. Is beantwoort voorgaende artl. 2 ende 3. op artikel 5. De wegen en stegen die van outs gelegen hebben ende nu noch leggen, sijn groot op de gront van de Domeinen viii mergen 142 roeden. Ende souden dienstich sijn te maecken voor eerst een Nieusteech te beginnen van de hoeck van den nieuwen Althenaschen polder, tot aen ‘t noordelijk eijnt van de Cortveltsche steech lanck 406 roeden breet 1½ roede sijnde 1 mergen 9 roeden. Noch van ‘t suijdelijk eijnt van de voors: Cortveltse steech, de selve te verleggen suijtwaerts op tot aen de nieuwen te maken dijck lanck 186 roeden breet. alsvoren, makende noch op den Graeffelijken gront 279 roeden noch soude de Nieusteech konnen worden verlengen tot aende nieuwen te maken dijck, lanck 160 roeden daer van soude kommen op haer Ed: groot Mo: gront 89 roeden breet alsvoren 126 roeden 1 mergen 414 roeden ende op de gront van de particulieren 114 roeden op artikel 6. De lijst van de particuliere Ingelanden, is hier voren uijtgedruckt met elck sijn mergentalen, wesende deselve op de Caerte met een aparte Coleur aengewesen als hier voren op artikel 1 is gesecht.

[18]

op artikel 7.
Hierinne te voegen, den raet, soo als bij alle Dijckagien

60 Natte rietgronden
61 Waterspiegel
62 Gevaar

ordinaris 63 wert geobserveert, oft hierover nader bij hare Ed: Mo: met d’Ingelanden te convenieren 64 , ende te examineren 65 wat in desen ten tijde den Althenaschepolder is bedijckt (daer in mede verscheijde particulieren gelegen sijn) is gedaen. En soude mijns bedunckens wel redelijk sijn, dat de gronden tot opmakinge van den dijck, bij den gemeenen 66 polder souden worden betaelt.

op artikel 8.
.e nieuwe te maken, ende reparareren van den nu leggenden stegen bij den gemeenen polder te betalen, alsoo tot gemeenen dienst soude wesen gelecht. Ende wat belanghe de wegen ende stegen, alreede leggende, deselve sijn voor hooffs soo wel van de landen van hare Ed: Groot Mo: als van de particulieren affgegraven, sulex 67 als op de Caerte te sien is. Ende als daer van vergoedinge soude werden gedaen, soo soude daerinne ten opsichte van de gronde van hare Ed: Groot Mo: ende particulieren egualiteijt 68 dienen te werden geobserveert, ten ware 69 hare Ed: Mo: goetvonden d’eene tegens d’andere te compenseren. op artikel 9. De binnenlanden hebben hare eijgen lasten van Dijckgelden, meulegelden 70 , binnebantsche onraet etc. Ende staet in’t reguard 71 van dijckagie niets off weijnich tot benefitie 72 van den nieuwe dijckage te verwachten.

op artikel 10.
Den Polder soude konnen sijn gedient, met twee suffisante houte sluijsen, als een in Hillekensgat, en eene int peerboomsgat, die ongevaerlijk 73 souden kosten tsamen 5000 guldens. Ten ware door iemants hemdes? Verstaende?, wierde geoordeelt de gront suffisant te sijn, tot steene sluijsen, in welcke gevalle die best souden sijn, en souden d’oncosten van de selve volgens te maken besteck moeten worden begroot doch alhier genomen beijde op 9000 guldens.

op artikel 11.
Tot ider roede Dijckx (met het maken van den Barmslooten daerinne gerekent alsoo de aerde daer uijt komende aen de dijck soude worden gebracht) soude gaen ontrent 35½ schaften 74 aerde. Ende als d’aennemers souden maken de Slingerkade tot haren laste daerinne gerekent, soo wert geoordeelt dat men de schaft te rekenen ten hooghsten soude besteden tot xv. stuijvers, beloopt ider roede dijck met Barmslooten xxvi £ x st, ende over 2367½ roeden, die t voors: grootst concept soude lanck sijn de somme van 62738 " 15/10 Edoch alsoo alle[s] kruijwerck is, d’aerde kort 63 Gewoon, normaal 64 Overeen te komen 65 Onderzoeken 66 Gezamelijke 67 Zulks, zoals 68 Gelijkheid 69 Tenzij 70 Molengelden 71 Ten opzichte van 72 Voordeel, welzijn 73 Voorzichtig begroot 74 Een eenheid van maat ter grootte van 1 kruiwagen(?) 36.bij de hant leijt, soo is ‘t gevoel, dat om 12 stuivers de schaft soude worden bestelt, beloopende over 83651 schaften aerde die inden gehelen dijck soude gaen, in plaets vande vs: 62738 "15: de somme van 50190 " 12/10.

[19]
op artikel 12.
En sijn geen andere watergangen noodich, als die tegenwoordigh sijn, en die op artikel 2 hier voren sijn aengewesen. Anders souden d’oncosten daer van bij den polder moeten worden betaelt.

op artikel 13.
D’oncosten van ‘t overgaen 75 van kreken souden komen te kosten tegens de schaft aerde gerekent ontrent 912 £, doch hier genomen op 1000 " - " - doch soude door t affsacken van de aerde in’t water wel wat konnen ontschieten.

op artikel 14.
Belangende d’uutwateringe van de oude door de nieuwe landen over sulx op artikel 2 bij haer Ed: Mo: mede is voorgestelt, deselve oude landen, wesende de Vierbanne, van Dussen Muijlkerck, den Hil, Emmickoven ende Waerthuijsen, hebben bij contract ende overgifte van haer Ed: Mo:, ende andere Ingelanden in date den 19 augusti 1595 van outs hare uutwateringen gehadt door de Cornsche Gantel ende voorsluijs, die aen haer dienvolgens niet en kan worden gedisputeert noch geweijgert, en sijlieden deselver uutwateringe oock niet konnen misschen. En is oock voor de polder ondienstigh, dat het water van de oude landen, met dat van de nieuwe landen soude worden vermenght. Maer alsoo bedenckelijck is, off de nieuwe voorsluijs wel swaer ende suffisant genoech soude wesen tot het dragen van de dijck (‘t welck nochtans soude moeten geschieden als den nieuwe polder geene gemeenschap met het oude lant soude hebben) soo soude dienen te werden geexamineert, off deselve nieuwe voorsluijs niet soude konnen worden geholpen en gestijfft 76 ; off anders die bij den nieuwen polder genadert, ende door de selve polder een suffisante voor d’oude landen aldaer gelecht ende becostight.

op artikel 15.
De kade langs de voors: uutwateringe van den Cornschegantel door de binnenlanden te onderhouden, op alsulcken hooghte, dat den nieuwe polder door het malen van de molens, en verhooginge van hare binnecaden niet beschadicht wort, oft anders dat den polder die tot haren costen soude doen maken.
[20]

75 Een overgang over het water van de kreken
76 Verstevigd

op artikel 16.
Den voet 77 ende directie 78 in de uutwateringe van de oude landen, te worden onderhouden, als van outs is geweest, Sij reflexie 79 genomen op ‘t contract hier voor op artikel 14 geallegueert 80 .

op artikel 17.
Ende is notoir, dat geene molens noodich sijn aen den nieuwe landen, alsoo alle uutwateringen bequam sijn, ende de slooten alle genoechsaem bij ijder even drooch leggen, oversulcx de landen haer genoechsaem van ‘t water konnen ontlasten. Naerdere consideratien omtrent het voors: werck.
Op artikel 10 worden de costen van de twee steene sluijsen op ‘t groote concept begroot op 9000 " 0 " 0
op artikel 11 de costen van den dijck gerekent tegen xii st de schaft 50190 " 12 " 0
grootste op artikel 13 de costen van t overgaen van kreken 1000 " - " -
concept samen 60190 " 12 " 0
welcke penningen gerekent over x11 C mergen, die daer binnen souden worden gesloten: soude de mergen van bedijcken komen te staen de somme van 50 " 3 " 2
Op ‘t kleine concept soude den dijck lanch sijn 1844 roeden.
De roede (als in ‘t groote concept ) tot 26 " 10 " 0 gerekent
tegens 15 stuivers de schaft, beloopt over de vs: 1844 roeden 48866 £
Doch alhier mede genomen tegen xii stuivers de schaft, is over 35½ schaften in de roede, elcke roede dijcx 21 " 4 " 0 beloopt over de kleine voors: 1844 roeden 39092 " 0 " 0 concept Ende soude dan maer een sluijs in Hillekensgat noodich sijn, alhier een steenen genomen op 4500 " 0 " 0
Het overgaen van kreken 800 " 0 " 0
samen 44392 " 0 " 0
Ende soude hier binnen leggen ontrent 900 mergen, daer onder haer Ed: Groot Mo: meest lage landen; de voors: penningen daer over omgeslagen, soude ider mergen van Dijckgelt costen 49 " 6 " 6
Doch alsoo noch eenige toevallen 81 sijn: soo en kan soo pertinent 82 niet worden gesecht. Ende soude den voors: dijck dan volgens besteck in de Requeste aen haer Ed: Mo: gepresenteert, ende dispositij st
[21]
van de selve haere Ed: Mo: daer op gevolcht, hebben de

77 Grondslag voor de verekening van kosten
78 Bestuuruur, leiding
79 Terugblik
80 Gezinspeeld
81 Onzekerheden
82 Definitief, vast

forme van 8 roeden aenleggende, 5 voeten boven t hoogste meijvelt 83 (doch de gemedieerde 84 hoochte boven het generale meijvelt alhier genomen op 8 voeten) en 10 roeden kruijns 85 . Dan souden den voorn: dicjk sijn, volgens peijl voor desen bij mij ten tijden van de affbakeningen genomen, drie quartier voets hooger, als den oude dussenschen dijck, en een voet leeger 86 als den Dijck van den Althenaschenpolder bij de Gijsbert. Het welcke seer nae accordeert met het peijl mede bij den lantmeter Nispen nu genomen, sijnde een halven voet hooger als den voors: dijck aen Dussen ende seven duijm lager als den voors: dijck aen den Althenaschenpolder.
Tot elucidatie 87 van tgene hiervoor op artikel 3 is gesecht dient dat den gront van den dijck ende barmen aen haere Ed: Groot Mo: eijgen blijft, ende bij de Camere 88 van Haere Ed: Mo: soude konnen werden verhuert. Ende belangende verders de qualificatie van den landen, deselve sijn vele met quaden aert 89 doorsteken, uijtgenomen de landen die gelegen sijn tusschen t’outstraetge ende de nieuwsteech dewelcke goede aert sijn. Ende is evident 90 dat in cas van bedijckingen den quade aert door het weijen mettertijt vermindert; daer ter contrarie 91 waer is soo de landen onbedijckt blijven leggen, en dan niet anders als gehooijt kunnende worden, den quaijen aert door het hooijen meer en meer toeneemt, en de landen hoe lange hoe meer dan sullen verergeren.
In cas van bedijckinge van ‘t groote off kleine concept: soo soude daer door voor alle doorbraecken gepreserveert 92 sijn, den geheelen schenckel 93 van den Althenasche polder, lanck 589 roeden, den welcken het eene Jaer door het ander gerekent (soo ick van eenighe oude Heemraden van de voors: polder bericht ben) komt te costen ordinaris 94 alle Jaer de somme van ontrent vijffhondert guldens.
[22]
Ende is het gemeen gevoelen dat in cas van bedijckinge ijeder mergen dooreen in huere 95 soude gelden xxxvi £ sjaers ende meer. Waer tegens bij hare Ed: Mo:

83 Maaiveld
84 Gemiddelde
85 Kruin van de dijk
86 Lager
87 Verduidelijking, toelichting
88 Zoals bij ‘kamer’van koophandel
89 Slechte grond
90 Duidelijk
91 In tegenstelling
92 Voorbehoed
93 Hoek
94 Gemiddeld genomen
95 Huur

soude konnen worden gerequireert 96 , wat deselve per mergen thien Jaren door eengenomen tot noch toe hebben gerendeert 97 (mits dat in dien gevalle ter zijde werde gestelt de verpachtinge bij haer Ed: Mo: nu laetst gedaen daer van het eerste Jaer verschenen is geweest a o 1667 welcke verpachtinge is geschiet ten tijde Vranckrijck met Spange 98 in oorlogh was, en het hooij dan tot seer hooghe prijs nae de Brabandsche ende Vlaemsche quartieren wert getrocken.) Ende soude konnen werden overwogen off bij het Jaerlijcx revenu, ‘t gene de voors: landen in cas van bedijckinge meer souden gelden, als te voren hebben gedaen, haere Ed: Mo: hare Rekeninghe souden vinden, ende off het selve de Balance tegens de voors: Dijckpeninghe soude konnen overweghen. De Laer die met een kade omringht is, vermits deselve kade tusschen hare slooten seer smal, ende niet hoogh lecht: soo komt die alle Jaer ontrent drie gulden per mergen min en meer over reparatie te kosten, en moeten sij bovendien de aerde daer toe noodich, van binnen halen ende hare landen ontgronden welcke costen ende schade men soude konnen en qualiferen tegen de Dijcklasten van den gemeene polders, (alsoo sij hare kade dan niet noodich souden hebben. En souden de Eijgenaers daer binnen gelegen door een suffisante en hooge dijck, hare landen met meerdere securiteijt konnen gebruijcken, als nu wel doen. Doch hier over met haer nader te confereren 99 . Tot elucidatie van tgene staet artikel 9. De binnenlanden van dien hebben voor desen presentatie aen den Camer gedaen, te contribueren, als een kade wierde gelecht langs Brechtegeut ende Calversteech, om daer door de Somervloede uijt de landen langs de Cornschegantel gelegen, ende uijt de Cornschegantel selffs vervolgens te keeren, op dat se te beter souden konnen malen; maer nadien de sake sedert is verandert: soo souden ze moeten sien, off van haer ijets tot voordeel van de nieuwe dijckage soude te bedingen sijn. Doch is te vermoeden sijluijden sullen oordelen het werck van dese dijckage, aen dat poinct niet sal werden geacricheert? En sijlieden hare eijgen lasten sullen allegueren die oock swaer genoech sijn.
[23]
Wat verders aenbelanght den cours 100 vanden nieuwen te leggen dijck, soo als voor desen bij mij is afgebakent van de Camersteech aff rontsom de landen die deselve Cleopol cum suis in pacht hebben, als hier voor op artl o 2 is aangewesen. Dient tot nader informatie dat den 96 Geëist 97 Rendement geven 98 Spanje 99 Overleg te voeren 100 Loop 40.dijck volgens voorsz: affbakeningen soude komen over het hoogelant van Stakenburgh, konnende aldaer (mijns bedunckens) suffisant, en niet meerder westwaerts gelecht worden, ende tgene vorders daermede soude worden affgesneden tgene binnen de cade van d n H. Cleopol voornt: lecht, daer tegens staet te letten dat van den Langewerff ende Peerboom veel meer soude worden ingedijckt vantgene bij oosten den Peerboom ende bij westen de Langewerff onbecaet 101 is leggende, als tgene binnen de voors: cade soude worden affgesneden als voren; gelijck op de caerten kan worden gesien, het welck dan ongelijck beter soude sijn, als nu is. De landen inde voors: generalen polders bedijckt sijnde souden dan omtrent de 700 gulden in coop konnen gelden. Ende sijn naest haere Ed. Mo: de grootste Ingelanden d’Ed: heer van Dussen met ontrent de 60 mergen d’H r Wevelinckhoven met 43 mergen 28 roeden d’hooch Ed: Hr van Heeswijk met 30 mergen 302 roeden ende heeft d’Ed Heer Nispen Bailliuw van hare Ed: groot Mo: lant gelegen inden voors: polder 4 mergen 207 roeden 137 mergen 537 roeden ende dienvolgens tusschen de 13 ende 19 mergens meer, als een derdepart van alle de particuliere buijten de Laer gelegen sijnde.

Aldus verbaliseert ende gesloten den V September xv1 c negenendsestich 102 bij mij ondergesch:
Roij

101 Zonder kaden
102 1669

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl