Spaarzame bebouwing aan de dijk van de nieuwe polder in 1749
Onderstaand een beschrijving van nr.314 Landmeterskaart van het poldergebied ten zuidoosten van Almkerk [meer bekend als de Zuidhollandsche polder] door P.A. Ketelaar mede naar kaarten van M. van Nispen (1685) en A. de Vries (1708, 1721 en 1722).
Middenboven wapen van?, daarnaast kompasroos, rechtsboven kader met de opppervlakten van de percelen (1-161), rechtsonder kader met titel en landmetersverklaring, middenonder schaal., 1749
Titel: Kaarte van den Zuidholl: Polder, met de grootheden der Landen daar in gelegen, zoo die aan de Graaflykheid hebben toebehoord (...)/ Ten Oirkonde deze onderteikent te Raamsdonk den 10en October 1749 (get.) P.A. Ketelaar Gead: Landmeeter:
Afmeting: 68 x 62 cm; Schaal: [ca. 1:2.100] / Schale van 100 Zuijdholl: Roeden=181 mm; Vorm: Manuscript, pen, penseel, gekleurd, op perkament - 1 blad; orientatie: West; Verwijzing: Donkersloot (1981) 100, 388 (Zie daar voor meer literatuur); Opmerkingen:
Vlg. Donkersloot is de kaart waarschijnlijk afkomstig uit het archief van de Rekenkamer van Holland - Oud nr.: Aanw. 1949 XIV (d.w.z. geschonken door A.L. van Nieuwkerk te Leiden door bemiddeling van de directeur van het stedelijk museum De Lakenhal)
Vindplaats origineel: Den Bosch; Bekijk archieftoegang: Collectie kaarten en tekeningen van het Rijksarchief in Noord-Brabant.
Op deze kaart is ook de in 1749 aanwezige bebouwing ingetekend aan: de Buitendijk, Buitenkade, Hooge Dijk en langs de toegangswegen (stegen), alsmede de boerderijen in de polder. Hieruit blijkt dat midden achttiende eeuw de meeste grote - en bekende boerderijen zoals: Pannehoef, Paulushoeve, Hoeve van Van Vugt, Koningshoeve, Boerderijen van Van Dintere en Van der Pluijm aan Nieuwe Steeg, etc. al bestonden. Deze waren dus kennelijk al ruim vóór de realisatie van de Zuidhollandsche molen in 1770 gebouwd.
Als de ingetekende bebouwing volledig is weergegeven, dan bestond Hank destijds uit een tiental panden aan de Buitendijk vanaf de de Postsloot tot aan de Kamersteegstoep. Bij deze stoep woonden Dirk Wouterse de Both en wat meer zuidelijker Wouter Sijmense Lensvelt en nog wat meer naar de Postsloot diens broer Jan Sijmense Lensvelt. Ook stonden er enkele boerderijen bij de aansluiting van de Nieuwe Steeg (thans Kerkstraat) met de Buitendijk. Aan de Korte Dijk en het verlengde daarvan naar de Bleeke Kil stonden toen kennelijk nog geen huizen. Dat zou betekenen dat de bebouwing aldaar pas wat later is ontstaan, zodat de bakermat van Hank de Buitendijk is en niet de Visserskade.
Daarnaast was er spaarzaam gebouwd rondom het Peerenboomsche Gat en ter hoogte van de uitwateringssluis van de Kornsche Gantel. Tussen de beide sluizen woonde Tonis A. Bestenbier (van der Pluijm) met ten noorden daarvan een zekere De Bruijn. Aan de Kornse Buitenkade, langs de Kornsche Gantel, was her en der wat gebouwd en dan met name ter hoogte van de aansluiting van de Buitendijk met de Kornsedijk; hier woonde Cornelis Ariense Schalken terwijl aan de Kornsedijk zelf Dirk Groeneveld woonde. Maar ook ongeveer halverwege de Buitenkade, bij de Kornsche Brug, de oversteek over de gantel naar de Nieuw Altenasche Dijk en de polders Boerenverdriet, de Gijsbert en Bleekwaard, waren wat huizen gebouwd.
Langs de Kalver- en Kortveldschesteeg stonden geen huizen of boerderijen, net zo min als langs de Oude Straat. Dat laatste is opvallend omdat we uit andere bronnen weten dat er in de omgeving van de Oude Straat in het eerste kwart van de zestiende eeuw wel degelijk bebouwing aanwezig was (zie: Bewoning in Dussen begin zestiende eeuw). Bij de Putten in Dussen, aan de Hoogedijk, was nog geen bebouwing en langs de Nieuwe Steeg spaarzaam met slechts twee huizen. De wel aanwezige bebouwing langs de Kornsche Dijk is jammer genoeg niet in kaart gebracht omdat de dijkpercelen in principe geen onderdeel uitmaakten van de Zuidhollandsche - of Nieuw Dussensche Polder .
Bronnen
BHIC Den Bosch: Kaartenarchief.