Hertog Jan I van Brabant maakte aanspraak op het hertogdom Limburg om Gelre's uitbreiding tegen te gaan. In 1283 kwam het tot een gevecht tussen Gelre en Brabant. De vijandelijkheden bleven een aantal jaren voortduren tot op 5 juni 1288 de dag-lange slag bij Woeringen uitbrak.
Aan de ene zijde stonden de troepen van Jan I met 1500 ridders waaronder Jan I van der Dussen, gesteund door Arnold V van Loon en burgers van de vrije rijksstad Keulen. Tegenover hen stonden de troepen van de Luxemburgers, Geldersen, de Aartsbisschop van Keulen en Limburgers met 2200 ridders. (Over de aantallen ridders en voetvolk bestaan echter verschillende lezingen) Hendrik VI van Luxemburg sneuvelde in de strijd. Jan I van der Dussen brak tijdens de gevechten zijn been.
Brabant won de slag waardoor Limburg bij Brabant werd gevoegd wat vijf eeuwen zo zou blijven. De hertog van Brabant werd hierdoor een van de machtigste mannen van het Nederrijngebied. Brabant verloor slechts zo'n 40 ridders tegen ongeveer 1100 aan Gelderse zijde. Een aantekening in het missaal van de kerk van Woeringen houdt het op 2400 doden in totaal.
Kroniekschrijver Jan van Heelu schreef een verslag van deze ridderveldslag
Jan I van der Dussen vecht aan zijde hertog van Brabant tijdens Slag van Woeringen (Dld) en breekt een been
"Van dien dat hen daer es gesciet
En mochtmense nu volprisen niet.
Daer leet groot ongemac
Her Jan van Dunse, die daer brac
Sijn been met ongevalle."