Van Wijtvliet, ambachtsheren van Munsterkerk

Nederzetting in Voornsaterwaard voorloper Munsterkerk

De oorsprong en het ontstaan van Munsterkerk is in nevelen gehuld. Dr. Hildo van Engen is echter de mening toegedaan dat er in het gebied van de Voorsaterwaard - ongeveer te vergelijken met de huidige Zuid-Hollandse polder en waarin ook Munsterkerk gelegen was - een nederzetting is ontstaan en waaraan de waard haar naam ontleent (een "sate" (=nederzetting) in de waard langs de rivier de Voorne: Voornsaterwaard). Deze nederzetting was op een gegeven moment groot genoeg om een eigen ambacht te vormen en de aanwezigheid van een eigen kerk te rechtvaardigen. Oudere vermeldingen van Voornsaterwaard ten opzichte van Munsterkerk vormen hiervoor zijn belangrijkste een aanwijzing.

Eind dertiende eeuw (1296) werd heer Willem van Wijtvliet, leenman van de heer van Strijen, later van Putten en Strijen, ambachtsheer van het gebied Voornsaterwaard met nederzetting. Na de eeuwwisseling, in 1318, was zijn dochter, Geertruid van Wijtvliet echtgenote van heer Arnold van Heukelum, er nog in het bezit van tienden. Het gebied dat deze groot- of korentienden en smaeltienden, inclusief het patronaatsrecht (recht om pastoor te benoemen), omvatte, werd in 1505 tijdens een proces voor het Hof van Holland omschreven als zijnde gelegen: vanaf de Lare stege (vermoedelijk de Oudestraat) in westelijke richting doorlopend tot aan de rivier de Voere (ongeveer de huidige Bleeke - of Oostkil in de Biesbosch), daarbij begrensd door waterlopen van de Dusse (zuiden) en de Middelt (noorden). De nieuwe kerk - door Willem van Wijtvliet gesticht, die in dit omschreven gebied gestaan zal hebben - en de daarbij behorende parochie, zullen echter de naam Munsterkerk pas gekregen hebben, nadat Willem van Wijtvliet er ook een kapittel aan verbonden had (tussen 1300-1310). Overigens dient de naam Munsterkerk al vanaf haar introductie als "ouderwets" gekarakteriseerd te worden.

Het geslacht Wijtvliet

wijtvliet wapenDe Wijtvliets stammen uit het gebied ten westen van de Grote Waard waar in Mijnsheerenland een oude waterloop met die naam bestond. Zij behoorden tot de Hollandse invloedssfeer waar ze overigens een bescheiden positie innamen. In de tweede helft van de dertiende eeuw zien we de Wijtvliets ook in het aanpalende Land van Heusden optreden met bezittingen in Babyloniënbroek; Willem van Wijfliet, ridder, was er in 1262 in het bezit van de helft van de tienden.
Een andere Willem van Wijfliet (waarschijnlijk een nakomeling) was in 1309 waarsman voor het Land van Heusden voor de sluis die dat land had in Maasdam.
Jan van Wijtvliet ook wel Jan van Wijflit genoemd, ridder, heer van Blaersfeld 1347-1356 en van Cuijck 1352-1356, fungeerde als burggraaf van Heusden 1336-1356. Hij was een bastaardzoon van Jan II hertog van Brabant uit een relatie met diens maîtresse Elsbeen van Wijflit en droeg daarom de geslachtnaam van zijn moeder.
Een verwante van Jan van Wijtvliet was vrouwe Mechteld van Riede (geboren Van Oudheusden) de echtgenote van Herbaren van Riede, heer van Pendrecht en Werkendam. Als huwelijksgeschenk schonk zij Heinricus, de zoon van Jan van Wijtvliet, een cijns van 100 pond vlaams. Overigens bezat de hofstede van Riede ruim 40 morgen land met een huis in Dussen-Muilkerk (periode: 1354-1683).

De eerste concrete aanwijzing van het geslacht in Munsterkerk dateert van 1316 toen Willem van Wijtvliet met drie broers zijdelings betrokken was bij de verkoop van een hoeve land langs de Dusse die de kinderen van Boudijn van Dubbelmonde in leen hadden van de Heer van Hoerne voor 100 pond toernoois. Een tekst uit 1318 maakt duidelijk dat Geertruid van Wijtvliet, en voordien haar vader Willem, zelf ook bezittingen hadden in Voornsaterwaard.

De Dussense-tak

De oudste gegevens van de Dussense-tak Van Wijtvliet dateren van ná de Sint Elisabethsvloed. Blijkens het Repertorium op de lenen van de Hofstede Dussen(J.C.Kort, in Ons Voorgeslacht 1987, p.367-368), werd op 4.7.1465 een zekere Jan van Wijtvliet beleend met de hofstede van Wijtvliet met toebehoren, groot 14 morgen, gelegen aan de Dussen in Munsterkerk. Die bezitting aan de Dussen bleef ruim een eeuw lang in de familie; als eerstvolgende werd op 12.6.1484 Floris van Wijtvliet ermee beleend, bij dode van zijn vader Jan. Dat Jan van Wijtvliet een zoon Floris had, maakt het waarschijnlijk dat hij dezelfde persoon was als Jan van Wijfliet Floriszoon, die bezittingen had in Waalwijk en Capelle. Ook was hij hoogstwaarschijnlijk identiek aan Jan van Wijffliet, in 1567 genoemd in het leenregister van Eethen en Meeuwen, in de belending van 9 hond land in Munsterkerk("daer naest geerft is, oostwaert Jan van Wijffliet ende die Middelt, westwaert streckende van Jans erve van Wijffliet ter Middelt toe").
Het leidt nauwelijks twijfel dat de Van Wijtvliets zich naar hun Dussense bezittingen noemden en het lijkt bovendien waarschijnlijk dat de tak waarmee we hier te maken hebben op of bij hun hofstede woonde, al vermeldt het Dussense leenregister geen huis.

In het leenregister van Eethen en Meeuwen werd Floris van Wijffliet op 13.6.1505 beleend met "de smalle tienden in Munsterkerk aen de Dussen te weten met verkens, schapen, gansen ende bijen, ende nogh die koorentienden tusschen die Dussen ende die straete". Floris van Wijtvliet overleed in of niet lang voor 1521, want in dat jaar werd Joost van Wijtvliet Floriszoon met de hofstede Wijtvliet beleend. Hij was de eigenaar tot 10.2.1568, toen hij de hofstede overdroeg aan zijn kinderen en zijn zoon Jan van Wijtvliet ermee beleend werd, ook voor Adriaen, zijn broer, en Borch en Elisabeth, zijn zusters. Blijkbaar viel vervolgens bij boedelscheiding de hofstede toe aan Adriaen en Borch, want op 10.12.1570 droeg Adriaen Joosten samen met zijn zuster Borch de bezitting over aan Jan Wolf Arnoutsz. Met de verkoop van de hofstede in 1570 lijken de Van Wijtvliets uit Dussen verdwenen te zijn; uit de volgende twintig jaar zijn geen gegevens in Dussen meer over hen bekend.

Wel bestaan er nog aktes uit de landen van Heusden en Altena of directe omgeving waar nog sprake van is van Geertruida van Wijtvliet, weduwe van Adriaen van Herlaer, heer van Muilkerk, genoemd in een leenakte van 1.7.1606 (belening ambachtsheerlijkheid Muilkerk, Ons Voorgeslacht l978, p.ll). (Deze Geertruida heet in een eerdere akte, van 15.8.1600, Hildegonde, maar dat lijkt een vergissing; Van Herlaers eerste vrouw heette namelijk Hildegonde van Tuil). Gezien het huwelijk met de heer van Muilkerk lijkt het aannemelijk dat Geertruida een van de Dussense Van Wijtvliets was.

Toch zijn de Wijtvliets nooit helemaal uit Dussen vertrokken of zijn daar althans weer teruggekeerd. In het rooms-katholieke doop, trouw en begraafregister dat is aangelegd vanaf 1677 dateert de oudste doopregistratie van een Wijtvliet uit 1716. Het geslacht zal nadien in redelijk aantal aanwezig blijven in Dussen.

Genealogie van Wijtvliet in Dussen

I - FLQRIS VAN WIJTVLIET, geb.ca. 1410/1420(schatting),tr. KATERIJNW WILLEMSDR.VAN DER ZIJTWINDE.
Uit dit huwelijk:
II - JAN FLORISZN.VAN WIJTVLIET, ovl ca. 1484, wordt op 11-2-1461 beleend met de tiende van de polder van de leenman (1505: van Floris van Wijtvliet); de korentiende van Munsterambacht buitendijks aan de zuidzijde van de Dussen en de smaltiende, voorts ‘omgaand’ tot waar Jacob de Groot woonde, aan de Maas; (1505: en de smaltiende van Bilwijk en de korentiende buitendijks), en op 4.7.1465 beleend met de hofstede van Wijtvliet in Munsterkerk, tr.NN.
III - FLORIS JANSZOON VAN WIJTVLIET, ovl ca.1521, wordt 12.6.1484 beleend met de hofstede bij dode van zijn vader, tr.voor 13.6.1505 ALIJT PEETERS. Deze Alijt woonde in juni 1521 als weduwe en oude vrouw in Oosterhout.
Uit dit huwelijk:
l.JOOST VAN WIJTVLIET, volgt IV
2.ALEID FlORIS (VAN WIJTVLIET), vermeld 1.3.1524, heeft kinderen van een niet genoemde man.
3.BELIE VAN WIJFFLIET, in juni 1521 wonende buiten Delft tot Coninxvelt bij de Juffrouwe van Cralinge.
IV - JOOST FLORISZN. VAN WIJTVLIET, ovl 10.2.1568, wordt 1521 beleend met de hofstede, tr.NN.
Uit dit huwelijk:
1. JAN VAN WIJTVLIET, volgt Va.
2. ADRIAEN VAN WIJTVLIET,volgt Vb.
3. BORCH VAN WIJTVLIET (dochter),vermeld 1568 en 1570.
4. ELISABETH VAN WIJTVIIET,vermeld l568.
Va - JAN JOOSTEN VAN WIJFLITH, wordt 10.2.1568, ook voor zijn broer en zusters, beleend met de hofstede.
Mogelijke kinderen(onzeker!)
1. GGVERT JANSZN. VAN WIJFLITH,vermeld 20.7.1628.
2. IMERT JANSZ. VAN WIJFLITH, nabuur van Veen 27.11.1627.
Vb. - ADRIAEN JOOSTEN VAN WIJFLITH, transporteert 10.12.1570 de hofstede Wijtvliet, ovl tussen 1631 en 1635(voor 12.4.)tr.NN.
Uit dit huwelijk:
1. JOOST ADRAENSZ.VAN WIJFLITH, volgt VIa.
2. JOOSTGEN ADRAENSDR. VAN WIJFLITH, tr. ADRAEN WOUTERSZ. VAN DEN BIESHEUVEL.
3. EIJMBERT ADRIAENSZ. VAN WIJFLITH, volgt VIb.
4. MARIKEN ADRIAENSDR. VAN WIJFLITH, tr. ANTHONIS CORNELISZ. HEUVELCAMP uit Giessen

Het dorp Munsterkerk

munsterkerk ±1300Het dorp Munsterkerk zal zeer waarschijnlijk een welvarende nederzetting geweest zijn. De aanwezigheid van een kapittel (tot 1316) met een college van 11 of 8 kannunikken plus een deken, welke functie mogelijk door de pastoor van Munsterkerk bekleed werd, was destijds voor de stichter een manier om zijn welstand te etaleren. Zo'n kapittel kostte namelijk nogal wat om het gezelschap in hun levensonderhoud te voorzien en huisvesting te bieden. De orde zal derhalve de nodige gemeenschappelijke eigendommen hebben gekregen waaruit de kannuniken hun afzondelijke inkomen - prebenden genoemd - konden verwerven. Heer Willem van Wijtvliet zal als ambachtsheer van Munsterkerk en stichter van het kapittel daar ongetwijfeld zorg voor gedragen hebben.

Aan de hand van oude stukken, kaarten en beschikbare literatuur over het gebied en de tijdsperiode, is door de kunstschilder Frans Verbunt uit Oosterhout, in samenspraak met de beheerder van deze website, een impressie geschilderd hoe het dorp Munsterkerk er in de veertiende eeuw uitgezien zou kunnen hebben.
Hierbij is uiteraard een centrale plaats ingeruimd voor de middeleeuwse kapittelkerk met een vermoedelijk aanpalend kapittelklooster. Bij de compositie zijn we bovendien uitgegaan van het gegeven dat Munsterkerk - net als Muilkerk - aan de oever van het riviertje de Dusse lag. Het water vormde zodoende een belangrijke verbindings- en handelsweg tussen Munsterkerk en Muilkerk, waarvan op de achtergrond de kerk is afgebeeld. Munsterkerk werd bovendien omringd door een vruchtbaar landschap waar veel koren werd verbouwd; de Grote Waard stond tenslotte bekend als de graanschuur van Holland. Tevens is afgebeeld het huis van de ambachtsheer van Munsterkerk. In eerste instantie was dit Willem van Wijtvliet maar met of kort na de overplaatsing van het kapittel naar Brielle, is die titel overgegaan op heer Willem van Wendelnesse. Het huis van de ambachtsheer stond aan de Plaats met daarbij ook een lindeboom ook wel de 'geboden' linde genoemd, omdat er sinds mensenheugenis recht werd gesproken en de jaarlijkse schouw geheven. In de buurt lag ook de dorpswaterput, traditiegetrouw een ontmoetingsplaats. Natuurlijk ontbreken de gebruikelijke neringdoenden zoals de hoefsmid, timmerman, karreman, handelsreiziger en herbergier in een dorp van de omvang van Munsterkerk niet.

Hiewel niet afgebeeld had de ambachtsheer van Munsterkerk ook het recht op de inkomsten uit de molen van Munsterkerk en het veer van Gronte willighen dat eveneens tot het ambacht gerekend werd. Dit laatste betrof waarschijnlijk een overzetveer over het Oude Maasje, mogelijk op de plek waar veel later het zogenaamde Kievitsveer over de Scheisloot werd uitgebaat door Adrianus Lensvelt en zijn echtgenote Theodora Kivits, ter hoogte van de Voogdwerf/Peerenboom in de weg naar Hermenzeil. Ook het visrecht werd door de ambachtsheer verpacht wat er op duidt dat de visserij kennelijk van belang was voor de inwoners van Munsterkerk.

Bronnen

B.W. Braams, Weyden en zeyden in het broek, ((1995) p. 292
Dr. Hildo van Engen, Het kapittel van Munsterkerk in Historische Reeks Land van Heusden en Altena, nr. 17 (2008) p. 66-97
J.P.C.A. Hendriks, Dussen en Heeraartswaarde, Historische Reeks Land van Heusden en Altena, nr. 1 (1990) p. 20-22
Peter van Eeten m.m.v. J.A. van Vuuren en Piet Sanders, Altenase genealogiën - het geslacht Van Wijflith uit Dussen en Veen, GTMWNB, nr 14 (1990) p.50-58
Registers van de Hollandse grafelijkheid, 1299-1345, inventarisnr. ZH 403 - 1331, augustus 22.

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl