Publieke veiling van de Heerlijkheid Dussen Munsterkerk
Nog maar nauwelijks begonnen als nieuwe uitbaters van het koffiehuis aan de Sluis (voorheen J.H. Kamp) stonden Koos Leemans en zijn vrouw Dien van Balkom al meteen voor een flinke uitdaging. In november 1919 werd er door notaris Rietra de publieke verkoping georganiseerd van de landerijen van de Heerlijkheid Dussen Munsterkerk (het kasteel) destijds eigendom van graaf D'Ursel en zijn gemalin gravin De Croix.
Het betrof in totaal ruim 110 hectaren land waarvan 38 hectaren weiland achter het kasteel, 32 hectaren bouwland in de Zuid-Hollandse polder, ter plaatse genaamd ‘Het Bad’ en voor de rest landerijen in het Groot Zuideveld. De 72 verschillende ‘kopen’ waren ingezet en opgehoogd voor in totaal bijna 208.000 gulden, een bedrag dat vergelijkbaar is met ongeveer 1,3 miljoen euro in 2017.
Het kasteel zelf zou pas in 1924 verkocht worden aan de familie Suringar. In die tussentijd liet de familie D’Ursel de volledige inrichting inclusief schilderijen en archief naar Brussel afvoeren. Een en ander was aanleiding voor een pittige ingezonden brief in een regionale krant door een verontwaardigde inwoner van Dussen. Er werd echter ook een deel van de inrichting publiek geveild. In 1920 bracht notaris Rietra onder de hamer: diverse antieke kasten en een grote partij deels antieke stoelen, bouwmaterialen, materialen van de afgebroken omheining en de brug naar de kapel.
De inzet en ophoging van de ‘kopen’ had al enkele weken eerder plaatsgevonden bij Hotel De Zwaan van Heessels en bij Hotel van Beurden. Voor de definitieve verkoop - op basis van toeslag - waren de lokalen van Leemans en Vermeulen uitgekozen.
Louwke Vermeulen had één jaar eerder zijn café Hartenaas aan de Korn ter hoogte van de Kalversteeg verruild voor een ander lokaal in de Krekeldraai. Deze herberg was oorspronkelijk van Francisca van Dijk geweest en stond bekend stond als het koffiehuis van de weduwe Adriaan van Dijk & Zoon. Het was later overgegaan op haar zoon Johannes Antoni van Dijk-Coesel. Behalve een herberg werd destijds in het pand ook een papier- en boekhandel uitgebaat en werden er manufacturen verkocht. Nadat Louwke de zaak had overgenomen werd in de winkel voortaan wol, naaigaren en sjet verkocht en waarschijnlijk ook speelgoed. Na de oorlog werd het café met orgel Nico bekend onder de naam De Bocht en was het eigendom van de familie Johan Sagt.
Voor de verkoop van de landerijen bestond uiteraard grote belangstelling en van heinde en verre kwamen potentiële kopers op de veiling af. In alle vroegte arriveerden de eerste rijtuigen met bezoekers want de verkoop zou al om 10.00 uur ’s morgens aanvangen. Een deel van de bezoekers wenste ook onderdak voor de nacht omdat de verkoop van een deel van de te veilen goederen pas de volgende dag in het lokaal van Louwke Vermeulen zou gebeuren. Onder de bezoekers natuurlijk de rentmeester van de verkoper de heer R.J. Stael uit Breda, om te beoordelen of de hoogst geboden aankoopprijs wel voldeed aan de criteria door zijn principaal vastgesteld en de koop ‘gegund’ kon worden. Daarnaast potentiële kopers waaronder: grondbezitters of door hun gemachtigde rentmeesters of notarissen, polderbestuurders, heerboeren uit de regio, vrijwel alle boeren uit Dussen zelf en natuurlijk een flinke groep belangstellenden en nieuwsgierigen. De notabelen van het dorp waren ook op de afspraak, die wilden immers zo’n unieke gelegenheid om te netwerken niet aan hun neus voorbij laten gaan.
Het bleek ook een weerzien van oude bekenden en had daarmee wel wat weg van een reünie. Koffie, broodjes, warme maaltijden, bier, wijn, sigaren, het was nauwelijks aan te slepen; de aankoop moest tenslotte ook gevierd worden. Maar met hulp van het talrijk opgetrommelde personeel doorstonden Koos en Dien de vuurproef met glans en was de goede naam van hun lokaliteit meteen gevestigd, ook buiten Dussen.
Bronnen
Diverse historische krantenverslagen via Delpher (KB), en regionale archieven in Heusden, Zaltbommel, Gorinchem, Tilburg, Breda en West-Brabant.