Inleiding
Coöperaties hebben een belangrijke rol gespeeld in de economische emancipatie van grote groepen van de bevolking, vooral rond de eeuwwisseling van de 19de naar de 20e eeuw. Via de coöperatie konden producenten (vooral boeren) en consumenten zich verenigen en zo gezamenlijk doelen bereiken die voor elk individu onbereikbaar zouden zijn geweest.
De coöperatie was een Britse uitvinding. In 1760 werden daar reeds coöperatieve meelfabrieken geopend. De arbeiders waren eigenaren van de fabriek en konden niet alleen meel, maar ook brood, boter en zelfs thee en suiker van de fabriek kopen. Van daar uit ontstond langzaam het idee voor het stichten van coöperatieve winkels. Het succes van deze winkels was te danken aan het feit dat de winst werd verdeeld onder de leden van de coöperatie door middel van een dividend aan het einde van het jaar, afhankelijk van de gedane aankopen.
Het socialisme omhelsde de coöperatieve beweging, waardoor het ook een politieke beweging was met natuurlijke politieke vijanden. De belangrijkste daarvan was de kerk. Deze had al eeuwen de armenzorg op zich genomen. Het zag de socialistische coöperaties daarom als een vorm van kritiek, te meer omdat het socialisme sterk anti-klerikaal was. Bovendien was het doel van de armenzorg kerkbezoek, terwijl het doel van de coöperatie emancipatie van de arbeider was. Belangrijke Nederlandse coöperatieve winkels droegen namen als “Eigen Hulp” en “Help U Zelf”.
Ondanks deze tegenwerking schoten de coöperatieve winkels overal uit de grond al konden ze op termijn niet concurreren met de schaalvoordelen van steeds grotere winkelketens terwijl het motief van armoedebestrijding werd ondergraven door de toenemende welvaart. Tegen die tijd waren echter weer nieuwe vormen van coöperaties van de grond gekomen, vooral in de agrarische sector en de daarmee samenhangende financiële instellingen, zoals de Boerenleenbank.
Oprichting Cooperatie in Dussen
In Dussen ontstond omstreeks 1919 het idee om een cooperatieve verbruiksvereniging op te richten. Het was vooral de plaatselijke opperwachtmeester van de marechaussees die hierbij het voortouw trok. Johannes Augusteijn was in 1875 geboren in Rilland-Bath en van de gereformeerde religie. Hij was als Brigadecommandant in Dussen aangesteld omstreeks 1910; daarvoor was hij in Eindhoven geplaatst. Hij bleef in Dussen tot 14 juli 1921 waarna hij vertrokken is naar Breskens. De Brigade werd op 1 mei 1924 opgeheven.
Augusteijn belegde een aantal bijeenkomsten in Meeuwen en Babyloniënbroek om de de behoefte aan een Algemene Verbruikersvereniging te peilen.
In november 1919 werd in café Smits een vergadering belegd. De belangstelling was best groot. Augusteijn wees op het belang van de oprichting van cooperatie gezien de klachten over gehanteerde woekerprijzen incombinatie met slechte waar. Meeuwen, Dussen, Almkerk, Babylonienbroek diende samen te spannen en zo mogelijk nog meer omliggende gemeenten. Ieder lid werd gevraagd 10 gulden te storten ineens of in 10 termijnen t.b.v. het benodigde bedrijfskapitaal. Doel van de cooperatie was: 'betere waar voor minder geld'. Ondanks Augusteijns gloedvolle betoog gaven zich slechts 5 leden op. De krant verbaasde zich over de geringe opkomst van de arbeidende klasse in het algemeen en tevens voor de geringe animo om lid te worden van de arbeiders die er wel waren. Het was tenslotte juist deze groep die altijd de mond vol had over woekerprijzen en slechte waar.
Een week later werd Van Beek in Broek opnieuw vergadert maar weer bleek de bereidheid om lid te worden niet erg groot. Na enige discussie meldden zich slechts 4 potentiële leden. De meerderheid was de mening toegedaan dat er al zo'n 50 neringdoenden het dorp bezochten. Die hadden het al moeilijk genoeg om een boterham te verdienen zodat er geen behoefte bestond aan nog meer concurrentie.
20-04-1910 De brigadier der Kon. Maréchaussée Augusteijn, van de brigade Dussen, is tijdelijk overgeplaatst naar Strijbeek en aldaar belast met het bevel over de daar gestationeerde brigade.
15-01-1921 Er loopen hier geruchten als zoude onze wachtmeester de heer J. Augusteijn als zoodanig binnenkort vertrekken naar Apeldoorn.
Op 13 december 1919 werd een advertentie geplaatst voor het aantrekken van een winkelhouder. Gegadigden konden zich melden bij de secretaris van de Cooperatie de heer H Boender in de Muilkerk (Achterste Hoek) A91.
Op 15 december 1920 volgt opnieuw een advertentie voor een winkelhouder in de winkel in Dussen. Zijn loon zou bestaan uit een vast weekgeld en een percentage van de omzet. Kandidaten konden zich melden bij de nieuwe voorziter van de Cooperatie de heer C. van der Stelt aan de Loswal in Dussen.
In de regionale kranten verschijnen ingezonden artikelen over het misleidende van zogenaamde Algemene Verbruiksverenigingen, vooral van katholieke zijde. Er zouden belangen op het spel staan waarbij de ogenblikkelijke voordelen van aansluiting bij een cooperatie in het niet verzonken. Neutraliteit was een masker voor vrijzinnigheid en bovendien werd er doelbewust aangestuurd op de uitroeiing van de locale middenstand.
DUSSEN 26-02-1921 Op de vergadering gehouden in café Smits te Meeuwen werd door deleden van de Cooperatie met overgrote meerderheid stemmen besloten over te gaan tot de liquidatie van de winkel