Enige notities inzake het schoolhuis aan de Dijk in Dussen
Informatie uit Aardrijkskundigwoordenboek van Vande Aa:
Hank (1838) 70 huizen, 80 gezinnen, 390 inwoners, school (wijk C) met 55 leerlingen.
Dussen (1838) 285 huizen, 343 gezinnen, 1610 inwoners, school Muilkerk (wijk A) met 50 - voornamelijk protestantse - leerlingen.
In de meest volkrijke wijk B van Dussen werd pas in 1861 door de Zusters van Liefde een meisjesschool gesticht terwijl voor de jongens zes jaar later, in 1867, een school aan de dijk werd geopend. Het is niet duidelijk waar deze kinderen voorheen naar school gingen, maar mogelijk kregen de katholieke kinderen van wijk B onderwijs in het kerkgebouw of pastorie aan de Sluis en daarvoor in de schuurkerk, "gelegen ten westen van de Gantel en ten noorden de dijk". Waarschijnlijk stond deze schuurkerk in de Dorpsstraat nabij de Sluis, mogelijk tegenover (thans) de bloemenzaak Marangerie.
Op advies van de schoolinspectie werd in de meest volkrijke wijk B van de Gemeente Dussen in 1867 een school voor openbaar lager onderwijs geopend. Er waren al scholen in wijk A (in Het Binnen met onderwijzer J. van Beek) en wijk C (Hank met onderwijzer G. van Heeswijk).
De gemeente kocht in 1866 een perceel land aan de Dijk ter grootte van 31,78 ellen en liet daarop de school met onderwijzerswoning (Putteneind B188) bouwen voor een bedrag van 5.342 gulden terwijl aan schoolbanken en leermiddelen nog een 1.016 gulden besteed werd. Voor de financiering werd door de Gemeente een tweetal leningen aangegaan van 6.000 en 12.000 gulden, deels ook bestemd voor de realisatie in dat jaar van een brandspuithuis en de aanschaf van een brandspuit met bijbehorende brandblusapparatuur. Het grasgewas en fruit in de boomgaard gelegen bij de nieuwe school werd verpacht.
Hoewel een openbare school, trok de school voornamelijk (katholieke) jongens aan. De katholieke meisjes gingen bij de zusters in het Rommegat naar school (sinds 1861) en de hervormden kinderen bleven in wijk A. Overigens was die scheiding zeker niet honderd procent en herbergde de school aan de dijk ook wel wat meisjes en zullen er best ook protestante kinderen uit de buurt onderwijs genoten hebben. Volgens het gemeenteverslag van 1873 genoten op de meisjesschool in het Rommegat ook 11 jongens onderwijs.
Het schoolgeld voor dag- of avondschool bedroeg 40 cent per leerling per maand. Indien men in een vreemde taal (Frans, Engels, Hoog-Duits) onderwezen wenste te worden, dan moest daar 60 cent p.l.p.m. (in 1870 verhoogd tot 1 gulden per taal) voor betaald worden. Met de invoering van de Wet op het Lager Onderwijs (13-8-1857) genoot een groot deel van de leerlingen (60-70%) kosteloos onderwijs. Omdat er nog geen leerplicht was, werd vanwege de werkzaamheden op het land in de zomermaanden de school aanzienlijk minder (40-50% minder leerlingen, later teruglopend tot min 25%) bezocht, dan ’s winters. In 1893 maakte het Nieuwsblad nog melding van het feit dat door de oogsttijd het schoolverzuim in Dussen was opgelopen tot 50%; zo hoog was het de gehele zomer nog niet geweest.
Er werd een advertentie geplaatst in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 2 april 1867 voor de werving van een leerkracht voor een jaarwedde van 550 gulden, enig veranderlijk inkomen en een vrije woning met tuin en boomgaard.
Helemaal geruisloos verliep dat niet gelezen deze ingezonden brief: 'Eene opmerking. Te Dussen (3 district van Noord-Brabant) is ten vorigen jare de bouw begonnen van eene nieuwe Openbare School. Men verneemt, dat zij hare voltooiing nabij is. Maar nu heeft men opgemerkt, dat er reeds in het zoogenaamde Bossche Courantje eene oproeping van sollicitanten heeft plaats gehad, zoo mede in dit weekblad. Daar nu evenwel beide Bladen niet door iedereen gelezen worden, mogt men verwachten, dat de officiële oproeping ten minste in de jongste Bijdragen zoude staan; doch dit is het geval niet. Heeft het bestuur van Dussen daarmede oen bijzonder doel? Begrijpen wij de wet op het lager onderwijs, art. 22, dan is Dussen's bestuur deugdelijk verpligt in overleg met den schoolopziener te treden , die toch wel het examen zal moeten afnemen, en vormeenen wij dat men hem in zijne regten miskent, als men, zonder dat overleg, buiten zijno voorkennis (dat wij moeten vermoeden) oproepingen van sollicitanten doet. Het zal ons aangenaam zijn te vernemen , dat deze opmerkingen ongegrond zijn! Ex ungue leonem'.Bij raadsbesluit van 2-7-1867 werd als hoofdonderwijzer aan de nieuwe school aangesteld Ludovicus Maria Matheus de Vlam, (1843-1928) voordien hulponderwijzer te Rijsbergen. Hij trad op 1-10-1867 in functie voor de beloofde jaarwedde van 550 gulden plus vrij wonen. Daarnaast genoot hij nog een veranderlijk inkomen in de vorm van de helft van het schoolgeld door de kinderen opgebracht, e.e.a. vanaf het 25ste kind.
Eind 1889 werd Johannes Hendrikus Ansems uit Dussen benoemd tot hulponderwijzer tegen een jaarwedde van 400 gulden. Hij was een zoon van de zadelmaker aan de Sluis. Het had lang geduurd alvorens een hulponderwijzer aan te stellen. Meer dan 22 jaren diende het hoofd der school het onderwijs van 80-90 leerlingen in z'n eentje te verzorgen. Er werd toen tevens een schot geplaatst om twee schoollokalen te creëren. In 1890 werden nieuwe kachels gekocht; de ouden gingen naar de school in het Binnen.
DUSSEN Mei 1891. 'De Raad dezer gemeente verleende op verzoek eervol ontslag aan den Heer J H Ansems als onderwijzer aan de school wijk B alhier'. Hij vertrok naar Rotterdam.
In November 1891 werd Cornelis van de Wiel, geboren (1866) te Drunen en onderwijzer te Haaren, aangesteld als hulponderwijzer als opvolger van J.H. Ansems. Hij trouwde in Dussen met de twee jaar oudere Adriana Maria Paulina van Luxemburg, dochter van Godefridus van Luxenburg en ging bij zijn schoonvader inwonen. Hij bleef tot 1907 aan de school werkzaam om dan naar Orthen (Den Bosch) te verhuizen. Gedurende deze periode was meester Van de Wiel ook in het verenigingsleven actief (o.a. in bestuur van de fanfare en van de mannenvereniging Ons Belang). Hij zou nadien nog met enige regelmaat in Dussen verschijnen, met name om spreekbeurten te houden voor de leden van Ons Belang. Zijn opvolger werd meester van bijstand Antoon Nass, voorheen werkzaam in Driewegen.
Op 1 mei 1908 werd echter door een aantal ouders (L. Meijers en 22 anderen) en de R.K. Mannenbond Ons Belang een verzoekschrift ingediend bij de gemeente om de onderwijzer van bijstand aan de school in wijk B sinds 1 juni 1907, A.G.P.C. Nass, te ontslaan. Wegens het gedrag van de onderwijzer hadden zij er bezwaar tegen om hun kinderen door deze onderwijzer nog langer te laten onderrichten en verzochten hem te ontslaan. Meester woonde namelijk samen met een gescheiden vrouw en maakte bovendien schulden. Er volgde een discussie besloten met een mondelinge stemming waarbij de leden van de gemeenteraad met 8 (allen katholieken) tegen 3 (allen protestanten) oneervol ontslag gaven aan meester Nass.
De Echo van het Zuiden maakte zich echter sterk voor Nass en verweet het gemeentebestuur dat ze zich hadden laten leiden door de bevooroordeelde vereniging Ons Belang en dat Nass feitelijk niets te verwijten viel. Hij functioneerde prima als onderwijzer en de kinderen liepen met hem weg. De bezwaren van Ons Belang waren dat hij trouwplannen had met een gescheiden vrouw die bovendien de hervormde religie aanhing en met wie hij reeds samenwoonde en dat dit gedrag niet paste op een school die voornamelijk door katholieke kinderen bezocht werd. (zie EvhZ 4-6-1908)
De betreffende vrouw in kwestie, de Amsterdamse Jacoba Hendrika Op 't Einde, was eveneens niet van plan zich bij de beslissing neer te leggen en overwoog gerechtelijke stappen tegen uitspraak van de gemeenteraad. Ook bekritiseerde zij de leden van Ons Belang die zij ongefundeerde achterklap en dorpsroddel verweet en uitdaagde om hun beschuldigingen, zwartmakerij en bespotting te onderbouwen met bewijzen.
DUSSEN 31-7-1909. In de vacature van onderwijzer aan de Openbare Lagere School wijk B alhier die sedert 15 Januari bestond is thans voorzien door de benoeming van den heer Van ’t Hooft te Stratum.
Den heer M C van Hooff onderwijzer aan de school in wijk B is dezer dagen in gelijke betrekking benoemd te Stratum. Genoemde onderwijzer is slechts vanaf 25 Juli hier in functie geweest en heeft tegen 15 Februari zijn ontslag weer gevraagd.
Den 19 April 1910 j.l. is benoemd tot onderwijzer aan de O L S in wijk B de heer H W Nagel wonende te Moergestel.
De krant schreef: "Tot onderwijzer aan de openbare lagere school in wijk B alhier is benoemd de heer C Noa te Driewegen. Aan den treurigen toestand die hier langen tijd aan de school bestaan heeft zal dan spoedig voor het grootste deel een einde komen." In 1914 kreeg hulponderwijzer Chr. A Krohn eervol ontslag. Hij werd opgevolgd door Cornelis W.J. Appels uit Velp die twee jaar (1914-1916) in functie bleef.
Met de invoering van de leerplichtwet werd in 1901 ook een commissie tot wering van schoolverzuim in het leven geroepen. Deze bestond uit de heeren: Rietra - notaris (voorzitter), van de Koppel en Schoenmakers raadsleden, Broeders en de Vlam (secretaris) hoofden van openbare lagere scholen in wijk C en B. Omdat Broerders bedankte voor de eer werd zijn plaats ingenomen door het gemeenteraadslid Van de Pluijm. Later werd A.H. van Krimpen nog toegevoegd. Als compensatie ontving de commissie jaarlijk 100 gulden.
De krant schreef: "Werd er vroeger in deze gemeente aan de openbare school weinig vacantie gegeven en dan nog wel op heel vreemde tijden thans is daarin in verband met de Leerplichtwet verandering gekomen Van 10 tot 24 Juni 1901 is nu alhier aan de verschillende scholen vacantie gegeven wat natuurlijk den arbeidenden stand zeer ten goede komt, die nu zijn kinderen in den landbouw kan gebruiken waar tegenwoordig vele werkkrachten vereischt worden."
De onderwijzers uit de regio waren verenigd in het arrondissement Heusden. Met enige regelmaat werden bijeenkomsten georganiseerd. DUSSEN 18 Juni 1901 a.s. zal er alhier bij den heer Heessels eene vergadering gehouden worden van 't onderwijsersgezelschap in 't arrondissement Heusden De heer J J ten Have hoofd der school te sGravenhage zal bij die gelegenheid dan spreken over Wandplaten voor aardrijkskundig onderwijs. Meester de Vlam, die in 1892 zijn 25-jarig jubileum vierde als hoofdonderwijzer in Dussen, werd in november 1908 als hoofdonderwijzer opgevolgd door Adam Benedictus van Gool uit Boxtel, die meester Linders als onderwijzer van bijstand aan zijn zijde kende. Meester De Vlam en zijn echtgenote waren in september 1908 naar Oisterwijk vertrokken maar zijn later naar Rijsbergen verhuisd, de geboorteplaats van Ludovicus. Anna overleed aldaar in 1919 en haar man in 1928.
In de gemeenteraadsvergadering van 8 januari 1910 kreeg hulponderwijzer H.C. van 't Hooff eervol ontslag wegens zijn benoeming aan de school in Stratum. Op 19 April 1910 werd benoemd tot onderwijzer aan de O L S in wijk B de heer H.W. Nagel wonende te Moergestel. Dussen 12-3-1913 In de raadsvergadering van Zaterdag 8 Maart 1913 werd benoemd tot onderwijzeres aan de openbare lagere school in wijk B (zou ook in wijk A kunnen zijn?) alhier mej G. Koster te Nieuw-Helvoet. Voor onderwijzer aan de o 1 school in wijk B staan op de voordracht de heeren C.W.J. Appels te Velp G.M. Klerk te Drunen en C.A.J. van Dongen te Breda. Op een ingekomen verzoek van den Heer Appels om ontslag als onderwijzer wegens zijne benoeming te Escharen wordt besloten dat tegen 15 April 1916 te verleenen en inmiddels eene oproeping te doen. Op 10 juli 1916 daaraanvolgend werd meester Linders benoemd (geboren Dinteloord 1895). Meester P. Linders, die kostganger was bij Daniël van Luxemburg en Anna van Iersel aan de stoep van de Oudestraat, is op 11 februari 1921 weer uit Dussen vertrokken naar zijn geboorteplaats Dinteloord.
DUSSEN De verordening regelende de jaarwedden der onderwijzers gewijzigd bij raadsbesluit van 23 Januari j l is door heeren Ged Staten goedgekeurd Volgens die verordening die geacht wordt op Jan 1908 in werking te zijn getreden zijn de jaarwedden van de hoofden der scholen in wijk A en C en van al de onderwijzers bepaald op f50 boven het wettelijk minimum terwijl 't hoofd der school in wijk B f 100 boven genoemd minimum geniet waarvoor akte Fransch vereischt wordt.
In 1919 werd een nieuwe jongensschool met onderwijzerswoning gebouwd aan de Dorpsstraat, kosten 56 mille. Het schoolgebouw aan de Dussendijk werd deels gesloopt, en het sloopmateriaal verkocht. De onderwijzerswoning werd verhuurd. In 1927 werd het onderwijs aan de jongensschool in de Dorpsstraat omgezet in bijzondere onderwijs (R.K.) Meester van Gool en de in 1920 vooreerst nog als tijdelijk aangetrokken onderwijzer van bijstand Bertus Simonis verhuisden mee.
In 1935 werd de "onderwijzerswoning met tuin aan de Putten" - zoals in het Nieuwsblad omschreven - door notaris Rietra in het openbaar geveild in café Leemans. De opbrengst bedroeg 2.900 gulden.
Bronnen
BHIC Den Bosch: Provinciaal archief: Gemeenteverslagen Dussen.