De Ponsenhoeve in Dussen Binnen

Ponsenhoeve in Dussen Binnen

Bewoners in de 19de en 20ste eeuw

Begin jaren zestig van de twintigste eeuw werd tijdens een onweer de boerderij in Dussen Binnen van 'Den Dove Dingeman' door brand compleet verwoest, waarmee ook een belangrijk stuk tastbare historie van de ambachtsheerlijkheid Muilkerk verloren ging. Deze boerderij was namelijk oorspronkelijk het ‘huis met gezaat’ behorend bij de Ponsenhoeve een ‘goed’ dat sinds 1534 tot de domeinen van de ambachtsheer van Muilkerk behoorde.
De boerderij stond in de Voorstraat van het Binnen tussen de Ruttensteeg en de bocht naar de Baan en droeg in de periode 1890-1940 achtereenvolgens de nummers A34/38/37/38. Het pand, gebouwd op een verhoging (terp) in het land, was er een van het type 'langgevel of langhout boerderij' waarbij het woongedeelte was opgetrokken in steen en het schuurgedeelte van lange gepotdekselde planken. Het geheel was gedekt met een rieten dak. Er stonden destijds veel van deze boerderijtypes in Dussen vooral aan de Kornsedijk, waar ze in de lengte langs de dijk stonden. Dat was met de boerderij in Dussen Binnen niet het geval. Deze stond met de kopgevel van het woongedeelte naar de straat gericht en de schuur daarachter.

Den Dove Dingeman heette in werkelijkheid Dingeman de Rooij en was een broer van Otto de Rooij, de mulder of molenaar aan de Molenkade, allebei kinderen van landbouwer Hijmen de Rooijen (1844-1902) en Wouterina Middelkoop (1841-1913).
Hijmen de Rooij zal de boerderij omstreeks 1883 hebben overgenomen van de weduwe Hendrika Penning-van der Beek (1832-1915), de moeder van de bekende schrijver Lourens Penning (1854-1927) die onder meer een aantal boeken schreef over de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlogen. Zij had na het overlijden van haar man in 1869 met financiële hulp van haar familie het pand met enige omliggende percelen kunnen aankopen en was zodoende weer in haar geboortedorp komen wonen. Om in haar onderhoud te voorzien dreef de weduwe Penning in het pand een winkeltje in kruidenierswaren. Daarnaast verpachtte ze land dat ze in eigendom had. Ze heeft met haar vier kinderen zo'n veertien jaar in Dussen gewoond. Toen zij in 1883 hertrouwde is ze met haar gezin naar Gorinchem verhuisd. In 1916 werd door haar kinderenerfgenamen het omliggende land verkocht - tezamen 15,5 hectaren - dat werd ingezet voor een totaal bedrag van 25 duizend gulden.

Geslacht Elants in Munsterkerk

Daarvoor, ten tijde van de eerste kadastrale opmeting omstreeks 1820, was de boerderij in bezit van Adriaan Elants die er zelf tot zijn overlijden in 1855 gewoond zal hebben en daarna tot 1869 waarschijnlijk een van zijn erfgenamen. Adriaan Elants (1772-1855) was een zoon van Jan Elants en Petronella van der Pluijm en vermoedelijk ongehuwd.
Zijn afkomst voert terug naar Andries Elants (ca.1660-1727), zijn overgrootvader en een achtenswaardig persoon in Dussen. Die was van 1694 tot 1726 schout van Munsterkerk en Heeraartswaarde maar fungeerde daarnaast ook als ‘stedehouder der leenen’ - een soort rentmeester over het land - van de kasteelheer Jan Louis van der Schueren de Hagoort. Bovendien was hij getrouwd met een dochter van Van Son, een vooraanstaand geslacht uit Dongen en later met een dochter van Cornelis de Bot die begin zeventiende eeuw een aantal jaren schepen van Muilkerk was geweest en van wie in de kerk in Dussen Binnen nog de grafzerk te zien was. Schout Andries woonde op de stamhoeve van de familie Elants in Dussen-Munsterkerk, in de Baanse-Achterstraat waar later de boerderij van Roel Middelkoop werd gebouwd. Net als de Ponsenhoeve stond ook deze boerderij op een terp. Het was een hoog boerenhuis met de lange zijde als voorgevel en de voordeur in het midden. Daarachter was een grote en ook hogere schuur haaks tegenaangebouwd. Zowel het huis als de schuur waren voorzien van rieten wolfsdak. In 1820 was die hoeve in bezit van Adriaans achterneef Jan Elants, tapper, winkelier, koopman en landbouwer uit Den Bosch. Jan Elants had zijn dienstplicht vervuld in het leger van Napoleon, net als zijn latere zwager Pieter Meijers en in totaal 28 andere Dussense jongens. Het omliggende land was deels ook in zijn bezit maar ook Adriaan had er percelen in eigendom. Andere erfgenamen van Andries Elants hadden ondertussen hun deel van het land aldaar verkocht aan Sprangers.

Schout Andries’ achterkleinzoon Adriaan Elants was al bewoner en wellicht ook eigenaar van de boerderij in Dussen Binnen toen het omliggende land in 1815 werd geveild door de erfgenamen van ambachtsheer Dirk Elemans. Vermoedelijk heeft Adriaan Elants, net als P.J. Sprangers in 1810 de hoeve ten oosten van het kasteel, de boerderij waarin hij in 1820 woonde aangekocht van Dirk Elemans of van zijn weduwe. Het is bekend dat die begin negentiende eeuw veel onroerend goed in Muilkerk van de hand deden. Mogelijk uit financiële noodzaak, dan wel een voorschot nemend op het afschaffen van de 'heerlijke rechten' enige tijd later. Adriaan heeft op de veiling in Breda nog geprobeerd extra land rondom zijn boerderij te kopen, maar slaagde daarin niet.

Toen Dingeman de Rooij trouwde met Johanna Hagoort, ging hij zoals dat destijds heel gebruikelijk was, bij zijn ouders inwonen. Ook zijn broer Otto heeft met zijn bruid Johanna Maria Bax nog een tijdje bij hun ingewoond. Op latere leeftijd, toen Johanna al overleden was, woonde Dingeman er alleen met zijn vrijgezelle zoon Wouter in het achterhuis. Het voorhuis werd toen verhuurd aan Dionysius (Nies) Roubos en zijn echtgenote Mien Hoevenaren. Nies had een transportbedrijfje waarmee hij gestart was in het ouderlijk huis op de Baan. Omdat Nies slechte ogen had, mocht hij op een gegeven moment geen auto meer rijden, waarna zijn vrouw Mien meestal achter het stuur zat. Een vrouwelijke vrachtwagenchauffeur was toentertijd echter nog vrij uitzonderlijk. Later zijn ze verhuisd naar de Zweedse noodwoning bij het protestantse kerkhof die vrijgekomen was door het overlijden van de eerdere bewoner Wouter Middelkoop. Den Dove Dingeman en zijn zoon Wouter bleven toen weer alleen achter in het pand. Totdat het in 1962 tot de grond toe afbrandde.

Ponsenhoeve

Het woord pons of ponsen kent meerdere etymologische verklaringen. Zo werden, de lange loopplanken over een drassige bodem gelegd om zo als het ware een brug te vormen waarover de lading uit schepen gelost kon worden, in een Latijnse bron ‘pons’ genoemd. Maar pons of ponsen wordt ook als naam gebruikt. Volgens het Meertens Instituut zou de familienaam Ponsen een patroniem zijn van de voornaam Pons, die op zijn beurt dan weer verwijst naar de Romeinse naam Pontius (van Pilatus) en de betekenis heeft van ‘brug’.

De naam Ponsenhoeve in Dussen wordt voor het eerst genoemd in 1534 in het Repertorium op de Grafelijke lenen in de Grote Zuidhollandsche Waard, 1276-1650, en wel onder nummer 63. ‘Een hoeve in Muilkerk, (1533: genaamd Pons Govert Brievincshoeve; 1534: Ponsenhoeve), met huizing en gezaat, groot 13 morgen, strekkend van de halve Dussen tot de Broekse wetering (1634: het land van Altena), oost: Matthijs die Coster (1634: Jan Dirksz. Smit), west: de Broekse steeg (1634: de gemene steeg, genaamd Ruttensteeg).’ Hieruit blijkt dat de naam Ponsenhoeve is afgeleid van de voornaam Pons. De bijbehorende 13 morgen land lagen achter de boerderij langs de Ruttensteeg en liepen door tot aan het water van de Broekse wetering. Omdat een hoeve land oorspronkelijk een oppervlakte had van 24 morgen zal de Ponsenhoeve oorspronkelijk groter geweest zijn maar zal deze zijn opgedeeld in twee delen, vermoedelijk als gevolg van de verdeling van een nalatenschap.

Deze hoeve met huis en gezaat was op 8-7-1397 in bezit gekomen van Jan Storm Govert Brievincszoon, in ruil voor een leen in Dussen Munsterkerk van de Hofstede van Voorne ter grootte van 4 morgen land onder Donkere wilgen (1384: in Munsterkerk naast Klawardskamp). Vermoedelijk zal Jan ook nog wel geld of andere goederen bijgelegd hebben gezien het grote verschil in oppervlakte, terwijl er op het goed in Muilkerk ook nog eens een huis met gezaat stond. Het bleef een aantal generaties (1397-1491) in bezit van het geslacht Brievinc om via het geslacht Van Egmond (1491-1534) op 13-3-1534 te worden overgedragen ‘aan Jan van Amerongen voor heer Nikolaas de Veer, priester, zoon van mr. Evert de Veer, bij overdracht door Albert van Egmond, kastelein van Gouda, waarna overdracht aan Ursula, dochter van Frederik van Herlaar, zijn nicht’. In de 'Informatie roerende den Verdronken Waert 1521' wordt deze meester Evert de Veer meermalen genoemd als eigenaar van landerijen op de Laer in de latere Zuidhollandsche polder. Hij zou er ook een boerderij gehad hebben, aan de Kornsedijk ter hoogte van de Oude Straat.

Daarmee kreeg het geslacht Van Herlaar de Ponsenhoeve in Dussen in leen maar dit geslacht was sinds 1413 ook ambachtsheer van Muilkerk met onder meer de Adriaan van Herlaarhoeve aan de overkant van de Ruttensteeg. Zodoende werd vanaf 1534 de Ponsenhoeve toegevoegd aan het geheel van de domeinen van het ambacht Muilkerk en werd het op termijn ook allodiaal goed (= Een vrij eigen goed, waarover de landsheer geen zeggenschap had). Dat bleef het totdat de erfgenamen van ambachtsheer Dirk Elemans de Ponsenhoeve in 1815 tijdens een veiling in Breda verkochten en het goed overging in particuliere handen. Omdat tijdens deze veiling het huis met gezaat niet te koop werd aangeboden is de boerderij vermoedelijk al in een eerdere fase door Dirk Elemans of zijn weduwe Maria de Sel verkocht geworden aan Adriaan Elands.

Bronnen

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl