Landgoed Pasgeld

Buitenplaats Pasgeld aan de Vliet te Rijswijk

pasgeld1885.jpgDe voor- en zijgevel van de buitenplaats Pasgeld aan de Vliet te Rijswijk gezien naar het westen. (Foto c. 1885; Gemeentearchief Delft)

Het ten zuiden van de Delftse omwalling gelegen klooster Koningsveld bezat verscheidene landerijen in de wijde omgeving. Daartoe behoorde een terrein ten noorden van Delft, aan de westzijde van de Vliet. Dit land met daarop enige opstallen werd in 1581 gekocht door Hendrik van Assendelft, een kapitein van het Staatse leger. In de twintig jaar dat hij het in eigendom had, breidde hij het landgoed enige malen met aangrenzende percelen uit. Na zijn dood kwam het in handen van Willem de Hertoghe, heer van Orsmael, Steen en Hoogenhuyze, die lid was van de Staten-Generaal. Hij moet de naam Pasgeld aan de buitenplaats hebben gegeven. Die naam zou ontleend kunnen zijn aan het tol- of veergeld dat passagiers van de veerschuiten over de Vliet, al dan niet gepast, moesten betalen. Willem de Hertoghe overleed in 1622. Zijn nazaten breidden de buitenplaats verder uit, onder meer door aankoop van een olie- en kruitmolen aan het Jaagpad. In 1658 werd Nicolaas Ruysch, griffier van de Staten-Generaal, de nieuwe eigenaar van het dan ruim negentien hectare grote landgoed. Het omvatte toen een hofstede, woningen, boomgaarden en tuinen.

Teding van Berkhout

Na de dood van Nicolaas Ruysch kwam Pasgeld in 1670 in bezit van mr. Pieter Teding van Berkhout. Hij breidde het terrein in 1681 uit. Het bestaande huis liet hij afbreken om er een groot woonhuis voor in de plaats te bouwen, dat in 1682 gereed kwam. Het had een vrijwel vierkante plattegrond, twee bouwlagen en een rondom lopend schilddak, met op de hoeken van de nok forse schoorstenen. Het huis lag naast het Jaagpad vlak bij de Vliet. Het Hoogheemraadschap van Delfland gaf Pieter in 1678 toestemming om vanaf de Vliet een vaart te graven om een vijver op zijn buitenplaats van water te kunnen voorzien. De rechthoekige vijver lag ter plaatse van de Van Hardenbroeklaan. De kaart van Delfland van N. Kruikius uit 1712 toont de buitenplaats in een driehoekige vorm met daarop het huis en de vijver. ook is de zeer lange oprijlaan pal naast het Jaagpad afgebeeld, waarover de buitenplaats vanaf het begin van de Kleiweg bereikbaar was.
Pieter Teding van Berkhout was onder meer Gecommitteerde van de Staten van Holland. Hij was een telg uit een Delfts patriciërsgeslacht waarvan vier leden burgemeester van Delft zijn geweest. De buitenplaats bleef lange tijd, tot 1809, in bezit van die familie. De zeventiende-eeuwse strakke terreinaanleg moet op een gegeven moment ingrijpend zijn omgevormd in een Engelse landschapstijl met slingerende paden en een gebogen waterloopje, dat uitkwam op een enigszins niervormige vijver met daarin een rond eilandje. Waarschijnlijk is dat nog gebeurd in opdracht van een Teding van Berkhout. Eind achttiende eeuw werd Pasgeld bewoond door een zekere Pieter Paulus, tot 1796 een prominent lid van de Nationale Vergadering en gehuwd met een Teding van Berkhout, maar of hij de opdrachtgever was voor de ingrijpende verandering van het landgoed is niet bekend.

Ondergang

Na 1809 wisselde Pasgeld enige malen van eigenaar tot Gerrit Lensvelt, directeur van de Haagse brood- en koekfabriek Lensvelt Nicola, het verwierf. Deze begon er in 1883 een boterfabriek. In 1889-1890 werd de Vliet verbreed als onderdeel van het provinciale Rijn-Schiekanaal. De provincie kocht daartoe het grootste gedeelte van Pasgeld op. Het huis werd voor het grootste deel afgebroken en de boterfabriek werd in het resterende deel ondergebracht. Iets noordelijker werd een nieuwe villa met de naam Pasgeld gebouwd. In 1937 werd de vijver gedempt en is ook het laatste restant van de buitenplaats Pasgeld gesloopt om plaats te maken voor woningbouw.


pasgeldvoorDe voor- en zijgevel van de buitenplaats Pasgeld aan de Vliet te Rijswijk gezien naar het westen. De opstallen die later de buitenplaats Pasgeld zou gaan heten werden in 1581 gekocht door Hendrik van Assendelft. Mr. Teding van Berkhout brak het in 1681 af en liet er een groot vierkant woonhuis bouwen. In 1883 werd er een boterfabriek in gevestigd. Pasgeld werd grotendeels afgebroken in 1889 bij de verbreding van de Vliet. In 1890 werd iets noordelijker een nieuw Pasgeld gebouwd, dat in 1937 werd gesloopt.

Bron: Collectie Delft Maker: onbekend, Datum: circa 1885, Medium: foto, Afm: 17 x 23 cm, Referentie: 1204

pasgeldachter De achterzijde van het huis Pasgeld aan de Vliet te Rijswijk. Op het bordes staan leden van de familie L.M.F. Plate. De opstallen die later de buitenplaats Pasgeld zou gaan heten werden in 1581 gekocht door Hendrik van Assendelft. Mr. Teding van Berkhout brak het in 1681 af en liet er een groot vierkant woonhuis bouwen. In 1883 werd er een boterfabriek in gevestigd. Pasgeld werd grotendeels afgebroken in 1889 bij de verbreding van de Vliet. In 1890 werd iets noordelijker een nieuw Pasgeld gebouwd, dat in 1937 werd gesloopt.

Bron: Collectie Delft Maker: onbekend, Datum: 1855-1861, Medium: foto naar foto, Afm: 16 x 20 cm, Referentie: 1205

pasgeldtuin Voorzijde met tuin van het huis Pasgeld aan de Vliet te Rijswijk met in de tuin de bewoners. Links een bokkenkar. Origineel in een album met reisherinneringen van D. Lensvelt in het Gemeentearchief Den Haag. De opstallen die later de buitenplaats Pasgeld zou gaan heten werden in 1581 gekocht door Hendrik van Assendelft. Mr. Teding van Berkhout brak het in 1681 af en liet er een groot vierkant woonhuis bouwen. In 1883 werd er een boterfabriek in gevestigd. Pasgeld werd grotendeels afgebroken in 1889 bij de verbreding van de Vliet. In 1890 werd iets noordelijker een nieuw Pasgeld gebouwd, dat in 1937 werd gesloopt.

Bron: Collectie Delft Maker: onbekend, Datum: circa 1885, Medium: foto naar foto, Afm: 16 x 21 cm, Referentie: 1206

pasgeldbedrijf Het huis Pasgeld aan de Vliet te Rijswijk.Geheel links de stallen, manege en boterfabriek, daarnaast het in 1889 bijna geheel afgebroken landhuis uit 1682 en rechts het in 1890 gebouwde en in 1937 afgebroken huis. De opstallen die later de buitenplaats Pasgeld zou gaan heten werden in 1581 gekocht door Hendrik van Assendelft. Mr. Teding van Berkhout brak het in 1681 af en liet er een groot vierkant woonhuis bouwen. In 1883 werd er een boterfabriek in gevestigd. Pasgeld werd grotendeels afgebroken in 1889 bij de verbreding van de Vliet. In 1890 werd iets noordelijker een nieuw Pasgeld gebouwd, dat in 1937 werd gesloopt.

Bron: Collectie Delft Maker: onbekend, Datum: circa 1916, Medium: foto naar foto, Afm: 6 x 29 cm, Referentie: 1207


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl