Dit jaar vieren De Klaitrappers hun gouden jubileum. Het belooft daardoor een speciaal carnavalsjaar te worden want je ‘ziet’ als carnavalsvereniging natuurlijk maar één keer in je leven Abraham. Maar 2015 is in meer opzichten een memorabel jaar. Dit jaar wordt tevens herdacht dat Napoleon 200 jaar geleden zijn Waterloo vond. Nou zal dat feit in de doorsnee Klaitrapperhuiskamer niet direct tot veel commotie leiden, maar vergis u niet, Napoleon heeft best veel verandering gebracht, zelfs in het leven van 19de eeuwse Klaiendammer. Die vernieuwing was heel breed. We hebben er bijvoorbeeld niet alleen onze familienaam, het tiendelig stelsel en de oprichting van het kadaster aan te danken, maar zelfs de introductie van de suikerbiet. De kleine generaal uit Frankrijk werd weliswaar nooit tot carnavalsprins van Klaiendam gekozen, maar dat hij keizer van Frankrijk werd vergoedde veel.
Niettemin heeft Napoleon op een zeker moment wel degelijk serieuze initiatieven ondernomen om de felbegeerde carnavalsscepter met bijbehorende steek van het domein Klaiendam te verwerven. Een belangrijke aanwijzing dat hij en zijn geliefde Marie Louise van Oostenrijk er op uit waren om de – in carnavalstijd – meest begeerde functie van het fameuze dorp in het Land van Heusden en Altena in de wacht te slepen, betrof de aanleg in 1813 van de Route Imperiale No. 2 van Parijs naar Dussen. Deze Keizer Napoleonweg of Straatweg werd weliswaar doorgetrokken naar Amsterdam, maar was in eerste instantie toch vooral bedoeld om Napoleons legers snel vanuit het land van Marianne naar het rivierengebied te kunnen laten optrekken om er zijn verkiezingscampagne kracht bij te zetten.
Het patriottenkamp van Klaiendam zag er wel brood in. De rentenierende betovergrootvader van Rinie van de Westen, Marinus genaamd, etaleerde zich als een fervent aanhanger van de verkiezingscampagne van ‘Napoleon de kleine prins van Klaiendam’ wat blijkt uit de wekelijks ingezonden brieven in het Altena Nieuws van begin 19de eeuw. ‘Onder de guillotine met die bestuurdersbourgeoisie van Klaiendam’ luidde zijn niets aan de verbeelding overlatende verkiezingsleus.
De locale boswachter van de moerassen in het westelijk deel van Dussen, Barthelomeus Weel de Oude, oorspronkelijk afkomstig uit het Hollandse, uitte zijn sympathie voor de kleine Corsicaan door een vrijheidsboom op de ooievaarswei achter zijn huis aan Den Hogedijk te planten. Hier danste hij bij volle maan omheen, samen met zijn ‘Takkenwijf’ en deden zij zich tegoed aan een Saint Emilion van een goed wijnjaar; campagne voeren moet tenslotte wel leuk blijven. Ook een ex-prins zoals de Beer van Broek met zijn adjudant Willy waren voorstanders van nieuw bloed bij de Klaitrappers en bespraken hun campagnestrategie wekelijks aan de stamtafel in de herberg aan het pleintje van Klaiendam.
Maar er waren natuurlijk ook tegenstanders. Deze zogenaamde orangisten werden aangevoerd door notabel Johannes Vos een gevestigd handelsman. De liefde had hem van de Bovendijk naar Klaiendam gevoerd waar hij fortuin gemaakt had en zich een kasteel aan het riviertje de Dusse had laten bouwen. Daarnaast had hij concrete plannen zijn koninkrijk aan de Molenkade flink uit te breiden. Derhalve was zijn inzet niet helemaal onbaatzuchtig, temeer omdat hij ook streefde naar de vacante titel van Heer van Muilkerk. Hij zag de eventuele heerschappij van een revolutionair als Napoleon als een serieuze bedreiging voor zijn persoonlijke aspiraties. Bovendien was hij een medestander van de zittende Prins Carnaval.
De laatste wist zich tevens geruggensteund door een intellectuele achterban vormgegeven door de harde kern van het invloedrijke gilde van Kletsmaaiers zoals: Arjaaneke, Trien, Fons uit ’t Rommegat, Lenige Leny, MotorMario en kleine Liesbetje, waarvan gezien haar gestalte beweerd werd dat ze een ver familielid was van Napoleon. Hun beweegredenen werden vooral gevoed door de traditie dat de prins van Klaiendam zijn steek niet dwars op het hoofd draagt zoals Napoleon placht te doen en dat de rechterhand niet in het vest gestoken werd om de consumptiebonnen krampachtig te bewaren maar dat deze juist gebruikt werd om te zorgen dat de onderdanen geen dorst leden.
Cornelis Bouman, de preses van de Klaiendamse Schuttersvereniging, toonde zich een twijfelgeval. Kon geen partij kiezen. Voor het eerst van zijn leven had ie ergens geen uitgesproken mening over. Om in termen van de huidige Prins Carnaval te spreken,‘pakte hij daarom zijn biezen’, monsterde aan op het galjoen van een Zeeuwse slavenhandelaar met bestemming West-Indië, om aldaar de koloniaal uit te gaan hangen.
De afloop van de verkiezingscampagne wordt uit de locale berichtgeving niet duidelijk. Feit is dat Napoleon in 1815 verbannen werd naar Sint Helena en dat hij toen wel andere sores had dan de verwerving van de troon van Klaiendam. Mogelijk dat de archivaris van de Klaitrappers nog eens in deze geschiedenis kan duiken om tijdens de Raadsvergadering opheldering te verstrekken. We zijn benieuwd…… Ton Lensvelt
Bronnen
Clubblad De Voorzet jaargang 2012-2013, nummer 5