Het geslacht Van Mol uit Dussen
De geslachtsnaam Van Mol - ook wel geschreven als Van Moll met dubbel "ll" - duidt op een toponiem. Mol is een plaats in Belgie in de provincie Antwerpen en het is dus niet zo verwonderlijk dat de geslachtsnaam een typische zuid-nederlandse naam blijkt. Bij de volkstelling van 1947 wordt de naam 325 keer opgetekend waarvan maar liefst 269 keer in Noord-Brabant. Zeeland - voornamelijk Zeeuws-Vlaanderen - en Limburg volgen op gepaste afstand met 28 en 11 keer, de overige provincies tekenen voor het resterende aantal van 14. In het telefoonboek van 1993 komt deze schrijfwijze van de naam nog maar 14 keer voor, waarvan 5 keer in Dussen. Bij het Nederlands Repertorium van Familienamen worden een paar naamsvermeldingen en literatuurreferenties vermeld. Het genealogisch repertorium van het Centraal Bureau Genealogie toont 4 treffers.
Oorsprong van Van Mol(l) te Dussen
De oorsprong van het geslacht Van Mol in Dussen valt terug te voeren op een zekere Jan Fransis van Mol. Hij werd geboren in Eersel, een van de Acht Zaligheden in de Brabantse Kempen, maar hij was al op jonge leeftijd in het Land van Heusden en Altena terecht gekomen. Hier huwde hij in 1790 een meisje uit Almkerk. De huwelijksplechtigheid vond plaats op zondag 23 mei 1790 in de Nederduits Gereformeerde kerk van Almkerk. De bruid was Adriana Ouwerkerk, overleden 13 december 1852, dochter van Adriaan Ouwerkerk en Johanna Kleijbergh. Opmerkelijk is dat het een Nederduits Gereformeerd huwelijk was, maar dit had waarschijnlijk te maken met de geloofsrichting van Adriana. Jan Fransis woonde ten tijde van zijn huwelijk al in Almkerk. Wat echter de aanleiding was om van Eersel naar Almkerk te verhuizen, is niet bekend maar het zou mogelijk te maken kunnen hebben met ongeregeldheden tijdens de Brabantse Revolutie of Brabantse Omwenteling, een opstand van de Zuidelijke Nederlanden in 1789 en 1790 tegen het Oostenrijkse gezag van keizer Jozef II. Hoe dan ook Jan Fransis en Adriana vestigden zich na hun trouwen in Dussen en stonden er aan de basis van de verspreiding van de geslachtsnaam Van Mol, die in deze beginfase ook wel als Van Moll met dubbel L geschreven werd.
Een jaar na hun huwelijk, op zondag 12 juni 1791, werd een zoon gedoopt, Johannes genoemd. Deze Johanne(u)s van Mol(l) (1791-1846) trouwde op maandag 2 mei 1814 met de Dussense Wilhelmina van Iersel, dochter van Martinus van Iersel en Jacoba Schippers. Johannes werd 54 jaar want hij overleed op 5 januari 1846.
Ten tijde van de eerste kadastrale opmeting, omstreeks 1820, woonde een Johannes van Mol aan de Rommegatschedijk en oefende het beroep van landbouwer uit. Het betreft hier Johannes van Mol gehuwd met Wilhelmina van Iersel. Ze hadden er de navolgende percelen in eigendom:
- H408a Tuin, groot 0.2.30
- H409 Boomgaard, groot 0.2.34
- H410 Opgaand boomen, groot 0.2.52
- H411 Huis en erf, groot 0.2.10, Klasse 8 (schaal 10 tot 1), huurwaarde 9 gulden per jaar.
- H412 Tuin, groot 0.10.10
Het huis met erf, tuin en boomgaard stond in de bocht van Rommegatschedijk. Komende vanaf de Sluis door de Kerkstraat had je rechts de kerkelijke gebouwen zoals kerk en pastorie en later ook het gasthuis, klooster en nog later de meisjesschool. Daarna kwam de boerderij van Doctor A.J. Vermeulen uit Waalwijk - die er overigens niet zelf gewoond zal hebben -, later van Adriaan Verschuren-Toethuis en nog later van Piet Heijmans-Verbunt. Een weinig verderop stond de boerderij van Van Mol.
Het gezin bestond verder nog uit: Adrianus en Hendrikus en vier zusters: Johanna, Anna, Martha en Adriana.
Adrianus van Moll (1793-1854) was getrouwd met Elisabeth Schoenmakers. Hun huis en erf stond in de Muilkerk of Achterste Hoek, perceelnummer I331, groot 0.6.90, tuin perceelnummer I330, groot 0.4.16, boomgaard perceelnummer I332, groot 0.7.90. Het huis was ingedeeld in Klasse 8 (schaal van 10 tot 1 waarbij 1 het hoogste is) en had een huurwaarde van 9 gulden per jaar. Deze eigendommen waren gelegen ongeveer op de plek waar later de Gereformeerde kerk met pastorie gebouwd werd (thans huis van Niels Berende).
Haarlemmermeertak Van Mol(l)
Hendrikus van Moll (1795-1858) trouwde met Elisabeth van Hees en na haar overlijden met Anna Maria Stadhouders. Hij had een huis en erf in het Klein Zuideveld, perceelnummer H003a, groot 0.1.3 (Bunder, Roede, El). Het huis was eveneens ingedeeld in Klasse 8 en had een huurwaarde van 9 gulden per jaar. Deze woning bevond zich aan de Kornschedijk (binnendijks) van Dussen naar Almkerk, exact tegenover de aansluiting met de Kalversteeg, waar later café Hartenaas van Louwke Vermeulen gevestigd was, thans woning van Jan Donkersloot. Tijdens zijn verblijf in Dussen aan de Korn oefende hij ook het beroep van winkelier uit. In die hoedanigheid werd hij in 1834 veroordeeld voor het Strafhof in sBosch voor overtreding van diversen wettelijke voorschriften, met name hondenbelasting en drankwet. Mogelijk werd er toen in zijn pand dus al drank geschonken en/of verkocht. Na zijn tweede huwelijk, in januari 1853, is Hendrikus als arbeider naar Haarlemmermeer verhuisd en stond aldaar aan de basis van de Van Moll-tak.
Een klein jaar na hun trouwen zag het eerste kind van Johannes van Mol(l) en Wilhelmina van Iersel het levenslicht. Dit was Johannus Franciscus van Mol (1815-1882), geboren te Dussen op maandag 13 maart 1815, overleden te Dussen op 1 september 1882. Hij groeide op in een groot gezin; Johannes en Wilhelmina kregen negen kinderen. Naast Johannus Franciscus waren dit: Jacoba (1817), Martinus (1819-ovl 24-8-1819), Adriana (1820-1893), Martina (1823), Everardus (1825-1906) gehuwd met Adriana C. Akkermans, Joanna (1828-1886) gehuwd met 1)Jacobus van den Biggelaar uit Liempde en 2) Pieter Kemmeren uit Waspik, Johannes (1832-1910) gehuwd met H.C.J. van der Pluijm dochter van Gerrit Johanzoon van der Pluijm en Maria van Honsewijk en tenslotte Wilhelmijna (1834-1923).
Zijn jongste broer Johannes was de stamhouder van de Hankse-tak van Van Mol. Hij huwde Hendrika van der Pluijm en woonde aan de Peereboom. Hun twee zoons Gerard en Hannes bleven ongehuwd en namen later de boerderij over. Daarnaast dreven ze onder de naam Gebroeders van Mol een handel in paarden en ander vee en hadden ze een agentschap voor een paardenverzekeraar. Gerard overleed tijdens de oorlog in 1943, Hannes bleef alleen achter. De boerderij werd in de laatste oorlogswinter compleet vernield maar in het kader van de naoorlogse wederopbouw herbouwd. (Bron: Bureau Wederopbouw Boerderijen: Adres: C18 Perenboom Dussen, Architect: De Jong en Oostlander, Datum tekening: 30-06-1950, Naam eigenaar: J. van Mol.). Eind 1959 voltrok zich echter een drama aan de Peereboomsedijk.
Roofmoord op Hannes van Mol
Op Sinterklaasavond 1959 werd de 79-jarige Hannes van Mol tijdens een brute overval in zijn boerderij vermoord en beroofd van zijn portefeuille met zeven duizend! gulden. De daders: W. van der Stelt, F.J. van Steenhoven (chauffeur) en J. van der Giessen (het brein), alledrie afkomstig uit Werkendam, liepen al weken met het plan rond de bejaarde Van Mol te beroven; blijkbaar wisten zij dus dat er geld in huis was. Ze werden al snel gegrepen en de twee broers werden tot een langdurige gevangenisstraf veroordeeld. Hun handlanger Van der Giessen werd gedwongen opgenomen in een krankzinnigengesticht.
Roofmoord op veeboer Daders gearresteerd. (Van een onzer verslaggevers.)
DEN BOSCH, 9 Dec. — De alleenwonende 78-jarige veeboer J.v. Mol uit het gehucht Hank boven Heusden is Maandagavond in zijn schuur met een ijzeren voorwerp de schedel ingeslagen. Twee veekopers vonden Dinsdagochtend het stoffelijk overschot, dat met het hoofd in een bloedplas lag. De postcommandant van het plaatsje Dussen heeft Donderdagavond drie inwoners van Werkendam gearresteerd. Een hunner heeft gistermiddag bekend de moord te zamen met nog enige anderen te hebben gepleegd, omdat men de welgestelde boer van zijn contanten wilde beroven. De veeboer Mol, wiens boerderij tijdens de oorlog verloren was gegaan, woonde heel alleen in een noodboerderijtje aan de Peereboom te Hank. In deze tijd van het jaar pleegt hij een aantal van zijn koeien te verkopen en nogal wat geld in huis te hebben, terwijl hij zijn overige geldbezit op de bank heeft ondergebracht. De daders moeten zich tevoren goed op de hoogte hebben gesteld. Na de sinistere ontdekking van de beide veekopers op Dinsdagochtend vertelden dezen hun ontdekking aan een buurman, die zich terstond in verbinding stelde met de rijkspolitie. Gisteravond nog zijn enige arrestaties verricht. werden later veroordeeld voor de brutale beroving en doodslag.
Bron: Krantenverslagen op krantensite van Koninklijke Bibliotheek
Maar terug naar de oudste broer Johannes Franciscus. Hij was al wat ouder (32 jaar) toen hij op donderdag 29 april 1847 trouwde met Wilhelmina Huijberdina Castelijn (1815-1848), dochter van Jan Castelijn en Petronella van Disseldorp. Helaas was hun geen lang huwelijksgeluk beschoren want anderhalf jaar later overleed Wilhelmina een week na de bevalling van haar doodgeboren kindje. Maar gelukkig vond Johannes Franciscus al snel een nieuwe partner want op woensdag 16 oktober 1850 hertrouwde hij in Dussen met de vier jaar jongere Waltera Toethuijs (geboren te Dussen 18 juli 1819, overleden te Dussen 10 januari 1865) dochter van Huijmen Toethuijs en Agata Kastelijn.
Johannes of Joannes Franciscus (1815-1882) was een achtenswaardige man in het Dussense, eenvoudig en oprecht. Vooral zijn sociale betrokkenheid was evident. Zo was hij voorzitter van het parochiaal armbestuur, vice-voorzitter van de Vincentiusvereniging en fungeerde hij als Gemeenteontvanger en Armmeester voor de Gemeente Dussen. In die laatste hoedanigheid had hij in 1853 een geschil met D. Middelkoop over de Armenrekening van 1851 wegens 500 gulden geleend geld van Middelkoop ontvangen 'om de bedeling gaande te houden'. Uit de jaarrekening bleek dat Van Mol meer aan de bedeling had gespendeerd dan dat er aan middelen was binnengekomen, zonder hiervoor goedkeuring aan te vragen. Mogelijk speelde hem dit parten toen hij eind 1852 een vergeefse poging deed om zijn aanstelling als gemeenteontvanger te verlengen. Ook probeerde hij in de jaren vijftig en zestig van de 19de eeuw een drietal keren om in de gemeenteraad verkozen te worden; zonder succes overigens. Op kerkelijk gebied was hij Prefect van de H.Familie en lid van de Confratrie van het Allerheiligste. In dat verband moet hij naast goed katholiek ook een zekere mate van maatschappelijke welstand genoten hebben. Die welstand moet hij opgebouwd hebben met zijn landbouwbedrijfje maar vooral als handelaar in voer-lijnzaad, waarmee hij regelmatig adverteerde in de locale kranten. In 1876 viel hij in de prijzen met zijn inzending voor een tentoonstelling in Rotterdam van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van de vlasindustrie. Hij behaalde een derde prijs voor zijn vlas van tonzaad, gegroeid in de Biesbosch en geroot en bewerkt in Dussen.
Hoewel zijn tweede huwelijk door het overlijden van Waltera ook slechts zo'n veertien jaar duurde, schonk zij hem toch zeven kinderen, te weten: Johanna Wilhelmina (1851-1866), Hieronymus Leonardus (1853-1898), Maria Azaria Wilhelmina (1854-1906), Agatha Johanna (1856-1856), Johannes Heronimus (1857-1861), Leonardus Franciscus (1859-1927), Wilhelmus Antonius (1860-1860) en waarvan vier kinderen echter op reeds jonge leeftijd kwamen te overlijden.
Van Mol-Pauwels in Nieuwkuijk
De oudste dochter Johanna Wilhelmina overleed op 15-jarige leeftijd te Oerle waar ze op kostschool zat. Of dat het strenge regime dat de Zusters van Liefde er hanteerden de oorzaak hiervan was is niet bekend.
De oudste zoon, Hieroniemus Leonardus van Mol (1853-1898), daarentegen werd net als zijn vader actief in de graanhandel en leerde zodoende Nellie Pauwels kennen, een bakkersdochter uit Nieuwkuijk. Van het een kwam het ander en Hieroniemus vroeg haar ten huwelijk.
Met zijn echtgenote Petronella (Nellie) Pauwels had Hieroniemus een uitstekende keus gedaan. Zij was een dochter van Pieter Pauwels en Nelly van de Aa uit Nieuwkuijk. Pieter Pauwels was in 1817 als broodbakker gaan werken bij zijn tante Hendrina Daelmans-de Goeij in Nieuwkuijk. Na enige tijd kocht zijn moeder deze bakkerij voor hem. Behalve de broodbakkerij werd hij ook eigenaar van een winkel en een herberg met rijstal 'In 't Land van Belofte' genoemd. De zaken gingen voorspoedig en hij kocht in veel plaatsen in de omgeving percelen grond. Op een gegeven moment was hij zelfs voor de belasting de hoogstaangeslagene van Nieuwkuijk.
Al tijdens hun verkeringstijd richtten Hieroniemus en Nellie samen de Meel- en Graanhandel H.L. van Mol op, waarvoor twee voormalige rijstallen bij de herberg als opslagruimte dienden. In 1882 trouwden ze en ze gingen in Nieuwkuijk wonen. Dat valt althans af te leiden uit de geboorteplaats van hun zeven kinderen, die allen Nieuwkuijk als geboorteplaats hebben. Nellie had ondertussen ook de kruidenierswinkel van haar ouders overgenomen. In 1898, op 45-jarige leeftijd, kwam Hieroniemus echter te overlijden. Nellie bleef achter met zeven minderjarige kinderen. Ze zette het bedrijf echter voort en begon zelfs nog een groothandel in koloniale waren. De merknaam van het bedrijf werd: In het Land van Belofte. In 1910 kwamen haar zoons in het bedrijf en onder de naam Firma van Mol-Pauwels werd een stoommaalderij en groentendrogerij in Nieuwkuijk opgezet. Dat werd geen succes. In 1919 werd het bedrijf verkocht maar André van Mol bouwde met zijn moeder hun handel in koloniale verder uit. De groothandel sloot zich in 1935 aan bij De Spar en bediende de regio Brabant-Oost. Het ging het bedrijf voor de wind. In 1945 overleed André; zijn neef Piet van Mol werd zijn opvolger.
Hieroniemus en zijn vrouw hebben ook het fraaie herenhuis in de Achterstraat van het Binnen, ten oosten naast de familiehoeve van Stael, omstreeks 1885 laten bouwen gebouwd. Aanvankelijk hebben graanhandelaar Hiëronymus Leonardus van Mol gehuwd met Petronella Pauwels hier ook gewoond. Maar na het overlijden van haar man ging zijn weduwe terug naar haar geboortedorp Nieuwkuijk en het pand werd in 1911 voor ƒ 4.500,- verkocht aan de gemeentesecretaris van Dussen J.J.H. Snijders, de latere burgemeester. In 1939 werd het pand verkocht aan Joseph van Heijst, zoon van de burgemeester van Baardwijk en getrouwd met Anna van Steen dochter van Joseph van Steen woonachtig in de tegenover gelegen villa Anna Maria. Het fraaie herenhuis werd in januari 1945 tijdens geallieerde beschietingen verwoest.
Waarschijnlijk was zijn zus, Johanna Wilhelmina, voorbestemd om in het klooster te gaan, maar zover kwam het niet door haar vroegtijdig overlijden. Haar jongere zuster Maria Azaria Wilhelmina (1854-1906) werd echter wel lid van de Congregatie der Zusters van Liefde van O.L.Vr. Moeder van Barmhartigheid. Zij overleed in het St Josephgesticht in Tilburg op 11-5-1906.
Het stamhuis van Van Mol in het Rommegat
Het ouderlijk huis in het Rommegat B23 was al voor 1893 in bezit gekomen van zoon Leonardus Franciscus van Mol (1859-1927) die in 1884 gehuwd was met de Waspikse Johanna Cornelia Verschuren (1854-1932), een dochter van Francis Verschuren en Adriana Staal. Maria Hofmans fungeerde als dienstbode bij Van Mol-Verschuren. Het huis moest in 1893 na een brand herbouwd worden. De locale krant berichtte over de brand als volgt: DUSSEN 4 Mei 1893. Hedenmorgen ten ruim zeven ure ontstond brand in de woning met schuur van den landbouwer L. van Mol in de Kerkstraat (ouden Zeedijk) alhier. Huis, schuur, hooiberg, twee varkens, een kalf, een hond en onderscheidene roerende goederen, werden een prooi der vlammen; dank de windrichting en werking der brandweer werden belendende gebouwen gespaard. De oorzaak ligt als gewoon in het duister.
Na het overlijden van Leonardus van Mol werd de woonboerderij met 1.83.50 ha land op 16-2-1928 door de Erven L.v.Mol bij Hotel van Beurden publiekelijk verkocht. Waarschijnlijk was Adriaan Lensvelt , de klompenmaker van de Loswal, de koper, maar uit overlevering weten we dat ook de oudste zoon J.F. van Mol-Finke in het pand gewoond heeft. Mogelijk is het pand toen gesplitst in twee woningen waarvan een met werkplaats voor de klompenmaker.
Kadastergegevens Dussen 1830:
Hendrik van Mol, arbeider te Dussen, met huis en erf in het Klein Zuideveld, perceelnummer H003a, groot 0.1.3 (Bunder, Roede, El).
Het huis is ingedeeld in Klasse 8 (in een schaal van 1 tot 10 waarbij 1 het hoogste is) en heeft een huurwaarde van 9 gulden per jaar.
Dit huis bevond zich aan de Kornschedijk (binnendijks) van Dussen naar Almkerk, exact tegenover de aansluiting met de Kalversteeg, waar later café Hartenaas van Louwke Vermeulen gevestigd was, thans woning van Jan Donkersloot.
Johannes van Mol, landbouwer te Dussen met eigendommen in het Groot Zuideveld, m.i.h.b. aan de Rommegatschedijk tussen Capelsche Veer en Dussen Sluis.
Van Mol had hier de navolgende percelen in eigendom:
H408a Tuin, groot 0.2.30, H409 Boomgaard, groot 0.2.34, H410 Opgaand boomen, groot 0.2.52, H411 Huis en erf, groot 0.2.10, Klasse 8, huurwaarde 9 gulden per jaar, H412 Tuin, groot 0.10.10. Deze eigendommen waren gelegen waar thans het huis van Cees van Luxemburg gevestigd is.
In 1872 werd een aanvraag gedaan voor de bouw van het R.K. Gasthuis op de percelen H392-404 van L. van Mol. Deze percelen lagen eveneens aan de Rommegatschedijk maar dan wat meer naar de Sluis toe. Het is niet duidelijk welke Van Mol dit was. In de stamboominformatie is wel sprake van L.F. van Mol maar die is in 1872 nog maar 14 jaar oud.
Adriaan van Mol, arbeider te Dussen, met huis en erf in de Muilkerk of Achterste Hoek, perceelnummer I331, groot 0.6.90, tuin perceelnummer I330, groot 0.4.16, boomgaard perceelnummer I332, groot 0.7.90. Deze eigendommen waren gelegen ongeveer op de plek waar later de Gereformeerde kerk met pastorie gebouwd zal worden (thans huis van Niels Berende).
Archief R.K. Parochie Dussen:
Uit het overzicht van bezwaarde effecten van de R.K. Parochie blijkt het volgende:
Nr. 46 1/1000 3,5% Tilburg 1937 en 1/500 3,5% Tilburg 1937 bezwaard door Hub. en Elisabeth van Mol
Nr. 49 Hyp. 1000,- 5% t.l.v. kinderen Adr. Ansems, fundatie Hub. Van Mol. Hypotheek geroyeerd op 22 april 1943 en 1000,- à 3% belegd in Kerk Hank, afgelast 17-12-1943, daarna 1/1000 4% H.Pancratius Castricum 1931 no. 160
Met fundatie bezwaarde beleggingen waren (aandelen)schenkingen of anderszins waaraan voor de eigenaar - de R.K. Parochie/Kerk - een bepaalde verplichting verbonden was, meestal in de vorm van het lezen van een jaarlijkse H.Mis(sen).
Bidprentjesarchief Walter van Dortmont:
Jan van Mol uit het Rommegat (zoals omschreven door Jos Verhoeven) was gehuwd met Catharina Finke. Doopnamen Johannes Franciscus, g.b. 17-8-1886, ovl. 5-10-1956. Vermoedelijk was deze Jan van Mol een kleinzoon van J.F. van Mol-Toethuis. Voor meer gegevens zie bijgevoegd bidprentje.
Tevens bijgevoegd bidprentje van J.F. van Mol de weduwnaar van Walthera Toethuis. Hij overleed in 1882.
Hij blijkt voorzitter van Parochiaal Armbestuur en onder-voorzitter van de Vincentiusvereniging te zijn geweest; hij was dus actief in de armenzorg. In dat verband moet hij naast goed katholiek ook een zekere mate van maatschappelijke welstand genoten hebben. Bovendien was hij Prefect van de H.Familie en zoals al eerder aangegeven lid van de Confratrie. Daarnaast was hij agent voor de Maatschappij van Brandverzekering voor het Koningrijk der Nederlanden gevestigd in Den Bosch. Dit agentschap werd na zijn overlijden overgenomen door Antonius van Honsewijk.
Ook een bidprentje van Hieronymus L. van Mol bijgevoegd. Was hij wellicht de L. van Mol die de grond verkocht ten behoeve van de bouw van het R.K. Gasthuis in Dussen?
WORDT VERVOLGD
Bronnen
F. Claes, 'Herkomstnamen en immigratie in Diest tot 1400', in: Naamkunde 30 (1998), p 117