Repertorium op lenen van de Hofstede Boxtel in (land van) Heusden (en Dussen)

De lenen van de hofstede Boxtel in het land van Heusden, 1356-1688, G.M. van Aalst en J.C. Kort

In het land van Heusden telde Jan van Merum, heer van Boxtel, in 1439 acht en twintig leenmannen. Zij waren gevestigd op zijn erfgoed aldaar 1), dat Willem, heer van Boxtel, niet lang na 1330 had gekocht van Simon en Jan van Mirabello, ontvanger van Brabant. Als leenheren traden achtereenvolgens op:
Willem van Merum (1392-1411), Dirk van Merum (1417-1434), Jan van Merum (1436), Elisabeth van Merum, gehuwd met Wouter Bau (1440-1458), vanaf 1459 gevolgd door Hendrik van Ranst. Zij werden in de tijd voorafgegaan door Johanna, dochter van Gijsbert de Both van der Eem, weduwe van Willem van Boxtel, die haar eigen goed in het leenhof van Boxtel bracht 2).
De registratie van het leenhof van Boxtel bestaat voor Heusden uit twee registers 3). Het oudste daarvan werd begonnen door Hendrik van Ranst tussen 1459 en 1467 4) en vermoedelijk kort na de eerste datum. Ingeschreven werden tevens uittreksels uit oudere akten vanaf 1417. Het register eindigt in 1503. Het tweede register begint in 1600 met enige oudere aantekeningen. Een thans verdwenen voorgaand register liep tot 16015. Het werd toen vernieuwd, omdat de begrenzingen zo oud waren dat zij tot onenigheid aanleiding gaven. Twee uittreksels 6) uit dit register kunnen in het ontstane gemis nauwelijks voorzien. De opvolging werd bij bepaalde lenen in Oudheusden dan ook problematisch. Een register vanaf 16707 bevat geen gegevens over het land van Heusden.
Tijdens de Tachtigjarige oorlog werden Hollandse lenen abusievelijk bij Boxtel verheven en geregistreerd 8). Deze lenen zijn hier niet opgenomen. De registers van Boxtel zijn aanwezig in het Rijksarchief van Noord-Brabant en worden met het nummer alleen aangehaald. Ter completering werd gebruik gemaakt van leenakten van Boxtel, aangetroffen in de archieven van het klooster Mariendonk (RA. Noord-Brabant) en de Grafelijke Rekenkamer en het Geestelijk kantoor te Delft (beide Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage).

Noten:

1 Leenhof Brabant 9 f°94-95 (kopie RA. Noord-Brabant).
2 Hier nr. 1
3 Kasteel Stapelen, inv. 101 en 102
4 Stapelen, inv. 101 f°10 (1459) en f°11v (1467).
5 Stapelen, inv. 102 pp. 15 en 67; hier nrs. 13, 22 en 24.
6 Stapelen, inv. 130 en 131.
7 Stapelen, inv. 103.
8 Stapelen, inv. 102 pp. 15-16, 28-29, 31 en 97,98.

DUSSEN

1. 2 morgen land (1525: in 18 morgen aan de Opalm, genaamd Samuelswerf),in Voomsaterwaard in het Veerweer (1528: aan de Dussen buitendijks) met huis en hofstede, strekkend van de Alm tot de naaste dwarssloot, oost (1528: de leenman), west: Voogd Vetkenz. met 4 hont (1528: de leenman).
21-5-1356: Samuel die Vetke, Rekenkamer nr. 738 rood.
20-8-1525: Boye Staasz., oud 45 jaar, Nikolaas Woutersz., oud 40 jaar, en Arent Samuelsz., oud 70 jaar, getuigen, dat Joost Spiering van Aalburg op 4-12-1521 de gehele 18 morgen, waaronder het leen, kocht van Arent Samuelsz., Rekenkamer nr. 738 rood.
3-7-1528: Joost Spiering van Aalburg, Rekenkamer nr. 738 rood.
....-...-15....: Hugo Spiering te Heusden,Rekenkamer nr. 738 rood.
19-5-1616: Gerard Fockestaer, penningmeester van het land van Heusden, voor mr. Cornelis van Beveren, advokaat bij het Hof van Holland, voor de Rekenkamer van Holland, 102 p. 157.

EETHEN

2. 51/2 hont land in Eethen in de Doeverse kamp achter in de Hoeven, strekkend van de dwarssloot tot de smalle dijk (1604: de Genderse beemden), oost: Persselijn Sangvogelsd. (1604: over de dwarssloot de leenman), west: over de sloot Jan Coppenz. (1604: mr. Jan Millinc), belast met dijk, sloot en wetering.
....-..-14....: Willem die Jode, als getuige vermeld 1436-1452,101 f°17enf°19.
26-2-1455: Gijsbert Jacob Jodenz., 101 f°15.
17-1-1470: Gijsbert Jacob Jodenz., 101 f°15.
22-1-1483: Hendrik Gerrit Loefsz. Voor Adriaan Hendrik Jodenz., 101 f°15.
11-2-1499: Adriaan Hendriksz. van Osse voor Gerrit, zijn zoon, 101 f°15.
14-5-1604: Jan Hendriksz.alias Plets te Eethen bij dode van zijn vrouw, 102 p.159.
29-11-1631: Cornelis Jansz. van Veen bij dode van Jan Hendriksz. Plets, zijn schoonvader, 102 p. 159.
25-7-7653: Jan Coolhaas te Veen bij dode van Cornelis Jansz. Coolhaas, zijn vader, 102 pp. 151-152.
7-2-1670: Bastiaan Coolhaas bij dode van Jan, zijn broer, 102 p. 152.
31-3-1671: Willem van Strijp, schepen van Heusden, bij overdracht door Bastiaan Coolhaas, 102 pp. 152-153.

De overige plaatsen in het Land van Heusden zijn niet opgenomen in dit uitreksel maar uiteraard wel te raadplegen in onderstaande bron.

[Bron: Met Gansen Trou, jaargang 40, 1990, p.95-109]

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl