Katholieke emancipatie
De zogenaamde Katholieke Emancipatie is een samenvattende naam voor het streven van de Nederlandse katholieken naar gelijkberechtiging op politiek, sociaal en cultureel gebied. Door de Franse Revolutie (1789) werden ook in Nederland Franse idealen als een ‘scheiding van kerk en staat’ en ‘vrijheid van religie’ in de grondwet opgenomen. Dit betekende dat de katholieken aanspraak konden maken op gelijke rechten. In 1853 zetten de katholieken een grote stap door Nederland weer in Bisdommen te verdelen en overal nieuwe kerkgebouwen neer te zetten.
Maar ook op andere manieren organiseerden katholieken zich, zoals in politieke partijen, in verenigingen en sportclubs. Op den duur ontstond zo een sterke, trotse ‘zuil’ die eind negentiende eeuw even sterk was als de zuil van hun concurrenten, de protestanten. Een van de elementen in opbouw van die katholieke zuil was de stichting van een katholiek sociaal maatschappelijk verenigingsleven. Hieronder een beknopte samenvatting van de oprichting en werking van begin twintigste eeuw gestichte verenigingen in Dussen.
Katholieke verenigingen bij de eeuwwisseling in 1900
In Dussen waren rond de eeuwwisseling van 1900 al een aantal niet kerkelijke verenigingen met een katholieke signatuur actief. De Schuttersvereniging De Batavieren was in 1869 opgericht. Bij oprichting bestond het bestuur uit voorzitter Adrianus H. van Honsewijk en twee ondervoorzitters J.F. Verlinden - de locale geneesheer - en J. van Engelen - handelaar in geweren, terwijl J. van Iersel - klompenmaker van beroep als secretaris-penningmeester fungeerde.
Omstreeks 1880 werd het Dussens Mannekoor gesticht waarvan de leden voornamelijk jongelieden waren behorende tot de handwerksstand. Het koor - ook wel liedertafel genoemd - stond onder leiding van Antonius van Honsewijk. Opmerkelijk was dat het in aanvang statutair niet was toegestaan om vrouwen bij uitvoeringen van het zangkoor toegang te verlenen. Helaas bleek het mannenkoor geen lang leven beschoren want volgens een krantenbericht uit augustus 1897 zou het ter ziele gegaan zijn.
Door klompenmaker Evert Vingerhoets en bakker Adriaan Pols, respectievelijk organist en voorzanger van het rooms-katholieke kerkkoor Sint Ceacilia werd op zondag 14 november 1897 Fanfare Wilhelmina opgericht. Als kerkelijke fanfare en met pastoor Baekers als eerste beschermheer. Het nieuwe muziekgezelschap telde bij oprichting 13 leden waarbij Evert Vingerhoets als dirigent fungeerde. De rol van beschermheer werd al snel overgenomen door de Dussense notabelen: notaris Rietstra, burgemeester Adrianus H. van Honsewijk en gemeenteontvanger Willem A. Verhoeven. De pastoor werd toen geestelijk adviseur.
In 1905 werd de kegel- en ontwikkelingsclub „Utile Dulci" opgericht. Als bestuurleden werden verkozen: Th. Van Moergestel, T. A. Van der Pluym, G. Verhoeven Hz., J. Van Engelen en E. Vingerhoets. Er werd tevens een commissie benoemd voor de aanleg van een kegelbaan in de tuin van Café J.H. Kamp. Verder werd het voorstel aangenomen om zich te abonneren voor de bibliotheek op de Mededeelingen der Kath. Soc. Actie, alsook het voorstel zich schriftelijk tot de rederij Arie Smit te Slikkerveer te wenden met het verzoek een wachthuis met bergplaats aan 't steiger aan de loswal alhier te willen bouwen, wat zeker in een algemeen gevoelde behoefte zou voorzien.
Waren de muziekverenigingen nog vooral een vorm van vermaak, de kegelclub was daarnaast ook een ontwikkelingsvereniging, waaruit waarschijnlijk de mannenvereniging Ons Belang is ontstaan. Begin twintigste eeuw werd ook een begin gemaakt met de oprichting van verenigingen met als voornaamste doel het enorme drankgebruik onder de bevolking terug te dringen.
Maria-Vereeniging
De doelstelling van de Maria-Vereeniging was het weren van het gebruik van sterken drank bij r.k. meisjes en vrouwen; spoedig ook: nooit alcohol schenken aan kinderen en nooit gasten dwingen alcohol te drinken. Hun activiteiten bestonden vooral uit: Het thuis een zo prettige sfeer scheppen dat de gezinsleden geen behoefte voelden naar de kroeg te gaan; het niet schenken van alcohol aan kinderen; het afschaffen van de gewoonten borrels te schenken aan 'bakers en werksters of meiden na de schoonmaak', of aan de 'werkman op karwei'. De bedelaar aan de deur geen (drink)geld geven maar 'een kop koffie, een sigaar of een vrucht'. Ze werden ondergebracht in een Diocesane Bond van R.K. Drankbestrijdersvereenigingen van hun betreffendende bisdom en werkten samen met de mannenafdeling de R.K. Vereeniging tot bestrijding van het Alcoholisme genaamd "het Kruisverbond", die dezelfde doelstelling nastreefde.
De Maria-Vereeniging in Dussen werd opgericht in september 1904 op initiatief van kapelaan P.J. van Empel en sloot zich aan bij de Bosschen Diocesanen Mariabond. In 1906 had men 120 leden. Eind van dat jaar werden de statuten van de Vereeniging bij Koninklijk Besluit goedgekeurd. De Algemene Vergadering werd gehouden op de feestdag van de apostelen Petrus en Paulus. In deze beginfase was vooral oprichter kapelaan P.J. van Empel de stuwende kracht achter de vereniging. Het werd dan ook zeer betreurd toen begin 1907 bekend werd dat hij Dussen ging verlaten omdat hij een aanstelling als prefect van het Seminarie in Sint Michielsgestel had aanvaard.
Tijdens de viering van driejarig bestaan in september 1907 werden de aftredende bestuursleden herkozen. Voorzitter kapelaan Simonis, de opvolger van kapelaan Van Empel, deed tijdens die vergadering een oproep aan alle moeders 'hun kinderen in onthouding op te voeden en spaarzaamheid te leren zodat zij tot matige mensen zouden opgroeien tot nut van kerk en maatschappij'. In alle lokale barbier-, schoen- en klompenmakerswinkels werden publicaties verspreid met passende en zeer in oog vallen opschriften. De Vereeniging bemoeide zich ook met de verkiezingen van 1907 waarbij men strooibiljetten verspreidde waarin werd opgeroepen zogenaamde 'jenevercandidaten' op geen enkele wijze steun te verlenen en er zeker NIET op hun te stemmen.
In de najaarsvergadering van november 1907 pleitte kapelaan Simonis voor afschaffing van het traditionele drankschenken ter gelegenheid van het varkensslachten, 'en zette hij allen aan, deze dwaze en ingewortelde drinkgewoonte, welke evenwel alhier door het werken der vereeniging reeds zooveel verminderd is, geheel te helpen uitroeien. Verder vermaande ZijnEerw. de aanwezig zijnde vrouwen, vooral huiselijk en zindelijk te zijn, en het tehuis voor de mannen aantrekkelijk en gezellig te maken, om hen daardoor van het herbergbezoek af te houden. Ook hare kinderen spaarzaamheid te leeren en de snoepzucht in hen tegen te gaan, omdat dit zoo dikwijls oorzaak is, dat zij in later jaren aan den drank verslaafd raken.'
In 1908 telde de Maria-vereeniging in Dussen in totaal 122 leden. Er werden dat jaar maar liefst 5 ledenvergaderingen en 4 bestuursvergaderingen gehouden. Hierin werden de drinkgewoontes in de parochie besproken en middelen aangegeven tot uitroeiing ervan. Behalve door het verspreiden van grote aantallen 'strooibiljetten' en 'vlugschriften' en het ophangen van 'aanplakbiljetten' en 'propagandaplaten' van velerlei strekking, gebeurde dat ook door Sobriëtas-Almenakken aan de leden cadeau te doen. Bij huwelijken werd het bekende boekwerkje 'Voor Moeder en Dochter' als geschenk gegeven en voorts kregen de leden het verenigingsorgaan 'Drankbestrijding' maandelijks thuis bezorgd. Daarnaast werd de Katholieke Sociale Actie op verschillende manieren actief ondersteund. Trots werd in 1906 in de krant vermeld dat de Vereeniging al deze activiteiten had kunnen bekostigen uit de bijdragen van de leden 'zonder eenigen steun van de meergegoeden'.
De vereniging mocht rekenen op een zeer welwillende pers waarin aan hun activiteiten uitgebreid aandacht werd besteed, vooral in de Echo van het Zuiden en in De Noord Brabanter. In 1909 werd mej. A. van Engelen in het bestuur verkozen.
In 1909 - de Vereeniging telde toen 115 leden - deed de voorzitter van de Maria-Vereeniging in de Vroegmis een oproep aan de ouders van de communicanten om tijdens het communiefeest geen sterke drank te schenken. Ook maakte hij initiatieven bekend om te komen tot de oprichting van St-Anna-Vereeniging, zijnde een onderafdeling van de Maria-Vereeniging, speciaal bedoeld voor kinderen tot 12 jaar.
R.K. Mannenvereeniging Ons Belang
Ons Belang werd bij KB goedgekeurd op 20 april 1906, maar was mogelijk tegelijkertijd (1904) met haar vrouwelijke tegenhanger de Maria-vereeniging gesticht of is ontstaan uit de ontwikkelingstak van de kegelclub. In maart 1906 werd de gerenommeerde Mr. Aalberse uit Leiden uitgenodigd om een lezing in Dussen te komen geven voor de leden en overige belangstellenden. Aalberse gaf van 1905 tot 1918 leiding aan het Centraal Bureau van de Katholieke Sociale Actie (KSA) in Leiden en was later in twee kabinetten minister van Arbeid. In de propvolle zaal prees hij de pas opgerichte vereniging als een voorbeeld voor alle kleinere parochies en vond dat uit de statuten 'een frisse geest waaide'.
In 1906 werd als onderdeel van Ons Belang een drankbestrijdingsvereniging opgericht. Pater Jesualdus uit Helmond hield tijdens de oprichtingsvergadering een gloedvol betoog waardoor een zeventigtal mannen en jongens zich als lid aanmeldden; hieronder een dertigtal Kruisverbonders.
Ons Belang had drie hoofddoelstellingen: bevorderen van de katholieke godsdienst, van de zedelijkheid en van de katholieke sociale actie. Daarbij steunde zij de H. Familie, een kerkelijke organisatie voor mannen, het katholiek onderwijs waarbij zij voornemens was om een vereniging hiervoor in het leven te roepen. Voorts was men ook voornemens om een Katholieke Bibliotheek op te richten die kon voorzien in aangepaste lectuur en stond de oprichting van een jongenspatronaat op haar wensenlijstje.
Maar Ons Belang maakte zich ook sterk voor de opzet van een cursus boekhouden of voorbereidend onderricht voor de militair, ja zelfs voor beter drinkwater. Dit laatste ontlokte een inwoner van Dussen (W.v.B.) via een ingezonden brief in de Echo van het Zuiden van 16-4-1908 de opmerking dat het dan wel de hoogste tijd werd dat ze hun stem eens gingen verheffen tegen deze 'reeds één jaar durende openbare ergenis voor de gehele gemeente'. Het leidde tot een hele discussie in de krant waarbij de werkgever van W.v.B. (klompenmaker Wout van Boxel), te weten P.H. van Gennip senior, zich volledig achter zijn knecht schaarde.
Dussen, 3 Maart 1905. Naar wij met vertrouwen mogen hopen, zal ook hier spoedig een drankbestrijders-vereeniging van mannen en jongelingen worden opgericht. Een dertigtal personen toch hebben zich reeds bereid verklaard lid te zullen worden.
In juli 1906 werd als onderafdeling van Ons Belang de vereniging 'Drankbestrijding' gesticht. Men had pater Jesualdus uit Helmond uitgenodigd om te komen pleiten voor de oprichting van een verenigingstak die zich zou richten op het terugdringen van het drankmisbruik. Nadat hij zondags in beide ochtendmissen al een gloedvol betoog dienaangaande gehouden had, deed hij dat tijdens de avondbijeenkomst nog maar eens dunnentjes over. Op eenvoudige, doch pakkende en vaak humoristische wijze zette hij het grote belang van een drankbestrijdersvereniging uiteen. En met succes want na afloop meldden zich maar liefst 70 leden aan waaronder zo'n 30 Kruisverbonders. Onder hen ook een werkgever die zich persoonlijk, maar ook al zijn personeel als lid aanmeldde.
Een tweede onderafdeling was de Paulusvereeniging met Cornelis van de Wiel als voorzitter en Evert Vingerhoets als secretaris. De zogenaamde 'Paulisten' vielen onder de categorie halfdaagse afschaffers wat zoveel betekende dat ze in ieder geval een gedeelte van de dag geen sterke drank nuttigden. Niettemin waren ook geheelonthouders en afschaffers lid van deze tak.
De 'Afdeeling voor sociale aangelegenheden' was een onderafdeling van de Katholieke Sociale Aktie, kortweg K.S.A. Deze tak werd voorgezeten door Theodorus van Moergestel terwijl Cornelis van de Wiel het secretariaat voor zijn rekening nam. In 1907 werd onderwijzer Van de Wiel wegens zijn vertrek naar elders als secretaris opgevolgd door aannemer Ferdinandus A. van der Pluijm.
Uit deze drie onderafdelingen werd in oktober 1906, met toevoeging van drie niet-leden, een Plaatselijk Comité van de Katholieke Sociale Aktie samengesteld. Het bestuur bestond uit: bakker Adriaan Cornelis Pols als voorzitter, onderwijzer aan de school aan de Dijk Cornelis van de Wiel als secretaris, muzikant en sigaren- en klompenmaker Evert Vingerhoets als penningmeester, en als leden Theodorus van Moergestel, Jan Peterse, Jacobus de Wit, Gerrit Verhoeven Hzn en C.A.J. Heesels. Na de overplaatsing in 1907 van onderwijzer Van de Wiel naar Den Bosch werd hij als secretaris opgevolgd door ondernemer en smid August van Beurden, notabene de buurman van de voorzitter van de K.S.A., bakker Pols.
In mei 1907 vergaderde in het schoollokaal van de zusters een nieuwe - vierde onderafdeling 'Eer en Deugd' geheten. De pastoor hield een toespraak over het doel van deze afdeling en sprak de wens uit dat deze nieuwe tak tot volle wasdom zou komen. Tijdens de vergadering meldden zich 12 personen aan als lid.
Dussen. 8-1-1910 Door de goede zorgen van den Wel Ed. Heer Jos v. Steen alhier was op Driekoningendag (6 januari) een feestavond georganiseerd voor de leden van Eer en Deugd. Het welslagen van dezen feestavond was voor een groot gedeelte ook te danken aan de Fanfare „Wilhelmina". De leden der Fanfare ontvingen van den Eerw. Heer Kapelaan een ex. der Drie Liederen in den Volkstoon van A. P. Hamers Pr. tot verbetering van den volkszang. Na een gulle tractatie keerden de jongelingen zeer voldaan huiswaarts.
In juni 1907 was Theodorus van Moergestel voorzitter van Ons Belang en werd hij terzijde gestaan door vice-voorzitter T.A. van der Pluijm en secretaris A.C. Pols. Tijdens de ledenvergadering sprak de pastoor over kopen en verkopen en hekelde daarbij de onrechtmatige en zeer afkeuringswaardige praktijk van vervalsing van en knoeierijen met maten en gewichten. Mogelijk was dit een eerste aanzet om te komen tot de stichting van een coöperatie. Vanuit Ons Belang werden in andere plaatsen ook wel in- en verkoop coöperaties gesticht, hetgeen echter tot veel bezwaren leidde vanuit de lokale middenstand. Waarschijnlijk heeft dit initiatief daarom in Dussen geen navolging gekregen.
Wel werd in juli 1908 een onderlingen paardenverzekering opgericht. President werd L. van der Pluijm en secretaris M. van der Pluijm, terwijl D. de Graaf, P. Staal en Wagenmakers als commissarissen werden benoemd. Naar verluidt zou de oprichting mede gestimuleerd zijn door de lokale afdeling van de Boerenbond. Gezien de namen van de bestuursleden was dit met name een initiatief vanuit de Zuid-Hollandsche Polder (Hank).
Bij de vergadering van februari 1909 werd een status van de vereniging gegeven. Sommige onderafdelingen deden het zeer goed, anderen wat minder. Financieel gezien was het jaar 1908 afgesloten met een klein nadelig saldo. Aftredend bestuurslid Evert Vingerhoets werd vervangen door Adriaan Cornelis Pols. De vereniging had een schrijven doen uitgaan naar de minister van Waterstaat inzake de slechte kwaliteit van het drinkwater in het dorp. De lezing door Adam van Gool over de landbouw werd tot een volgende keer uitgesteld. Er werd een ingezonden brief van de heer J.A. van Dijk-Coesel behandeld en August van Beurden hield een pleidooi voor ondersteuning van de lokale neringdoenden, wat de aanwezigen een warm applaus ontlokte.
In juli 1909 volgt een antwoord van het ministerie dat weliswaar ontkende dat de aanleg van de Bergsche Maas de oorzaak van het probleem zou zijn, maar wel toegaf dat deze ook niet had bijgedragen aan verbetering van het drinkwater in de Vloeisloot en de Dusse. Belangrijkste oorzaak van de slechte kwaliteit van het drinkwater was echter de vervuiling door lozing van mestvalen, riolen en privaten, hetgeen voor de aanleg van de Bergsche Maas ook al het geval was, maar toen werd het water nog dagelijks door het getij van het Oude Maasje ververst. Enige oplossing zou zijn het drinkwater rechtstreeks van de rivier (Bergsche Maas) zelf te betrekken. Indien de gemeente Dussen van zins was hieraan te werken en in te investeren, werd overwogen een rijksbijdrage te verstrekken.
Ons Belang begon allengs aan invloed te winnen binnen de Dussense gemeenschap, hetgeen voorzitter Theodorus van Moergestel deed besluiten zich verkiesbaar te stellen voor de gemeenteraad. Bij de verkiezingen van juli 1913, waarbij drie zittende leden aftreedbaar waren, stelde hij zich dan ook verkiesbaar. Helaas voor hem en voor Ons Belang werden de drie aftredende gemeenteraadsleden: A.L. van Beurden, Jos van Steen en B. van Dalen alledrie herkozen. De nieuwe kandidaten Van Moergestel uit Dussen, maar ook Theodorus Nieuwenhuizen uit Hank, hadden het nakijken.
Klein-Kruisverbond
Het Klein-Kruisverbond (bestemd voor jongeren) hield mei 1901 zijn eerste vergadering in de rooms-katholieke kerk. Aan de ingang van het priesterkoor prijkte op een met bloemen versierd altaar een klein crucifix in het volle licht. De directeur-geestelijke van de vereniging onderschreef het doel: Matigheid en Spaarzaamheid en het belang van de vereniging vooral voor later wanneer de kinderschaar zou zijn opgegroeid tot volwassen mannen en vrouwen. Na het afleggen van de belofte van geheelonthouding voor drie maanden en plaatsing van hun handtekening in een register dienaangaande werd door 28 jongelingen en 36 jongedochters een klein kruis in ontvangst genomen als teken van hun lidmaatschap. De plechtigheid werd opgeluisterd met fraaie gezangen op muziek van fanfare Wilhelmina. Aan het Klein-Kruisverbond was ook een Spaarbank verbonden waarbij de leden hun spaarpenningen konden inleggen.
Dussen, 7 Mei 1901. Zondag 1.1. werd in onze parochiekerk eene afdeeling van het Klein Kruisverbond opgericht. Ruim vijftig kinderen boven de eerste H. Communie traden als lid toe. De Z. Eerw. heer pastoor hing de meisjes een zilveren kruisje aan een blauw lint om den hals: den jongens werdt het op de borst gespeld. De plechtigheid werd opgeluisterd door het zingen van eenige liedjes der H. Familie, met begeleiding der fanfare. Bron: De Noord Brabanter, 10-05-1901
De vereniging had in juli 1906 zo'n 100 leden. Dertig leden sloten zich in ieder geval ook aan als lid van de nieuw opgerichte drankbestrijdingsvereniging van de R.K. Mannenvereniging Ons Belang.
Een overkoepelend landelijke organisatie voor drankbestrijding was Sobriëtas. Het ideaal was geheelonthouding; in de praktijk bleef echter maar een fractie van de leden van Sobriëtas ook echt van de alcohol af. Omdat men binnen de vereniging het iedereen toch naar de zin wilde maken waren er drie categorieën toegestaan: geheelonthouders, afschaffers van sterke dranken en halfdaagse afschaffers (de zogenaamde ‘Paulisten’). Het waren echter de bestuursleden die aan actieve drankbestrijding deden. Deze mensen, vaak de lokale elite, bezochten gezinnen en organiseerden vergaderingen en lezingen. Bestuursleden waren gebonden aan de ‘zeven drankbestrijdingsplichten’.
Katholieke Sociale Aktie
Dussen. 15-11-1904 Alhier bestaan ernstige plannen ter oprichting eener katholieke vereeniging ter bevordering van kennis der katholieke sociale actie. De voornaamste katholieken hebben reeds hun steun en medewerking toegezegd en de Zeer Eerw.Heer pastoor, wiens goedkeuring reeds verkregen is, zal weldra de eerste vergadering ervoor bijeenroepen.
Op 24 januari 1907 werd voor een stampvolle zaal de eerste propaganda vergadering voor het Comité Katholieke Sociale Aktie gehouden met Albert van der Kallen uit Breda als spreker. Zijn begeesterend betoog oogste veel succes en menig 'open doekje'. Na afloop werden een aantal 'vliegende blaadjes' en 'vlugschriften' gecolporteerd om de doelstellingen van de K.S.A. nog eens te doen onderstrepen.
Toneel-Vereeniging
Uit de Drankbestrijdingsvereniging sproot ook de R.K. Toneelvereniging Oefening en Vermaak voort. Voorlopig waren alleen mannen lid van de toneelvereniging; vrouwen werden niet geacht zich met dit soort vermaak in te laten. Nog in 1935 werd het bekroonde Vlaamse toneelstuk van Palmer Putman 'Vergeven en Vergeten' uitgevoerd maar ook de klucht 'De Generale repetitie van de Glimmende Soldatenknoop' van H. van Riesewijk werd op de planken gebracht.
Vakbond
Vanuit Katholieke Sociale Actie, kortweg K.S.A., ontstond de R.K. Werkliedenvereeniging. Deze vakvereniging sloot zich aan bij de Federatie der Diocesane Volks- en Werkliedenbonden in het bisdom Den Bosch. Cornelis Schelle uit het Rommegat, die later jammerlijk zou omkomen bij een arbeidsongeval op de Papierfabriek, was een belangrijk voorman bij deze lokale vakbond.
In maart 1935 werd in het Vereenigingsgebouw in de Kerkstraat (Rommegat) een grote propagandavergadering georganiseerd door de R.K. Werkliedenvereniging met als sprekers de heren: Coppens en Eijkemans. Doel was definitief een afdeling Dussen van R.K. Werkliedenvereeniging op te richten. Hoewel de belangstelling voor de bijeenkomst niet bepaald overhield, konden toch een aantal nieuwe leden worden ingeschreven. Tevens werd een voorlopig bestuur gevormd bestaande uit: A. Ribbens - voorzitter, Jan Eumelen - penningmeester en H. Verbunt - secretaris.
Een lezing voor de dames van de leden der R.K. Werkliedenvereeniging, een jaar later in 1936 in het Patronaatsgebouw, moest worden afgeblazen vanwege te geringe belangstelling. Ook de avondvergadering voor de mannelijke leden was slechts matig bezocht. Niettemin werd besloten tot oprichting van een comité Stuiversvrijwillige door de heren: C. Schelle, A. Hofmans, J. Eumelen en A. van der Pluijm.
Overige Verenigingen
Midden 1904 werd in de gemeente Dussen een afdeling van de Nederlandsche Boerenbond opgericht, die bij oprichting direct 50 leden mocht inschrijven. 'Moge deze afdeling bloeien en in ledental toenemen' berichtte de correspondent in het Nieuwsblad van 1 juni 1904.