Het zuid-westelijk deel van de ambachtsheerlijkheid Dussen wordt gevormd door Dussen-Buiten, in vroeger tijden deel uitmakend van Dussen-Munsterkerk. Echter, door de allesver-nietigende St. Elisabethsvloed van 1421 werd Munsterkerk nagenoeg geheel door de golven verzwolgen, doch met de jaren veroverde de koppige inlandse bevolking haar grondgebied zoetjesaan weer terug op het water. Wel ondergingen bij die niet aflatende strijd de oorspronkelijke boeren van het type “mestuitrijders” een metamorfose tot "noeste polder-werkers in lieslaarzen gewapend met zeis en steekschop". Met vereende krachten werden dijken opgeworpen, gantels gegraven, wielen gedicht en uiteindelijk nieuwe buurtschappen gesticht zoals: Den Hoogen Dijk, De Steeg, De Putten en Aon de Stoep van d'Ouwstraat met sfeervolle pleisterplaatsen zoals café De Posthoorn van Lensvelt en Den Boerendans van Van Den Broek. Het geheel kreeg de verzamelnaam Dussen Buiten aangemeten.
De autochtonen Buitenaren, als-mede de allochtonen die er zich inmiddels rijkelijk onder gemengd hebben, kunnen dan ook het best gekarakteriseerd worden als een koppig, beetje eigenwijs, in zich-zelf gekeerd volkje, met een lichte neiging tot territoriaal gedrag. Als echter de nood aan de man dreigt te komen dan ontwaakt het kudde-instinct van de Buitenaren en gaat men schouder aan schouder de strijd aan met elke vijand van welk kaliber dan ook. En van tijd tot tijd wordt men geconfronteerd met zo'n vijand, want nu het water definitief gekeerd lijkt, blijkt zich een aanzienlijke nieuwe bedreiging aan te dienen.
Enige tijd geleden werd vanuit de Hoge Toren van het Bossche Provinciehuis de Werkendamse wethouder Vincent ontboden om van zijn Berg af te komen om de plannen voor de herstructurering van de Provinciale Weg, die zich dwars door het gebied van Dussen Buiten uitstrekt, in ontvangst te komen nemen. In eerste instantie werden de hersenspinsels van de provinciale planologen met instemmend gegrom begroet, Buitenaren zijn immers geen volkje dat snel staat te juichen. De Steeg koestert zijn rotonde, Jan van de Westen mag in z'n kasteel op zijn motte blijven resideren en Henk Koops wint opnieuw een lot uit de loterij, want hij krijgt nota bene op kosten van Rijk's wegenfonds een “eigen” ventweg tot aan z'n voordeur. Groot is echter de verontwaardiging als duidelijk wordt dat de uitvoering van deze plannen zal leiden tot een ware kaalslag omdat vrijwel alle majestueuze bomen langs de betonbaan gekapt gaan worden.
Boswachter Bart kreeg abrupt een spontane woedeaanval. Zeshonderd prachtige essen, na 40 jaar tot volle wasdom gekomen, waarvan het kwalitatief superieure hout straks nog slechts zal dienen ter vervaardiging van bezem- en schopstelen om gemeentewerkers op te laten leunen? Dat never en nooit niet! Het Takkenwijf, doorgaans toch niet bepaald op haar mondje gevallen, sloeg van schrik en emotie helemaal dicht, zodanig zelfs dat haar deelname aan de Kletsmaaiersavond in gevaar dreigt te komen. Goede raad was duur. Doch toen kreeg Boswachter Bart een lumineus idee, ze zouden een bijeenkomst beleggen bij de uitspanning van de nieuwe Klompenmakerij om aldaar de tactiek te bepalen om deze allesvernietigende kaalslag binnen hun domein een halt toe te roepen.
Het liep storm op de Buurtschapbijeenkomst bij Peter den Dekker en niet alleen vanwege de "hete kip" op de barbecue met veel liefde toebereid door Ellen Los. Troubadour Bertran had een gloedvol protestlied gecomponeerd dat zelfs door de nestors van de buurt Jos en Jo, Nico van H. en Piet de Klompenmaker geestdriftig werd meegezongen. Sjaak en Wil Koops hadden de barre voettocht door de Pleunesteeg ondernomen om hun zegje te doen en zelfs de ijverige gebroeders Van Den B. hadden hamer en kwast tijdelijk neergelegd om hun belangen kracht-dadig te komen verdedigen. Helemaal vanaf de Korn waren Dian Leenhouts en Jaap op de bijeenkomst afgekomen om hun volle gewicht in de strijd te werpen. En zelfs grensgevallen zoals Peter Ribbers, André Veen en Margriet van de Schee gaven acte de présence. Nadat de vergadering door initiatiefnemer Boswachter Bart was geopend, brandden de voorstellen los.
Ad Los, de provinciehuisexpert bij uitstek die daar blindelings alle koffieautomaten weet te vinden, kreeg de opdracht om in het hol van de leeuw zijn voelhorens uit gaan steken. Zonodig mocht hij het Klaiendamse carnavalsmotto "Lat oos mar schuive" er zelfs in praktijk brengen, maar er werd hem wel op het hart gedrukt niet te overdrijven. Zielenknijpster Margriet beloofde een psychologisch onderzoek in te stellen naar de geestesvermogen van de Werkendamse wethouder die zich een dergelijk plan in de maag had laten splitsen. Peter Ribbers werd gevraagd om te infiltreren bij de commissie Openbare Werken en de Buitenaren op de hoogte houden van de allerlaatste ontwikkelingen vanuit Kozakkenlaand. Kortom het liep niet alleen storm bij de bijeenkomst, het ging er ook stormachtig aan toe.
Helaas werd de succesvolle vergadering onverwacht en wreed verstoord door een brute inval van de Horeca-politie die ter ore was gekomen dat er tijdens de buurtsamenkomst bij de Klompenmakerij niet alleen gekeuveld en gebarbecued werd, maar dat er ook menig glaasje gerstenat genuttigd werd om over de Ouwe Klare van Piet de Klompenmaker maar helemaal te zwijgen. Knarsetandend om dit verraderswerk werd de protestmeeting inderhaast en vroegtijdig afgesloten, niet echter nadat Boswachter Bart op een partij gekapte populieren was geklommen om zijn eendrachtig maar verontwaardigd gehoor te kennen te geven dat over de bomenkap langs de betonbaan het laatste woord nog niet gezegd was. De houthakkers van de Provincie doen er daarom voor hun eigen veiligheid wijselijk aan de botte bijl nog even in de schuur te laten rusten. De Buitenaren hebben ondertussen hun lieslaarzen alvast maar van 't zolder gehaald en hun zeis geslepen. Het beloofd een vinnige strijd te worden, komend voorjaar in de Zuidhollandse Polder.
Ton Lensvelt
Bronnen
Carnavalskrant Den Klaiendammer 2006