Van Iersel

Oorsprong

De geslachtsnaam Van Iersel in Dussen wordt in de achttiende eeuw meerdere keren vernoemd. Daarbij onderscheiden we verschillende takken. Zo is bekend dat er een Joannes (Jan) van Iersel (1767-1801) aan het einde van de Dussendijk woonde ter hoogte van aansluiting van de Achterste Hoek op de Kornsedijk, waar later de bakkerij van Antonius Leonardus van Dijk en ook van zijn zoon Bernard van Dijk gevestigd was. Deze Jan van Iersel was in 1795 getrouwd met de 18 jaar oudere Petronella Bogaarts (1749-1839) een dochter van Jan Janssen Bogaert en Maria Knelisse Rijken en de weduwe van Gerrit Sijmense Lensvelt. Wellicht door het grote leeftijdsverschil schreef Jan's vader een brief aan de predikant van Dussen om daarin nog maar eens uitdrukkelijk te verklaren dat het huwelijk van zijn zoon met de weduwe Bogaarts zijn volledige toestemming genoot. Jan zelf zal bij zijn afweging om als 28-jarige te trouwen met een 46-jarige weduwe mee hebben laten spelen dat Petronella best wel een bemiddelde weduwe was die nogal wat land in eigendom had. Hieronder ook het 3 morgen en 3 hont grote perceel bouwland Hogenwerf in de Zuid-Hollandse Polder aan de Oudestraat en de Middelt. Dat perceel werd door haar in 1806 verkocht aan Petrus Josephus Stael, burgemeester van Dussen, voor een bedrag van 5.600 francs (het was in de Franse Tijd).
Jan van Iersel, zoon van Hendrik van Iersel en Wilhelma Swaens, was oorspronkelijk geboren (1767) in Loon op Zand. Hij kwam echter al vrij snel te overlijden (1801). Ondanks dat Petronella aanzienlijk ouder was dan haar gemaal, overleefde zij hem ruimschoots. In het Oud-Rechterlijk Archief (ORA) van Munsterkerk zijn na het overlijden van haar man flink wat aktes (21) beschikbaar handelend over de gemeenschappelijke boedel en de testamentaire afwikkeling van de nalatenschap. Daaronder ook te rekenen diverse aktes over voogdij en onder curatelestelling. Daarnaast lag zij in dispuut met Wouter Rijken uit Munsterkerk over de verkoop van een schuur met nieuwe boomgaard. Een rijke bron dus en alleszins de moeite waard om verder te onderzoeken.
Gezien de leeftijd van Petronella is het niet zo verwonderlijk dat uit Jans's huwelijk met Petronella geen kinderen meer geboren werden, zodat deze tak met het overlijden van Jan uitstierf.

Niettemin was er in 1834 opnieuw sprake van een andere Jan van Iersel in Dussen, zijnde een zoon van Henricus van Iersel en Joanna Dingemans. Hij was mogelijk een oomzegger of neefje van eerdergenoemde naamgenoot, maar zeker is dat niet. Deze Jan van Iersel de jongen (1809-1890) was afkomstig uit Capelle, hoewel hij in Kaatsheuvel gedoopt was. Hij trouwde in februari 1834 met Elizabeth van der Lee uit Waalwijk en vestigde zich toen in Dussen. Bij zijn huwelijk gaf hij als beroep bouwman op maar samen met zijn echtgenote werd in 1834 in Dussen ook een logement uitgebaat, zo blijkt althans uit een lening die ze dat jaar afsloten via notaris Vermeulen in Waalwijk. In februari 1834 werd niet alleen hun huwelijk wettelijk bekrachtigd maar werden ook twee voorkinderen van Elisabeth erkend; een jongen in 1829 en een dochter in 1832, beiden in Dussen geboren; of het ook daadwerkelijk kinderen van Jan waren of van een andere vader is niet bekend. Hoe dan ook, ze kregen toen in ieder geval ook de achternaam Van Iersel. In 1834 werd nog een tweede meisje in Dussen geboren. Voorts was ook Elisabeth's moeder was tot haar overlijden in 1831 inwonend in Dussen, haar vader was al in 1813 gestorven. Waar het logement in Dussen gevestigd was, is helaas niet bekend. Na verloop van tijd zijn ze echter weer teruggegaan naar Kaatsheuvel waar hij in 1861 in het bevolkingsregister als akkerbouwer te boek stond er in 1890 overleed.

De meesten Van Iersels in Dussen waren echter nakomelingen van een zekere Martinus van Iersel (1758-?). Martinus was afkomstig uit Moergestel en huwde in 1786 met Jacoba Schippers een dochter van Teunis Schippers en Catharina van der Vleut. Zowel Martinus als Jacoba woonden ten tijde van hun huwelijk in Dussen Munsterkerk. Omdat Jacoba na enige jaren kwam te overlijden hertrouwde Martinus in 1797 met Adriana Chatelain/Schatelain eveneens uit Munsterkerk. Uit beide huwelijken werden een aantal kinderen geboren en hun nageslacht vestigde zich vooral als middenstander in Dussen.

Oorsprong

Martinus was mogelijk stro- of rietdekker, een beroep dat destijds in Moergestel wel vaker voorkwam. Uit zijn eerste huwelijk werden drie kinderen geboren en nog een twee kinderen uit het tweede huwelijk. Het eerste kind was een dochter Catharina die met Cornelis van Liempt trouwde en naar Waspik verhuisde.
Het tweede kind was een jongen, Johannes genaamd en waarschijnlijk vernoemd naar zijn grootvader van vaderskant. Johannes of Jan Martinuszoon werd rietdekker van beroep maar werd in 1811 opgeroepen om in het leger van Napoleon te dienen, onder meer voor de veldtocht naar Rusland. Dat lot deelde hij met maar liefst zo'n 28 andere Dussense jongens maar Jan had het geluk dat zijn vader kapitaalkrachtig genoeg bleek om voor hem een vervanger, een zogenaamde remplacant, in te huren, waardoor hij zijn dienstplicht niet persoonlijk hoefde te vervullen.

Het derde kind was wederom een dochter, Wilhelmina, die in 1814 het huwelijk trad met J.F. van Moll (1791-1846). Ten tijde van de eerste kadastrale opmeting, omstreeks 1820, woonde een Johannes van Mol aan de Rommegatschedijk en oefende het beroep van landbouwer uit. Het betreft hier Johannes van Mol gehuwd met Wilhelmina van Iersel. Ze hadden er de navolgende percelen in eigendom:
- H408a Tuin, groot 0.2.30
- H409 Boomgaard, groot 0.2.34
- H410 Opgaand boomen, groot 0.2.52
- H411 Huis en erf, groot 0.2.10, Klasse 8 (schaal 10 tot 1), huurwaarde 9 gulden per jaar.
- H412 Tuin, groot 0.10.10
Dit huis met erf, tuin en boomgaard stond in de bocht van Rommegatschedijk. Komende vanaf de Sluis door de Kerkstraat had je rechts eerst de kerkelijke gebouwen zoals kerk en pastorie en later ook het gasthuis, klooster en nog later de meisjesschool. Daarna kwam de boerderij van Doctor A.J. Vermeulen uit Waalwijk - die er overigens niet zelf gewoond zal hebben -, later van Adriaan Verschuren-Toethuis en nog later van Piet Heijmans-Verbunt. Een weinig verderop stond dan de boerderij van Van Mol.

Jacoba, Martinus' eerste echtgenote overleed in 1796 toen de drie kinderen respectievelijk 10, 8 en 4 jaar oud waren. Het was dus zaak om zo snel mogelijk een nieuwe partner te vinden. Een jaar later hertrouwde hij dan ook met Adriana Chatelain. Deze schonk hem opnieuw een zoon, Petrus. In 1803 werd ook nog een meisje geboren maar dat overleed na twee maanden. Petrus werd net als zijn oudste broer Jan en mogelijk ook zijn vader eveneens rietdekker en zou de basis leggen voor de zogenaamde rietdekkers-tak van Van Iersel uit het Rommegat.

De rietdekkers-tak van Van Iersel werd dus voortgezet door Jan van Iersel (1788-1863) en door zijn halfbroer Petrus (1800-1858). Jan - die zijn diensplicht dus had afgekocht - trouwde in 1814 met Geertruida van Daalen uit Waspik hoewel ze van geboorte een Dussense was. Het bleek een vruchtbare verbintenis waaruit tenminste acht kinderen werden geboren, al kwamen er wel enkele kinderen vroegtijdig te overlijden. Hun oudste dochter Jacoba trad in het huwelijk met Adriaan van Beurden maar verhuisden al snel naar Vlijmen waar Adriaan het vak van grof- en hoefsmid uitoefende.
Hun vierde kind was een zoon, Adriaan van Iersel (1820-1906), en daarvan is aanzienlijk meer bekend. In tegenstelling tot zijn vader werd hij geen rietdekker maar klompenmaker. In 1839 werd hij definitief vrijgesteld van militaire dienstplicht wegens een misvormde linkerarm. Of dat letsel een gevolg was van een arbeidsongeval dan wel dat dit was aangeboren weten we niet. Het was waarschijnlijk wel de reden dat Adriaan er voor koos om winkelier te worden. Hij trouwde met Anna Georg Ammensdorfer uit Breda en ze hadden hun winkel aan de Dussendijk in de buurt van de oude jongensschool aldaar. Het was een kruidenierswinkel waar onder meer de bekende Souchonthee van E. Brandsma uit Amsterdam in verzegelde pakjes á ƒ 1,30 per vijf ons verkocht werd en waarmee uitgebreid in de regionale kranten werd geadverteerd. Het waren vooral nakomelingen van Adriaan en Anna die in Dussen als middenstander in uiteenlopende vakgebieden van winkelier tot herbergier actief waren. Daarnaast was Adriaan samen met gemeentesecretaris Leonardus Schneider omstreeks 1856 oprichter van de mannenafdeling van de Heilige Familie in de parochie Dussen.
In 1892 en 1902 vierden ze hun 50 en 60 jarig huwelijk. Van beide feestelijkheden verscheen een uitgebreid verslag in de regionale krant Het Nieuwsblad, wel een bewijs dat het paar achting en aanzien genoot in Dussen.

'DUSSEN - De echtelieden Adriaan van Iersel en Anna G Ammendorfer alhier vierden dezer dagen hun gouden bruiloft omringd door zeven paar kinderen en behuwd kinderen met hun kroost. Reeds vroeg in den morgen wapperde schier van alle huizen in de wijk de Nederlandsche driekleur en een fraai bewerkte Eereboog prijkte aan den hoofdingang hunner woning. Omstreeks ten 7 ure ’s morgens verzamelden zich de jubilarissen met kinderen en kleinkinderen aan de tafel des Heeren. Ten 9 ure werd eene plechtige H Mis gecelebreerd waarbij door het zangkoor flink werd uitgevoerd eene door den schoonzoon der jubilarissen den heer L M M de Vlam [hoofdonderwijzer jongensschool aan de dijk] geaccompagneerde Mis. Bij het het in en uittreden der kerk werden de jubilarissen voorafgegaan door vier net in ’t wit getooide bruidjes uit hunne kleinkinderen gekozen. Ten twee ure vereenigden zich de jubilarissen met feestgenooten aan een diner in het Hotel [Gouden Leeuw] van hun schoonzoon de heer W J Heessels waarna allen weer naar de woning der jubilarissent trokken. Den geheelen dag werd de gulle vroolijkheid van jubilarissen en gasten door niets gestoord; aller prachtigst weer begunstigde het feest. ’s Avonds werd de Eereboog voor de woning prachtig verlicht terwijl aan hen die dat eereteeken hebben gewrocht en aan de leden van het zangkoor ieder af zonderlijk een vroolijke avond werd in het verschiet gesteld. Moge het den jubilarissen gegeven zijn ook nog hunne diamanten feest te vieren wat ten aanzien van hun leeftijd en kracht wel mogelijk schijnt, is voorzeker aller wensen.
In april 1902 deden ze het nog maar eens een dunnentjes over met hun zestig jarig huwelijksfeest. Dat opnieuw druk bezocht was want zoveel echtparen is het tenslotte niet vergund om een dergelijk jubileum te vieren. Adrianus en Anna verkeerden nog in redelijk goede gezondheid want op de klanken van fanfare Wilhelmina werd door de krasse oudjes nog een walsje gedaan, volgens het krantenverslag.
DUSSEN 29-4-1902 Woensdag herdachten A van Iersel en echtgenoote den dag hunner 60-jarige echtvereeniging Zoo’n dag mocht niet onopgemerkt voorbijgaan immers hoe weinigen valt dit voorrecht ten deel Van alle zijden kwamen ook de bewijzen van belangstelling en niet alleen de naaste buren maar ook verre vrienden kwamen het nog krasse echtpaar hunne felicitaties aanbieden. Moge dit krasse ouderpaar even gelukkig blijven als thans en de band des huwelijks nog jaren lang onverbroken blijven.
Met betrekking tot de 60-jarige echtvereeniging van Adrianus van Iersel en Anna Georgine Ammersdorpfer wordt ons nog medegedeeld dat toen des avonds het fanfaregezelschap eene serenade bracht de beide oudjes nog lustig een walsje deden. Een voorrecht zoo oud en nog vlug en helderder van hoofd te zijn.
Dussen 26-6-1925 De meest gedecoreerden uit den laatsten wereldoorlog een Hollander. Het is serg Louis van Iersel ge boren alhier den 19 Oct 1893. Afgekeurd voor het Nederlandsche leger vertrok hij naar Amerika en nam daar vrywillig dienst in het leger Op deze reis redde hy met nog andere personen 5 menschenlevens met eigen levensgevaar waarvoor hun toen een medaille werd verleend van de Britsche en een van de Amerikaansche Regeering. In het geheel werden hem voor betoonden moed en dapperheid niet minder dan 14 medailles en nog 8 eervolle vermeldingen toegekend. Thans vertoeft hij met gezin voor plezier in zyn geboorteplaats Dussen en is daar by zyne ouders thuis om na een paar maanden vacantie weer naar Amerika te vertrekken.
Adriaan Hubertus van Iersel de rietdekker, zoon van Adriaam van iersel en Cornelia van Boxel en kleinzoon van Petrus van Iersel was een bekend figuur in het dorp. Hij was prominent lid van de fanfare en fungeerde ook als penningmeester. Daarnaast had hij echter acteertalent en maakte hij begin twintigste eeuw furore als een van de Heeren Dilettanten, een gezelschap onderdeel van de fanfare dat tijdens concerten en uitvoeringen voordrachten verzorgden vooral van humoristische aard. Met name Adriaan had daarbij veel succes reden waarom hij ook wel solo optrad of als duo met Jan Weterings of een zangduet vormde met smid Adriaan Verhoeven Pzn. Hij was erg gezien bij de leden van de fanfare die hem dan ook een aubade brachten ter gelegenheid van zijn tweede huwelijk met Petronella Vermeulen

Bronnen

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl