Adriaen Herlaar hoeve, bakermat van Muilkerk

Adriaen van Herlaar Hoeve

Daniel van Merwede werd in 1338 genoemd als eerste Heer van Muilkerk.
1374 Johannes Gerardsz, Johan van Herlaer, van Meerwijk, Ridder van Ameyde, Empel en Meerwijk, heer van Poederoyen. Zoon van 1357 Gerard van Meerwijk Tr. 1. jonkvrouwe Agnes de Rover dochter van Dirk de Rover, ridder, heer van Aerle van Rixtel, Beek en Stiphout, hoogschout en schepen van 's Hertogenbosch, overleden na 1422.
Tr. 2. Jonkvrouwe Jonckvrouwe Johanna of Jenne van de Merwede van der Merwede, weduwe van Walraven van Ackoy, overleden voor 1411. Janne erfde van haar vader de ambachtsheerlijkheid Muilkerk.
ca 1425 Adriaen van Herlaer. Overleden 1482..01.20
zoon van 1374 Johan van Herlaer en Jonckvrouwe Johanna of Jenne van de Merwede kinderen
ca 1455 Jhr. Johan van Herlaer overleden 1503
Na het overlijden van zijn ouders Ao 1455 wordt Adriaen van Herlaer met de heerlijkheid verleid. Naar hem heet de hoeve “Heer Adriaen van Herlaerts Houve” of “Ridderlijke Hoffstadt”, die met de daarbij behoorende 12 mergen grond verpacht werd. Adriaen van Herlaer overleed 20 Januari 1482 en werd in zijn “onsterfelijk cceij(?)” opgevolgd door zijn zoon Jhr. Johan van Herlaer. Na diens overlijden werd in 1503 met de heerlijkheid verleid den zoon Jhr. Frederik van Herlaer. Hij versoekt in ’t jaar 1513 wederom de heerlijkheid en sterft in 1536.
Bij registratie voor de Tiende Penning wordt Maen van Herler als Heer van Muilkerk aangeslagen, vermoedelijk een broer van jonkheer Frederik van Herlaer.
Eerst in 1561 - wellicht na het overlijden van zijn oom Maen - wordt jonkheer Frederik opgevolgd door zijn zoon jonkheer Adriaen van Herlaer (wedr. Hillegond van Eijl) die toen den eed aflegde voor Jonckheer Daniël van Boetselaer, als Heer der Baronnie en Heerlijkheid van Merwede. Hij werd in de jaren
Na ’t overlijden van Heer Adriaen van Herlaer († 1577) wordt Jonckheer Aernouldt van der Louwick als man en voogd van “Jofvrouwe Johanna Herlaer”, de erfdochter van Adriaen van Herlaer, Heer van Muilkerk. Met consent zijner huisvrouw verkoopt hij op 29 December 1594 de heerlijkheid aan Brienen of Bruinde Feiter, de latere schout van Gorinchem, die huwde met Maria van Alveringen.

Op Sacramentsdag 1455 werd de zoon van jonkvrouw Johanna van de Merwede "verleid" met de heerlijkheid Muilkerk. In 1462 werd hij eveneens beleend met de naar hem vernoemde Adriaen van Herlaar Houve of Ridderlijcke Hoffstadt met 12 mergen grond die als geheel verpacht werden.
In 1617 werden deze twaalf morgen topongrafische omschreven "als belent aan de eene zijde door de nonnen van Dordrecht en Adriaen Willemszoon aan de andere zijde, oostwaarts strekkende van de halve Dusse tot aan de Landen van Altena."
Als echter in 1718 Mr. Iman Willem Cau als heer van Muilkerk, Cornelis van Brandwijk Corneliszoon tot rentmeester benoemd dan blijkt de Ridderlijcke Hoffstadt of Heer Adriaen van Herlaar Hoeve tot veertien morgen uitgegroeid te zijn, waarvan de eene helft zaailand en de andere helft weiland. Sinds 1713 was hoeve en het land verpacht aan Jan Donkersloot, gehuwd met Maria van Overstege.

Jeanne van Herlaar (dochter van Loef van Herlaar, ovl 1566) wordt aangegeven als zuster van Frederik van Herlaar, hoewel er ook enkele akten bestaan, waarin Frederik haar oom genoemd wordt. Zij was erfgename zowel van haar oom Adriaen van Herlaar als van haar broer Frederik. Dit laatste en ook het feit, dat de door haar geërfde lenen allen in Muilkerk lagen, moet aanleiding gegeven hebben tot verwarring.
Toen Adriaen van Herlaar gestorven was, rezen er financiële moeilijkheden. Het bleek namelijk, dat hij zijn leen "Ponssenhoeve", groot 10 morgen, gelegen te Muilkerk, bezwaard had met 300 Carol. gld., tegen een rente van 10 1/2 gld. s jaars. Bij Onwillig Decreet van het Hof van Holland, d.d. 19 febr. 1590 (Inv. Hof van Holland, no. 3286, Onwillig Decreet no. 6), wordt dit leen ten laste van de erfgenamen van wijlen Adriaen van Herlaar, "wonende te Wel in Gelderland", verkocht aan Job Pietersz. van Ruyven, burgemeester van Gorcum. Als diens erfgenamen zien we dan ook de kinderen van Philips de Flines op 16 nov. 1634 in het bezit ervan komen.
Dit leen was dus voorgoed aan de boedel onttrokken.
Op 20 dec. 1593 laat het Hof van Holland ons ook weten, dat jhr. Arnt van Lauwijck en juffr. Johanna van Harlaer, zijn huisvrouw op 5 juni 1590 aan Hendrik van Nispen te Dordrecht verkocht hebben:
le de ambachtshseerlijkheid van Muilkerk (leen van Merwede);
2e een hofstad van 12 morgen land tot Muilkerk (leen van Holland), hun aanbestorven bij dode van wijlen jhr. Adriaen van Herleer en Frederik van Herlaar, respectieve;ijk Johanna's oom en broeder.
De verkoop geschiedde onder het beding, dat Geertruid van Wyffliet, weduwe van Adriaen van Herlaar, haar leven lang haar lijftocht aan dit leen zal behouden (Inv. Hof van Holland, no. 3286, Willig Decreet 99, register gemerkt A).
Volgens Simon van Leeuwen droeg Johanna echter in 1599 de heerlijkheid Muilkerk over aan Brien de Feyter (Batavia Illustrata, pag. 1007). Deze mededeling moet, behalve misschien het jaartal, juist zijn, want op 28 januari 1594 compareerde voor notaris A. van Riebeek te Gorcum jonker Arnt van der Lauwijck als man en voogd van Johanna van Herler, en geeft aan vier personen volmacht om namens hem de ambachtsheerlijkheid Muilkerk én het genoemde leen van 12 morgen te Muilkerk over te dragen aan Brien de Feijter, wonende te Gorcum. Dit gebeurt dus nadat het Hof van Holland op 20 dec. 1593 Hendrik van Nispen tot rechthebbende verklaard had.
Bovendien zien we, dat Johanna op 7 september 1594 (A.R.A. Leenkama 138, fol. 277v) beleend wordt met "Ponsenhoeve", groot 13 morgen, en wel (zoals de akte zegt) na dode van Frederik van Herlaar, haar oom! Johanna draagt dezelfde dag nog deze "Ponssenhoeve" op aan Brien de Feijter. Dit moet dan echter een ander "Ponssenhoeve" geweest zijn dan "Ponssenhoeve" die aan Job Pietersz. van Ruyven verkocht werd; dit kan ook afgeleid worden uit het verschil in grootte: 13 respectieve 10 morgen. [waarschijnlijk is de oorspronkelijke hoeve 24 morgen groot geweest (= de standaard afmeting voor één hoeve land) en werd deze later in tweeën gedeeld].
0p 7 september 1594 wordt Johanna eveneens beleend met 2 x 1/2 hoeve aan de Dussen te Muilkerk, die zij geërfd had van Adriaen van Herlaar, haar oom, doch dezelfde dag droeg zij dit leen over aan Brien de Feijter. De conclusie moet wel luiden, dat Johanna geen nicht van Frederik geweest is, doch diens zuster, hetgeen in de akte van 20 december 1593 uitdrukkelijk gezegd werd. Bovendien kunnen we constateren, dat het resultaat van alle ingewikkelde transacties geweest is, dat alle oude Herlaarlenen door Johanna en haar man Arnt van der Lauwick vervreemd werden.

Bron: Stamboom Rob Gomes

Dirk Elemans

Na de dood van Gijsberta Elisabetha van der Beke, weduwe Cau, werd de heerlijkheid in het openbaar verkocht. Op 23 juni 1772 werd in de Castelenye van den Hove van Holland in Den Haag geveild en op 30 juni d.a.v. de ambachtsheerlijkheid Muilkerk met huis en landerijen verkocht; informatie te bevragen bij de heer Van Brandwijk, secretaris van Dussen. Bron: "Advertentie". "Amsterdamse courant". Amsterdam, 21-05-1772. Geraadpleegd op Delpher op 17-12-2015, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010714031:mpeg21:a0013
Dirk Elemans, subsituut baljuw en secretaris te Klundert, werd in 1772 voor 31.000 gulden eigenaar, waarbij zijn ongehuwde zuster Elisabeth en zijn schoonvader Adriaan de Sel ook ieder voor een kwart in de aankoop deelnamen. Na de dood van zijn zuster liet zij haar deel van Muilkerk aan haar broer Dirk.

Huize Middelkoop

Na het overlijden van zijn zoon en opvolger in 1771 werd het onroerend goed van de heerlijkheid Muilkerk voor schout en schepenen van Muilkerk beschreven "als een huis en landerijen daar bij en aangehorende te samen groot 46 mergen vier honden". Het huis was in gebruik (gehuurd) door J. Middelkoop, notaris en ouderling van de hervormde kerk, en de landerijen verpacht aan: B. de Rooij, C. Ouwerkerk, weduwe D. van Giesse, M. Lievaert en C. van Brandwijk. Hoewel het landbezit dus behoorlijk was toegenomen, was er nog steeds sprake van slechts één huis.

De bezittingen alsmede de heerlijkheidsrechten werden aangekocht door Dirk Elemans, ambachtsheer van Sprang, die tegelijkertijd ook de 11 honden land van Mr. Cau in het Groot Zuideveld verwierf.
Op 13 januari 1815 werd in het Koffijhuis van J.J. Peebergh op de Grote Markt te Breda door de erfgenamen van Dirk Elemans de ambachtsheerlijkheid Muilkerk met alle heerlijkheidsrechten en inclusief de bijbehorende onroerende goederen - voornamelijk wei- en zaailand in Muilkerk, maar ook het huis en landerijen van de Herlaarshoeve gelegen bij de hervormde kerk van Muilkerk - in negentien verschillende kopen publiekelijk aan de hoogst biedende verkocht.

Bronnen

Hendriks, drs. J.P.C.A. - Archeologie en bewoningsgeschiedenis Land Heusden en Altena, p 70.
Braams, B.W. - Weyden en zeyden in het broek, p. 46
Juten, G.C.A, pastoor Willemstad - Dussen Muilkerk in Taxandria, jaargang 1942, p 275-278.
Advertentie van de verkoop van de ambachtsheerlijkheid Muilkerk etc.in Het Dagblad der Provincie Noord-Braband van 27 december 1814

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl