Inleiding
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog ontpopte Anton Verhoeven zich tot een Nederlandse schaatstopper van de eerste orde. In de winter van 1946/47 won hij de Elfmerentocht , voor Jan Bosman uit Breukelen, waarmee hij zijn naam en reputatie voorgoed vestigde. Een paar maanden later, tijdens de Elfstedentocht van 1947, werd hij achtste, maar toen had hij de pech dat hij in Sneek ten val kwam en vandaar af zijn tocht moest vervolgen op geleende Friese doorlopers. Niettemin wist hij toch nog op 29 minuten van de uiteindelijke winnaar, Jan Bosman die hij een paar maanden eerder nog de baas was geweest, als achtste te finishen. Naderhand werd de einduitslag echter nog gekorrigeerd vanwege geconstateerde onregelmatigheden, waarbij Verhoeven alsnog de tweede plaats kreeg toebedeeld.
Vooral de regionale kranten raakten niet uitgepraat over de prestaties van de Dussense krachtpatser. Zijn bekendheid en populariteit in de regio steeg tot grote hoogten, hetgeen zelfs leidde tot ingezonden gedichten. In nevenstaand literair werkje van een zekere G werd zijn sportieve prestatie in de Elfstedentocht van 1947 in alle toonaarden lof toegezwaaid.
Anton Verhoeven's Elfstedentocht van 1954
Het was een historische dag voor Dussen, de derde februari van het jaar 1954, nu vijftig jaar geleden. Vanwege de Elfstedentocht, maar vooral door de deelname van plaatselijke schaatstrots Anton Verhoeven. Hij behoorde tot de favorieten, temeer omdat hij 's maandags vóór de Elfstedentocht, de Elfmerentocht nog had gewonnen. Het werd dan ook de tocht van Anton Verhoeven, al won ie niet.
Anton, boerenzoon, vrijgezel - hij woonde destijds nog bij z'n ouders aan de Dussendijk - was een sportman in hart en nieren. Hardlopen - op klompen om het lekker lastig te maken -, zwemmen, voetballen -- bij het koppen reikte hij tot aan de doellat --, wielrennen, maar helemaal gek van schaatsen op lange trajecten; zijn uithoudingsvermogen was onvergelijkbaar. Als de winter doorzette verliet Anton zijn geboortedorp Dussen. Hij had zo z'n slaapadresjes in Holland en Friesland. Met z'n trainingsmaat Klaas Schipper uit Steenwijkerwold beulden ze dan samen over het ijs tot hun longen bijna scheurden en 's avonds bij de kachel maakten ze wilde plannen voor de volgende dag. Tot dat Anton dan ineens verdwenen was, zomaar zonder aankondiging vertrok ie dan, naar Noorwegen om daar te trainen. De start van de Elfstedentocht was traditiegetrouw de "loop" naar het Van Harinxmakanaal, waar de schaatsen werden ondergebonden. Anton reed als een van de eersten weg. Voor het vastknopen van de veters had hij namelijk een speciale handigheid ontwikkeld. Die waren van tevoren al met een losse knoop vastgemaakt, zodat hij deze alleen nog maar even hoefde aan te trekken.Naschrift
Twee jaar later, in 1956, ging het weer mis met Anton in de Elfstedentocht. Met vijf koplopers kwamen ze hand hand als eerste over de eindstreep, dit tot groot ongenoegen van het bestuur van de Elfsteden. De uitslag werd weliswaar gehandhaafd maar de vijf rijders kregen van voorzitter E. Hannema te horen "Jullie krijgen geen gouden medaille. Dat is jullie straf." Dientengevolge staan de namen van de vijf van '56 ook niet op het Elfstedenmonument in Leeuwarden.
In 1963, hij was inmiddels 42 jaar, reed hij zijn laatste Elfstedentocht. Tijdens deze barre tocht eindigde hij als 21ste, met een bevroren voet.
In de ledenvergadering van R.K.V.V. Dussensche Boys van 13 januari 1947 werd Anton als lid van de vereniging door Burgemeester Oderkerk officieel gehuldigd voor z'n aansprekende schaatsprestaties. In 1978 kwam hij te overlijden. Anton werd slechts 58 jaar oud.
Hans van Helden vertelt uit overlevering
Hans van Helden, zelf een bekend schaatsenrijder uit de jaren 70-80 en winnaar van drie bronzen medailles op de Olympische Spelen van 1976, was een pupil van Anton Verhoeven. Hij vertelde ons zijn versie van het verhaal.
'Anton vertelde mij altijd alles in geuren en kleuren over elke schaatswedstrijd en elfstedentocht die hij gereden heeft. Mooie - en kleurrijke verhalen doorgaans maar soms klonk er toch ook wel wat bitterheid door in zo'n verhaal. Bijvoorbeeld dat hij tijdens de elfstedentocht steeds moest zorgen zich als eerste te melden bij de controleposten. En dan nog gebeurde het dat ze hem gewoon lieten staan en dat dan twaalf keer want er was ook altijd een geheime kontrole.'
Volgens Hans van Helden was het tijdens de elfstedentocht van 1954 niet anders. Het begon er al mee dat hem de toegang ontzegd werd om het ijs op de Bonkevaart te verkennen. De Friezen kregen ook inside information die Anton onthouden werd. Bij de laatste brug over het Van Haringsmakanaal bleken zij namelijk perfect op de hoogte te zijn dat er gekluund moest worden, terwijl er notabene de dag ervoor nog gewoon onder de brug door geschaatst kon worden. Dat hadden ze Anton uiteraard niet verteld. Aangekomen bij het kluuntraject bij het van Haringsmakanaal zwenkte Jeen van den Berg helemaal uit naar links om mooi recht voor de oploopplank naar het stropad uit te komen. Van den Berg heeft zeker en vast geweten dat er daar gekluund moest worden want anders had hij wel gewoon rechtdoor geschaatst en was hij door deze slimmigheid niet op kop gekomen. In geen enkele video zie je Jeen op kop maar juist daar wel want als eerste op die plank, betekende gewoon meer kans op de eindoverwinning; direct na het kluun-stropad werd immers de eindsprint ingezet.
Ook bij het afstempelen werd Anton als vanouds getreiterd. Op een filmpje over deze elfstedentocht op YouTube van de smalfilmclub Kleare Kimen zie je duidelijk dat Anton zich als eerste meldt bij een controlepost. Verbaasd om zich heen kijkend constateert hij dat anderen probleemloos en snel worden afgestempeld en weer vertrekken. Voor de stempeltafel staan ook mensen zonder rugnummer. Die stonden daar met een bedoeling want die met die oranje trui [Anton Verhoeven] dienden ze wel een beetje tegen houden. Ten einde raad heeft Anton toen uiteindelijk zelf maar het stempel gegrepen en zijn kaart afgestempeld. Was hier soms sprake van een complot.....
De chaos bij de finish is hierboven al min of meer beschreven. Hans van Helden beweert echter dat Anton bij het foutieve finishdoek - dat hij als eerste passeerde - gehinderd werd toen hij weer wilde doorschaatsen en zelfs aangeklampt en vastgehouden waardoor behalve Jeen van den Berg ook nog drie anderen uiteindelijk vóór hem eindigden.
Van Helden maakt er zich nog steeds ontzettend boos over als hij de beelden van die bewuste elfstedentocht bekijkt. 'De grootste sportfraude in de elfstedentochthistorie' noemt hij het. Dat is wellicht wat gechargeerd, maar toch, de twijfel blijft.
Bronnen
Samenvatting uit: Een koude oorlog, de Elfstedentocht 1954 door Dirk Vellenga, februari 2004.