Vorig jaar vierde onze vereniging uitbundig haar 75-jarig jubileum. Dit jaar is het eveneens 75 jaar geleden dat in Amsterdam de Olympische Spelen werden gehouden. Voor deze Spelen werd tegenover het oude stadion aan de Amstelveenseweg een gloednieuw Olympisch Stadion opgetrokken. In dit stadion werd onder meer ook het Olympisch voetbaltoernooi afgewerkt. Toentertijd nog het belangrijkste voetbalgebeuren, totdat in 1930 het toernooi om de Wereldbeker van start ging, al mochten ook aan dit toernooi de Britse profs niet deelnemen.
In Nederland werd reikhalzend uitgezien naar de Olympisch voetbalwedstrijden, want Oranje had tenslotte niet voor niets fraaie ereplaatsen behaald in voorafgaande toernooien: Londen 1908 derde plaats, Stockholm 1912 derde plaats, Antweren 1920 - wederom brons (dankzij diskwalificatie van Tsjecho-Slowakije), Parijs 1924 vierde plek, waarbij het in de halve finale de pas was afgesneden door het wonderteam van Uruguay, maar die konden zelfs in die tijd nog moeilijk brandschone amateurs genoemd worden.
De "Oeroekwezen" vielen als elftal echter wel zéér in de smaak van het voetbalpubliek. Balkunstenaars waren het, met een verfijnde techniek, rasartiesten met magistrale schijnbewegingen. Geweldenaren, stuk voor stuk, zoals de wonder-doelman Pedro Arispe die als het ware in de lucht klom, de zeldzame kopsterke back met slechts één arm, Hector Castro, Hector Scarone - El Mago (de magiër) de doelpuntenmaker, maar vooral toch de zeer bijzondere Uruguayaanse neger Andrade, zwart als schoensmeer, die ook in de regen zijn kleur behield. Andrade, 'n rasatleet van het type Gullit wiens verschijning op de toenmalige Europese voetbalvelden een unicum betekende, was er ook in 1924 in Parijs al bij en z'n roem was 'm duidelijk vooruitgesneld. Dit ondanks dat men radioreportages nog ontbeerde, want Han Hollander's eerste verslag dateert pas van 11 maart 1928. De mid-half met de uitschuifbare benen, koppelde techniek aan een sublieme lichaamsbeheersing, alles geschraagd door snelheid en een ijzersterke conditie. Andrade's deugdelijkheid van z'n negerschap bewees hij ten overvloede nog maar eens door pal voor de verbouwereerde Marathontribune van voetbalbroekje te wisselen. Dat mocht voor het nuchtere Hollandse publiek dan wellicht 'n schok betekenen, het meest verbaasde men zich nog als de Zuid-Amerikanen 'n doelpunt scoorden. "Ze gingen op hun hoofd staan en... ze zoenden elkaar en omhelsden elkander daarbij inniglijk", schreef de Sportkroniek ontdaan.
Groot was ook de ontsteltenis toen Nederland in de eerste ronde tegen dit oppermachtige Uruguay lootte. Dat nam niet weg dat er een overweldigende belangstelling bestond voor het duel. Het Olympische Stadion, toen nog met 'n capaciteit van slechts 30.000 toeschouwers, was vele malen te klein. Uren stonden naar schatting 30.000 mensen in de Amsterdamse Vijzelstraat in de rij om een van de 9.000 nog beschikbare kaartjes te bemachtigen. De politie,- honderd man sterk, - moest herhaaldelijk ingrijpen. Zwarthandelaren beleefden hoogtijdagen en rekenden woekerprijzen.
Nederland bleek andermaal - net als in Parijs - niet opgewassen tegen de semi-profs uit Uruguay. Door doelpunten van rechtsbuiten Urdinaran en midvoor Scarone delfde men met 0- 2 het onderspit. Naar later bleek tegen de uiteindelijke toernooiwinnaar. Want in de finale tegen het al even exotische Argentinië met de befaamde spil Monti, werd het in eerste instantie nog 1-1, maar in de noodzakelijk geworden tweede wedstrijd zegevierde Uruguay met 2-1; matchwinner toonde zich andermaal Hector Scarone.
P.S.: José Leandro Andrade (22-11-1901 - 3-10-1957), El Miraclo Nero (het zwarte wonder), de eerste gekleurde voetballer van wereldklasse, was oorspronkelijk schoenpoetser. Hij was de strateeg van de ploeg en verzamelde 43 caps. Andrade was befaamd om zijn pirouettes. Na zijn voetbalcarrière trok hij als variétéartiest naar Parijs. Hij stierf in grote armoede.
Bronnen:
Neerlands voetbalglorie, Ir. Ad van Emmenes, 1980
Het krankzinnig kwartier(/e, Nico Scheepmaker
Het Nederlands Elftal 1905-1 989, Voetbal International, 1989
Geschiedenis van de Wereldbeker Voetbal, Lex Muller, Francois Coiin, 1998
Ton Lensvelt
Bronnen
Clubblad De Voorzet van s.v. Dussense Boys, Jaargang 6, nummer 2, 2003